ergernisse vinde, maar allen de voorbidding kunnen beaamen. Om over dit moeilyk werk eenig licht te verspreiden, gaat eirénophilus op de volgende wyze te werk. Vooraf onderstelt hy, dat een Leeraar, ten aanzien van het Staatkundige, dezelfde vryheid van denken, als andere menschen, heeft, en, buiten den predikstoel, zyne gedagten met bescheidenheid mag voordraagen. Voorts, dat een Leeraar verpligt is, in het openbaar ernstig voor het Vaderland te bidden, doch tegen de vastgestelde orde zich niet openlyk mag uitlaaten. Met dit alles mag een Leeraar op den predikstoel in geene byzonderheden treeden, niet bidden dat eene party boven blyve, en de andere onder legge, maar moet zich tot eenige algemeene punten bepaalen, waarin allen overeenstemmen. Van zulk algemeen bidden een voorschrift hebbende gegeeven, tragt eirénophilus zyn gevoelen deswegen te staaven, met aan te merken, dat de Leeraar de mond der geheele Gemeente is - dat het openlyk Gebed, zo ras het in Staatkundige byzonderheden treedt, en dus eenzydig wordt, op eene verdeelde Gemeente niet anders dan den nadeeligsten invloed kan hebben, zoo voor de Gemeente in 't algemeen, als voor den Leeraar in 't byzonder. Ook doet hier veel af het voorbeeld van christus, die, hoewel eenen tyd beleevende, in welken het Joodsche land, niet minder dan het onze, verdeeld was, zich met het Politieke nooit bemoeid heeft. By dit alles koomt nog de feilbaarheid en kortzigtigheid, allen menschen eigen, uit hoofde van welke een Leeraar, zich voor deezen of geenen aanhang stellig verklaarende, veelligt een dwaalend gevoelen kan omhelzen. - Wy pryzen het lofwaardig en vredelievend oogmerk van eirénophilus, en zyn het eens met hem, dat, indien veele Leeraars zynen raad volgden, dezelve niet slegts voor veele persoonlyke onaangenaamheden zich zouden
behoed hebben, maar ook de aanleiding tot twist en verdeeldheid in veele Gemeenten afgesneeden zou geweest zyn.