Adelna, of het edelmoedig Meisje. Door Lady Carolina Spencer. Uit het Engelsch in het Fransch overgebragt, en daar uit in het Nederduitsch vertaald. Te Amsteldam, by G. Roos, 1799. In 8vo. 83 bl.
Een in zyne soort niet onäartig verhaal, 't welk tot verscheide zedenlyke gevolgtrekkingen aanleiding geeft, doch tevens door eene dubbele vertaaling vry wat by het oorspronglyke verloren heeft; te meer, daar deze Nederduitsche uitgave in eenen styven en onbevalligen styl is opgesteld, en door ontelbaare taal-, spel- en drukfouten nog verder wordt ontsierd. De Heldin dezer geschiedenis doet edelmoedig afstand van de hand eens Jongelings, dien zy vuurig bemint, en met welken haar huwelyk reeds was vastgesteld: zy offert dus haar eigen geluk op, om hem in de gelegenheid te stellen, van zich met een Meisje, 't welk hem, zyns ondanks, door haare uiterlyke bevalligheden aan zich gekluisterd had, echtlyk te kunnen verëenigen; zelfs bedient zy zich heimlyk van haare, door een zonderling toeval vermeerderde, tydlyke vermogens, zoo wel als van haaren invloed, om de uiterlyke omstandigheden van dit paar te verbeteren, en hun verbrooken huislyk geluk te herstellen; doch wordt, daar eene ongelukkige kwyning den dood der Echtgenoote haars vriends verhaast, in 't einde beloond door haare verëeniging met hem, dien zy, ook in de armen van eene andere, nooit opgehouden had bestendig hoog te achten en belangloos te beminnen.