Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799
(1799)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 473]
| |
Verdediging van het antiphlogistisch scheidkundig systeem, inzonderheid van de samenstelling van het water, ter beantwoording der hierover voorgestelde Vraagen, in No. 7 van dit Maandwerk.
| |
[pagina 474]
| |
blyven, en alle bespiegelingen daaromtrent hebben de Wetenschappen niets begunstigdGa naar voetnoot(*). Het nieuw Scheidkundig Leerstelsel is, naar myn inzien, een geheel, en kan niet gedeeltelyk worden omhelsd. Het grondt zich voornamelyk op vier hoofdzaken, die aan elkanderen op het nauwst verbonden zyn. 1. Op het inzuigen, of liever de ontbinding, der lucht, by het verbranden der lichamen, verkalken der metalen, by het ademhalen, enz. het welk reeds jean rey, boyle, hales en anderen bemerkt hebben. 2. Op de herstelling der kalk van kwikzilver, zonder bydoen van brandbare lichamen, en te gelyk op de ontwikkeling van lucht daarby, volgens de proeven van den Heer bayer. 3. Op de specifische warmte der zuivere lucht, volgens den Heer crawford. 4. Op de samenstelling van het water, volgens cavendish. Het konde niet anders, of by meer nauwkeurige proeven, met de schaal in de hand genomen, over deze voorname onderwerpen, moest men het ongegronde van stahl's alles veronderstellende, en zo onbevredigende, verklaringen inzien, en eindelyk tot daadzaken, tot bewyzen, die elk ogenblik werkelyk gestaafd kunnen worden, overgaan. Dan - 'er zyn nog, welke, in dit nieuwere Leerstelsel, zodanige onoplosbare zwarigheden menen te ontdekken, dat zy hunne goedkeuring niet geredelyk daar aan kunnen hechten; en gy, Kunstvriend! welke enige bedenkingen, dienaangaande, voorgesteld hebt, en die verzoekt dat men uwe Vragen beantwoorde, behoort onder dit getal. Ik zal trachten (zo het niet te vermetel voor enen beginner in de grote loopbaan der Natuur- en Scheid-kunde is!) uwe zwarigheden op te lossen. Weinig tyds, na dat de onsterfelyke lavoisier, om wiens rampzaligen dood nog elk enen robespierre vervloekt! het water als ene samengestelde vloeistof meer had bekend gemaakt, en een geheel nieuw Scheidkundig | |
[pagina 475]
| |
Leerstelsel te berde gebracht, was het de luc, die tot een ander denkbeeld verviel, en door enige Hygroskopische waarnemingen, meestal op hoge bergen, tot de gedachte kwam, dat het water, het welk van de oppervlakte der aarde uitwaassemt, voor enigen tyd tot een luchtformigen, geheel drogen, staat overgaat; dat het ontstaan van wolken even min het gevolg is van ene oplossing van water in de lucht, als de regen ene nederplossing van het voorheen opgeloste water, maar dat integendeel de regen ene wederkering van lucht tot water is, zo dat het water het ponderabele van alle luchtsoorten zoude zyn, gelyk het vuur (de warmtestof) het niet ponderabele van alle isGa naar voetnoot(*). Het scheen in 't eerst, dat hierdoor en de samenstelling van het water uit Oxygene en Hydrogene, en de oplossingsleer van het water in de lucht, in eens den bodem ingeslagen was. Men zie slechts de grootspraak van lichtenberg, by elken Natuurkundigen bekend, in de Voorrede van de 5de uitgave van erxleben's NatuurkundeGa naar voetnoot(†). Dan - het verdient voorzeker ene grote verwondering, hoe Mannen, van die onbegrypelyke ervarenheid in het natuurkundige vak, kunnen weigeren, de oplossingstheorie van water in de lucht, of deszelfs mechanische verbinding, als damp, door vereniging met de warmtestof, gelyk ook gren wil, en de samenstelling | |
[pagina 476]
| |
van 't water zelve, aan te nemen, wegens enige zwarigheden, die uit onze onvolkomene kennis van den dampkring, en oorzaken der onderscheidene verschynselen, welke zich daar in openbaren, voortspruiten, en nogthands zo gretig een ander gevoelen omhelzen, het welk even min op dadelyke bewyzen gegrond is; ja - ik durf zeggen, op het hoogst, in de mogelykheid berust. Immers het water wordt, volgens de luc, lichtenberg, en allen, die dit Stelsel omhelzen, op ergens ene wyze in lucht verwandeld, herformd, en de regen is het tegenovergestelde procesGa naar voetnoot(*)! Op welk ene wyze gebeurt dit dan nu? Hier doen zich voorzeker gene mindere zwarigheden op, dan by de oplossingstheorie, of by de mechanische vereniging als damp, (gaz aqueux) volgens gren. Ik zoude ene, menige vellen grote, Verhandeling moeten leveren, zo ik de oplossingsleer van het water in de lucht, en wolken, regen, nevel, mist, als ene min of meer grote nederploffing, uit elkanderen, geheel ter neder wilde stellen. Ik zal thands liever alleen uwe Vragen beantwoorden, daar de hierover zo voortreffelyk geschrevene Werken in uwe, en veler Natuurkundigen, handen zullen zynGa naar voetnoot(†). | |
[pagina 477]
| |
Ter beantwoording dan van uwe eerste Vraag, stel ik, dat het water in de lucht, gelyk de zouten en gommen in water, de harschen in Alcohol, enz. chemisch wordt opgelost; het zy dat het eerst, gelyk saussure wil, door de warmtestof tot damp (gaz aqueux) gebracht moet zyn, het zy dat het zelfs als water, als ene druipbare vloeistof, voor deze oplossing vatbaar is, het welk in dezen geen voorwerp van verschil uitmaakt; het is zeker, dat ene voorafgaande verbinding met de warmtestof deze oplossing ten sterksten bevordert. Le roy, te Montpellier, was, zo veel ik weet, de eerste, die deze belangryke stelling heeft voorgedragen; hy nam ene oplossing als water aan; doch saussureGa naar voetnoot(*), en meest alle Natuurkundigen na hem, stelde ene voorafgaande dampforming, het water eerst met warmtestof verbonden. Het koomt my nog niet vreemd voor, of het water is in zyne drie staten voor deze oplossing vatbaar; van waar anders, by sterke vorst, het spoedig drogen van alles? de vermindering van zwaarte van het ys? Het opgeloste water kan alsdan op gene Hygroskopische lichamen werken, om dat het groter verwandschap met de lucht, dan met enige van deze lichamen, heeft; waardoor terstond de grond vervalt, waarop de luc zyne theorie gevestigd heeft. Want om dat de lucht, voor en na den regen, geen maximum van vochtigheid op den Hygrometer toonde, en de lucht hoe hoger hoe droger wordt, besloot de luc ene herforming van water in lucht, en lucht in water; daar toch het zelfde moet plaats hebben, wanneer het water in de lucht chemisch is opgenomenGa naar voetnoot(†); - de lucht is alsdan min of meer vochtig, niet zo zeer als dezelve min of meer water opgenomen heeft, maar veel meer naar mate deszelfs verwandschap meerder of minder sterk is. Het is voorzeker moeijelyk, alle de oorzaken te bepalen, waardoor deze verwandschap verandert; zonder twyfel spelen in dezen de warmte-, licht- en Electrieke-stof de hoofdrol. Wie kent alle de fynere stoffen, welke nog | |
[pagina 478]
| |
in de lucht aanwezig zullen kunnen zyn, en in dezen medewerken? De lucGa naar voetnoot(*) toch staat zelf toe, dat men by vele natuurverschynselen zich bezwaarlyk van de gedachte ontdoen kan, dat 'er nog andere stoffen mede in 't spel zyn, op welke wy niet denken, of liever die wy niet kennen, en nogthands wezentlyk tot de oorzaak dier verschynselen behoren. Wanneer nu de verwandschap, of de aantrekkingskracht, der lucht met het water, of waterdamp, vermindert, ontstaan 'er wolken, nevel, of mist, welke altoos met de Electrieke stof, meestal positief, verbonden zyn, en daardoor, als allerfynste waterblaasjes, ver genoeg van elkanderen gehouden worden, om enigen tyd in ene, anders 800 maal ligtere, vloeistof te dryven, volgens de wetten van zwaarte, gelyk saussure, door Microskopische waarnemingen, deze blaasjes in damp (gaz aqueux) ontdekt heeft; en zoude de theorie van hube niet veel waarschynlyks hebben, dat, namelyk, deze waterblaasjes met het gaz hydrogene gevuld zyn? waardoor zy dan ook, even gelyk als met deze lucht gevulde zepebellen, tot zodanig ene hoogte klimmen, dat ze met de lucht in evenwicht zyn. De Electriciteit, echter, dit is meer bewysbaar, speelt in dezen, zo wel by de uitwaasseming, oplossing, wolkenforming, als regenstorting, de hoofdrolGa naar voetnoot(†). Daar dan nu de wolken, door de vereniging met de Electrieke stof, ligt genoeg zyn om op de lucht te dryven, zo volgt, dat, by vermindering van deze stof, de waterblaasjes, waar uit de wolken bestaan, nader aan elkanderen worden gebracht, zich verenigen, meerdere zwaarte verkrygen, en, als druppelen, in regen, naar beneden vallenGa naar voetnoot(‡). Zo immers is, behalven vele andere, ene waarneming van de lucGa naar voetnoot(§): | |
[pagina 479]
| |
‘Ik heb dus (schryft hy) het ontstaan van Regen dikwyls zeer duidelyk op de bergen gezien: hier is een voorbeeld, gelyk het zich op deze wyze voor myne ogen toegedragen heeft. Ik was ongeveer een vierde myl westwaards van enen 200 toisen hogen berg, waar van de kant naar my toe loodlynig afgesneden was. De door een oostenwind gedrevene wolken raakten aan de kruin des bergs, die dezelve scheen aan te trekken; ten minsten verdikte zich daar een gedeelte van hare laag, en wierd zo digt en zwaar, dat de lucht dezelve niet meer konde dragen, maar alzo, gelyk een stroom, wel 50 toisen diep, naar beneden schoot, alwaar dezelve zich in regen ontlastte, en den berg niet langer voor 't oog bedekte.’ Ook gebeurt het, dat ene vermindering van de Electrieke vloeistof nog terstond genen regen veroorzaakt, maar alleen de daar door zwaarder gewordene wolken lager doet zakken, tot dat ze wederom met de lucht in evenwicht zyn. Zo klimmen zy, omgekeerd, hoger, zonder nogthands geheel opgelost te worden, wanneer de Electriciteit zich in dezelve vermeerdert. Zeer gemakkelyk valt dan te verklaren, waardoor by donderweder zo veel zware regen veelal plaats heeft; het welk veelmeer moet worden toegeschreven aan ene vermindering van de Electrieke stof, dan aan ene waterforming uit Oxygene en Hydrogene, ofschoon 'er ook dit by plaats zal hebben. Van velen, echter, zal hier de vraag ontstaan, of dan de lucht zo veel water opgelost kan houden, daar de proeven van saussure geleerd hebben, dat ene droge Cubiek voet lucht met 10 greinen water reeds verzadigd is, gelyk dit ook door de luc tot een hoeksteen van zyn Systeem gelegd wordt? Maar zo de lucht met het water de grootste verwandschap heeft, kan men dan wel ene stellig droge lucht verkrygen? Immers neen; en hoe kan dan iets, uit deze proeven van saussure, tegen de oplossingstheorie worden aangebracht? Behalven het water, het welk met ene droge lucht nog verbonden is, en niet door ons daar van gescheiden, of door Hygroskopische lichamen gekend kan worden, om dat het chemisch is opgelost, neemt nog een Cubiek voet lucht 10 greinen op; maar hoe veel zal nog niet bovendien chemisch met dezelve verbonden kunnen geweest zyn? Ook zyn 'er, die, om | |
[pagina 480]
| |
de veelheid van water, het welk door regen, dagen achter elkanderen, vallen kan, te verklaren, ene wederzydsche herschepping van water en Stikgaz hebben aangenomen; - in de Dampkringslucht, zeggen deze, is ongeveer o. 75 delen Stikgaz, en slechts o. 25 delen Zuurstofgaz: dus kan 'er ene genoegzame hoeveelheid water geboren worden, wanneer het Stikgaz tot hetzelve wederkeert; van hier, volgens hen, dat men, na enen regen, de lucht veel zuiverer vindt, en vryer ademhaalt, - Maar het is niet nodig, deze onverdedigbare theorie ter verklaring van den regen aan te nemenGa naar voetnoot(*). Het is, ten tweden, ene uitgemaakte zaak, dat de lucht, warm zynde, meer waterdelen oplost, dan koud, gelyk dit ook by alle oplosmiddelen plaats heeft. Aan de meerdere uitzetting der lucht kan het niet worden toegeschreven: want ook in beslotene glazen heeft het zelfde plaats. Maar doordien door de warmte het water meer tot enen dampformigen staat wordt gebracht, zo is, volgens alle Chemische wetten, de verwandschap der lucht met hetzelve dies te groter; ook zullen 'er alsdan zeer veel waterdelen als damp, gaz aqueux, met de lucht physisch verbonden zyn. Ten derden, het water, dat zich uit de warmere lucht aan koudere lichamen hecht, kan voorheen opgelost geweest zyn, en zich dan op die koudere praecipiteren; hiertoe, echter, wordt ene volkomene verzadiging vereischt, welke 'er zelden by de lucht zal plaats hebben, wanneer koudere lichamen vochtig worden. Maar zo ras wy, met vele beroemde Natuurkundigen, stellen, dat 'er, behalven het opgeloste water, veel waterdamp physisch met de lucht verbonden is, om dat het, met de warmtestoffe verenigd zynde, daartoe ene genoegzame ligtheid verkregen heeft, verdwynen hier alle zwarigheden: want juist by ene warmere lucht worden de koudere lichamen in onze huizen vochtig, om dat de dan mechanisch met de lucht verbondene waterdamp zich aan die koudere hecht, zyne warmte verliest, en tot ene druipbare zelfstandigheid, dat is, water, wederkeert. Gelyk ook de beroemde hube den | |
[pagina 481]
| |
oorsprong der dauw uit onopgelosten waterdamp, in zyne Naturlehre en Ausdunstungstheorie, verklaart; en gren, die ene oplossingstheorie niet omhelst, stelt alleen ene zodanige Physische verbinding van waterdamp, gaz aqueux, in de luchtGa naar voetnoot(*); zo dat hy zelfs, om zyne eigene woorden te gebruiken, zegt: ‘Auf diese wechselseitige zerzetsung und bildung des wasserdampfs in der luft, (door vermeerdering, namelyk, of vermindering van warmtestof of drukking) grunden sich die bekannten phänomene vom sichtbarwerder unsers hauchs in kalter luft, und der unsichtbarkeit desselben in warmer; das so genannte schwissen oder anlausen kalter körper in feuchten und heissen Zimmern; das swissen der fenstern in diesen Zimmern, wenn die äussere luft merklich kälter ist, als die innere; das beschlagen der gebäude beym thanwetter nach anhaltendem froste; das beschlagen der glocke der luftpumpe bey wiederhinzulassung der luft nach vorhergegangener verdunnung; die entstehung des Nebels, der Wolken, des Thaues, des Reifs, des Regens, des Schnees, des Hagels.’
(Het Vervolg en Slot in een volgend Stukje.) |
|