en den Laatsten Zondag des jaars. Leerredenen op de Christlyke Feestdagen, en op het Lyden van jezus christus, van de hand van lavater! Niet weinig verheugden wy ons, toen onze Uitgeevers den welkomen bondel t'huiszonden. Leerredenen toch over deeze belangryke onderwerpen behooren tot de desiderata onder de goede Leerredenen. Weinige, die draaglyk mogen genoemd worden, kunnen wy ons herinneren, behalven vooral die van den Haagschen Kerkleeraar krieger, van welke ons heugt, t'eenigen tyde, met lof gewaagd te hebben; alsmede cramer's Lydende Emmanuel. Leed doet het ons, ronduit te moeten verklaaren, dat wy, in onze verwagting, van hier iet weezenlyk goeds en zaaklyks te zullen ontvangen, niet weinig zyn te leur gesteld. Alles, immers het meeste, koomt hier neder op eene korte uitbreiding van veelal eenen zeer langen text, en op eenige telkens tusschengevoegde oppervlakkige aanmerkingen, raakende het zedelyk nut, welk daar in voor de Christenen in 't algemeen ligt opgesloten. Zo ontmoeten wy al aanstonds, aan het hoofd der eerste Leerrede, tot Opschrift hebbende: Voorbereiding voor het Kersfeest der Christenen, eenen text van dertig Verzen, naamlyk lukas I:26-56. Eveneens is het gelegen omtrent de eerste Leerrede op de Geboorte van christus, naar aanleiding van lukas II:1-20. Beredeneerde beschouwingen van de voordeelen eener Godlyke Openbaaringe in 't algemeen, van de voordeelen, in 't byzonder, door de komst en de prediking van christus aangebragt - van de waardye en de voortreffelykheid der Euangelieleere boven de Wet van mozes - deeze en een aantal andere overdenkingen, tot welke lavater overvloedige en natuurlyke aanleiding zou gevonden hebben, heeft hy geheel onaangeroerd gelaaten. In den zelfden vorm zyn ook
de Leerredenen gegooten, welke wy, in den Tweeden Bondel, over het Lyden des Heilands, aantreffen. Onze meening is niet, dat de Leeraar zyne Textverklaaring met eene menigte Taal- en Oudheidkundige aanmerkingen moest gestoffeerd hebben. Want niets valt gemaklyker, zelf voor Leeraaren, die weinige of geene waare studie bezitten, dan voor het aangezigt van ongeoeffende Toehoorders, met een ontzettenden toestel van Geleerdheid, te praalen. Van nutte behandelinge der Lydensgeschiedenisse waren wy onlangs getuige. Op eene