Adeleide, Gravin van Teck, Ridder-Toneelspel, in vyf Bedryven, naar 't Hoogduitsch van Elize Burger, geb. Hahn, door D. Onderwater. Te Leyden, by D. du Mortier en Zoon, 1799. In 8vo. 106 bl.
De tytel: Ridder-Tooneelspel, duidt genoegzaam aan, wat men hier te verwachten hebbe. Avontuurlyke gebeurenissen, zonderlinge verschyningen, vreemde voorgevoelens, heldhaftige onderneemingen, ridderlyke oorlogen, en onvoorziene uitkomsten, naamlyk, maaken den inhoud van dit Stuk uit; de liefde speelt 'er de hoofdrol in, en alles is zoodanig geschikt, dat de Graaflyke minnaar eindelyk het hoofdöogmerk zyner manmoedige bedryven, in het bezit zyner geliefde Adeleide, de heldin des Tooneelspels, bereikt ziet.
Hoedanig dit Ridder-Tooneelspel by het algemeen zal ontvangen worden, valt, wegens de onderscheidene smaaken der tooneelminnende Leezeren, moeilyk te beöordeelen; wy, voor ons, betuigen, echter, in al dat vreemde en wonderbaare der Ridder-historiën weinig behaagen te vinden; dewyl dezelven meestäl, of een gedwongen, of een onnatuurlyk en overdreeven voorkomen hebben: daarteboven behoort de verbeelding, in zulke Ridder-tafereelen, door eenen krachtigen en zwellenden styl opgewonden, en naar het onderwerp gestemd te worden; terwyl wy hier eenen slechts middenmaatigen, zelfs hier en daar eenvouwigen en verwarden spreektrant der hoofdpersoonen aangetroffen hebben, die door de Nederduitsche vertaaling nog meer verlooren heeft; want, behalven dat dezelve somtyds al te letterlyk is, heeft de Vertaaler ook geene zwaarigheid gemaakt, om hier en daar een Hoogduitsch woord in een Nederduitsch gewaad te steeken. Ons bestek gedoogt niet, dit een en ander met voorbeelden te staaven; het gezegde zal elk eenen, zelfs by eene oppervlakkige leezing, rasch in 't oog vallen.
In onze voorige Letteroefening, Art. Weiland, bladz. 343, reg. 13, is eene zinstoorende Drukfeil ingeslopen. Aldaar staat: met de tweede, lees: niet de tweede.