Liederen voor Dorp- en Stedelingen, door Jan van Eyk, Predikant te Loosduinen. 2 Stukjens. Te Amsterdam, by J. Allart, 1798 en 1799. In 8vo. 74 en 70 bl.
De Eerw. van eyk, voor eenige jaaren begonnen zynde, om voor de Gereformeerde Land- en Akkerlieden gepaste Liederen te vervaardigen, en dezelve wel bevallen zynde, vervolgt nu, in den zelfden trant, om ook voor Dorp- en Stedelingen van die Gezindte geschikte Liederen te dichten, die eene zelfde strekking hebben, als die voor de Land- en Akkerlieden: van welke laatsten wy, in onze Letteroef. van 1794 en 1795, ook aan onze Lezeren bericht gegeeven hebben.
In evolge zyn ontwerp, vindt men, in het eerste Stuk en, na een kort Voorbericht, en eenige dichtregelen aan de Dorp- en Stedelingen, twintig byzondere Liedjens, ten opschrift hebbende: de Winkelier, de Koopman, de Visscher, de Timmerman, de Verwer, de Bakker, de Rentenier, de Herberg, het luiden van de Poortklok, het Verhuizen, het Schoonmaaken, het Wasschen, de Rechtsoefening, de verstandige Ryke, de vergenoegde Arme, het Gastmaal, Reislied en Sabbathslied. En, in het tweede Stukjen, na eenige dichtregelen aan myne Landgenooten, mede twintig Stukjens, onder de volgende tytels: de Nachtwacht, de Daglooner, de Kledermaaker, de Doctor, de Apothecar, de Chirurgyn, de Spiegel, de Afbraak, de Kermis, Geboortezang, de Bruiloft, de Begraafnis, de Gelukwensching, het Rouwbeklag, het Sterfhuis, Saturdag avond, Zondag, Zondag avond, en Maandag morgen.
Tot eene proeve kiezen wy de middenste coupletten, uit het Lied
De kermis.
- Het hart eens wyzen zal tyd en wyze weeten.
Pred. VIII:5b.
Hoe veel jonge lieden raakten
't Spoor der eedle reden byster,
Eer zy 't wisten, ach! verleid;
Die, voor 't ingebeeld genoegen
Van een wilde kermisvreugd,
Al te jammerlyk verspilden,
Geld en goed en eer en deugd!