Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799
(1799)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOntdekking van een allerschandelykst letterkundig bedrog, betreffende de geschiedenis van Sicilie.(Overgenomen uit j. hager nachricht von einer merkwurdigen litterarischen betrugery, en eichhorn's Allgem. Bibliothek der Biblischen Litteratur.)
Het is bekend, dat de Arabieren zich, in 't jaar 827 van de Christelyke jaartelling, in Sicilie nedergezet hebben. Nu stond dit land tot in 't jaar 1074, even als Spanje omtrent terzelver tyd, onder de Arabische opperheerschappy, die het merkelyk heeft doen bloeien. 'Er zyn nog uitmuntende openbaare gedenkstukken van den voordeeligen invloed van die regeering op den welstand van Sicilie voorhanden; waterleidingen, die het kostelykste water tot Palermo in alle verdiepingen der huizen, of door onderaardsche kanaalen in de tuinen, heenleiden, en nog de oude Arabische naamen Giarra en Ka- | |
[pagina 442]
| |
tus draagen; opschriften, die niet lang geleden allereerst door den Domheer Gregorio bekend gemaakt zynGa naar voetnoot(*); Arabische grafschriften, waarvan Vasalli te Palermo onlangs drie, die tot de vyfde en zesde eeuw der Hegira behooren, ontdekt, en in 't Latyn vertaald in 't licht gebragt heeftGa naar voetnoot(†); Kufische penningen, die in Sicilie nog steeds in groot getal uitgegraven worden, maar tot nog toe niet zyn beschreven; en voorts zeer veele woorden, die uit het Arabisch in de Italiaansche taal zyn overgenomen, en een eeuwigduurend gedenkteeken van den invloed der Arabieren op Italie blyvenGa naar voetnoot(‡). Men heeft echter tot hiertoe van dit tydvak zeer weinig echte bescheiden, door gebrek aan geloofwaardige schriften desaangaandeGa naar voetnoot(§). De Annalen van Al Sanhadschi, die byna gelyktydig moeten vervaardigd zyn, heeft men dusverre in Europa niet kunnen ontdekken. In Sicilie zyn niet meer dan 35 handschriften, die eerst in de vorige eeuw uit Spanje daarheenen gebragt zyn, en zy hebben ook, zoo verre men ze heeft leeren kennen, op de geschiedenis van dit eiland geen betrekking. Het is echter, uit hoofde van de bekende schryfzucht der Arabieren, vooral met opzicht tot de geschiedenis van hun land en volk, meer dan waarschynelyk, dat 'er Arabische schriften van die merkwaardige eeuwen voorhanden geweest zyn. Denkelyk heeft de verregaande yver der Inquisitie naderhand alles, wat Arabisch was, verdelgd. Na de uitdryving der Arabieren door de Noormannen, Rudiger en Robert Guiskard, bleef het gebruik der Arabische taal en ingevoerde konsten onder de regeering der Noormannen voortduuren, gelyk blykt uit de penningen der Noormansche Vorsten, uit de bouworde, die onder hun in gebruik geweest is, en uit de Arabische diploma's, die men in de Archiven der Domkerk te Palermo en andere Kathedrale kerken op Sicilie vindt. De Dom te Palermo, die in de twaalfde eeuw gebouwd is gelykt | |
[pagina 443]
| |
meer naar eene Oostersche Moskee, dan naar een Christenkerk. Aan het hof der Noormansche Vorsten zag het 'er nog half Oostersch uit, en dit duurde tot den tyd van Keizer Frederik II, gelyk men weet uit Benjamin van Tudela en Falcandus. Keizer Frederik liet zyn Wetboek niet slechts in de Latynsche en Grieksche, maar ook in de Arabische taal vervaardigen. Men zou dan ook verwachten, dat het aan Geschiedschryvers over Sicilie in de Arabische taal, uit het tydvak van de Noormannen, niet zal ontbroken hebben. Nadat men eeuwen lang te vergeefsch had omgezien naar echte bronnen, om de geschiedenis van Sicilie voor beide genoemde tydperken naauwkeurig te beschryven, kwam eindelyk, in 1782, Joseph Vella, geboortig uit Malta, Kapellaan van de order der Johanniten, en naderhand Abt van St. Pankrazio, te voorschyn met de ontdekking van tot hiertoe onbekende Gedenkschriften, bestaande in een Codex diplomaticus, die eene Arabische briefwisseling in zich behelst tusschen de Stadhouders van Sicilie en hunne Opperheeren in Africa, en een Codex, over de bemachtiging Van Sicilie door de Noormannen. Hierby kwam nog een Arabische Livius. De eerstgenoemde Codex zou, volgends het deswegens gemeen gemaakt verhaal, in de vorige eeuw, door Martino la Farina, Marquis van Madonia, uit Spanje naar Palermo overgebragt, en vervolgends met eenige andere afschriften voor de Abtdy van St. Martino aangekocht zyn. Vella gaf voor, dat de aandacht op dit oud afschrift over de geschiedenis van Sicilie gevallen was door aanwyzing van den Marokkaanschen Gezant by het Hof van Napels, Mohammed Ben Ofsman, die, in 1782, op zyne terugreis naar Mequinez, door een storm genoodzaakt in de haven van Palermo binnen te loopen, by die gelegenheid, onder andere merkwaardigheden, ook de Bibliotheek van de Abtdy St. Martino had bezichtigd, in tegenwoordigheid van Vella, die zoo wat verbasterd Arabisch verstond, zoo als te Malta wordt gesproken, en meer dan iemand in staat was, om den Gezant min of meer tot tolk te dienen. Van dien tyd af hoorde men, met veel ophef, van den Codex diplomaticus spreeken. Naauwlyks was dit gerucht verspreid, of Airoldi, Richter van de Monarchie, of wel het Opperhoofd in het Bestuur van Kerkelyke zaaken, was om stryd, met den Abt Morroy, toen | |
[pagina 444]
| |
ter tyd Praelaat van St. Martino, in de weer, om deze vermeende nieuw ontdekte bronnen der Siciliaansche Geschiedenis in 't licht te geeven. Airoldi, die zelf de Arabische taal niet magtig was, vermoedde des te minder de moogelykheid van bedrog, omdat een beroemd Duitsch Geleerde, de Hofraad Tychsen te Rostok, de aan hem overgezonden proeven uit het Afschrift voor echt erkende, en ondersteunde nu op alle wyzen de overzetting, die de Abt Vella, de eenige man in Sicilie, die Arabisch verstond, zou vervaardigen. Deze gaf voor, hierover een briefwisseling te houden met den Marokkaanschen Gezant, en 'er kwamen werkelyk brieven over Livorno, Malta en Cadix aan, die eindelyk, zoo als men zeide, bericht bragten, dat 'er in de beroemde Bibliotheek te Fess een veel vollediger origineel afschrift, dat met dezen Codex overeenkwam, werd gevonden. De verwachting van de gedaane ontdekking werd steeds hooger gespannen, en wierd nu ook aan 't Hof te Napels zeer toegejuicht, nadat Vella, eer men begon te drukken, zynen vertaalden Codex, zeer net geschreven, aan hare Koninglyke Majesteiten, door den Marquis Caraccioli, toenmaaligen Staats-Secretaris, liet overhandigen. Het daarby gevoegd voorgeeven, dat op de Marokkaansche Bibliotheek gewigtige byvoegselen tot den Codex diplomaticus gevonden wierden, had ten gevolge, dat, op koninglyk bevel, 1000 oncen (d.i. 5000 keizerlyke guldens) tot eene reis naar Fess toegestaan wierden, waar Vella zich met drie jonge Geleerden zou heen begeeven, om alle afschriften, die tot de geschiedenis van Sicilie konden dienen, natespooren, en zich daarvan te bedienen. 'Er is evenwel van die reis niets gekomen. Maar men arbeidde voort aan de uitgave van den Codex van St. Martino. Vella droeg intusschen, om het bedrog des te beter te beleggen, wel zorge, dat het Afschrift zelf door streeken en puncten by ieder woord bedorven en geheel onleesbaar werd, en, opdat men niet aan den inkt en het vermilioenrood de nieuwheid mogt ontwaar worden, liet hy hetzelve, onder voorwendsel, dat men het hierdoor beter voor bederf zou bewaaren, blad voor blad met verguldsel beleggen, en hetzelve door middel van eene lymachtige stof daaraan vastkleeven, 't geen de Abtdy, voor welkers rekening dit geschiedde, op niet minder dan 30 Napolitaansche oncen, (d.i. 150 guldens) te staan kwam. En nu weigerde hy voortaan den Codex aan | |
[pagina 445]
| |
kenners der Arabische taal te laaten zien, en in de Bibliotheek te rug te brengen. Men begon evenwel van tyd tot tyd gewigtige bedenkingen tegen de echtheid van het voorgegeeven Afschrift te opperen. De eerste, die openlyk daartegen te voorschyn kwam, was de beroemde Historieschryver Bosar. Gregorio, die, onder den verdichten naam van L. de VeillantGa naar voetnoot(*), in 1788 daarover een brief, in 't Fransch, aan den vermaarden de Guignes geschreven, liet drukken, waarin de volgende bezwaaren te berde gebragt wierden. 1) Het schrift was noch Cufisch, noch Moorsch, maar verbasterd Neschi. 2) 'Er wierd eene dubbele Chronologie in gevolgd, de Arabische en Christelyke, waarby evenwel de jaaren altyd op elkanderen volgden, en de Arabische, Syrische en Latynsche naamen der maanden doorgaans onder een gemengd. 3) De geheele schryftrant was meer Maltesisch, dan Arabisch, waaruit men te meer kwaad vermoeden moest opvatten, omdat Vella, als Professor in de Arabische taal te Palermo, in plaats van de Arabische, alleen de Maltesische taal leerde. Van dit gevoelen waren ook andere Geleerden, zoodra zy het eerste blad, dat Vella in 't Arabisch en Latyn uitgaf, zagen, en nog meer, toen men het werk nader begon te onderzoeken. De Guignes vond, in het Journal des Savans, Aug. 1786, het Arabisch zeer verdacht. De Pauslyke Archivarius Marini verklaarde de Pauslyke Brieven, in het tweede deel ingelascht, voor ondergeschoven, dewyl 'er niet alleen niets van werd gevonden in de Archiven van den Paus, maar om den styl, die nooit in brieven van den Paus zoodanig was, als in deze Brieven. Anderen beyverden zich integendeel des te sterker, om Vella te verdedigen. Di Blasi, Koninglyk Geschiedschryver van Sicilie, gaf in 1788 een schrift uit, waarin hy Veillant van woord tot woord zocht te wederleggen, door 't geen hem Vella, want hy zelf verstond geen Arabisch, had aan de hand gegeeven. Buitenlands stelde zich Tychsen van Rostok, en eenige andere Geleerden, | |
[pagina 446]
| |
voor de echtheid van den Codex in de bres, de eerste, zoo 't schynt, misleid door de gunstige getuigenissen van den Vorst Torremuzza en Airoldi, de overigen door dat van den Ridder Landolina, hoewel geen van hun 't Arabisch verstond. Onder dezen stryd, voor en tegen het ondernomen werk, kwam de Codex diplomaticus, van 1789 tot 1792, in volle zes deelen te voorschyn, en 'er waren nog twee anderen gereed, om ter persse gelegd te worden. Airoldi bezorgde niet alleen de uitgave, die zeer kostbaar werd, maar vercierde dezelve ook daarenboven met eene inleiding, met aanmerkingen van zyn eigen hand, en allerlei historische navorschingen. De Landkaart, die Vella 'er byvoegde, als of ze ook tot den Codex behoorde, was deels uit Cluverius Sicilia antiqua, deels uit een oude Kaart van Agatino Aidone, samengeflanst. In 1793 kwam Vella met een nieuwen wigtigen vond te voorschyn. Hy gaf voor, ook een Arabischen Codex, over het tydvak van de beheersching van Sicilie door de Noormannen, van zynen Marokkaanschen correspondent ontfangen te hebben. Het eerste deel was naauwlyks in 't licht verschenen, of men begon ook omtrent dit stuk kwaad vermoeden te krygen. Van het tweede zyn maar eenige bladen voor den dag gekomen, die weldra, toen men het bedrog ten vollen ontdekt had, onzichtbaar, en sedert zeer zeldzaam wierden. Men staakte het drukken, en 'er is verder niets van geworden. Nu sprak men nog van een Arabischen Livius, die de verlorene boeken van den Romeinschen Geschiedschryver zou bevatten. Men sloeg daaraan te eer geloof, omdat reeds Pieter de la Valle, Erpenius, Clodius en anderen beweerd hadden, dat 'er een Arabische Livius op den buitenkant van de Sophiakerk werd gevonden, en, volgends Savary, niet alleen Livius, maar ook Tacitus en Diodurus Siculus, in 't Arabisch zouden overgezet zynGa naar voetnoot(*). Men bragt buitenlands tegen de waarschyne- | |
[pagina 447]
| |
lykheid van dit voorgeeven met zeer veel grond in, dat de Arabieren, zoo veel men weet, niets uit het Latyn, en in 't geheel geen Geschiedkundige schriften overgezet hebben; maar hoe sterker men buiten af, vooral te Parys, aan de echtheid van deze ontdekking twyfelde, des te vaster was men in Napels daarvan overtuigd, en Lady Spencer, die in 1794 door Italie reisde, bood zich aan, om de kosten der uitgave te draagen. Eindelyk besloot de regeering van Napels, een kritisch onderzoek over alle deze betwiste stukken in 't werk te stellen. Dit werk wierd aan den Heer Joseph Hager, van Weenen, Doctor in de Theologie te Pavia, een beroemd Geleerde, opgedraagen, die ook daartoe de regte geschiktheid had. Wel toegerust aan de Oostersche Academie te Weenen, was hy, twee jaaren lang, in dienst van 't Keizerlyk gezantschap te Constantinopolen, en reisde vervolgends door Italie, Spanje, Vrankryk, Engeland en Holland. Geduurende zyn verblyf in Italie, in 1794, bezocht hy ook Sicilie, inzonderheid om den Arabischen Livius van naby te bezichtigen, en was de eerste, die, in zyne reis van Warschau naar de hoofdstad van Sicilie, (Weenen 1795), den letterkundigen de hoop benam, om het verlorene deel van Livius uit het Arabisch hersteld te krygen, terwyl hy met Monsignor Airoldi ontdekt had, dat het uittrekzel van het 60ste boek van Livius, hem door Vella in het Italiaansch medegedeeld, niets anders was, dan de Epitome van Florus. Den Codex diplomaticus had hy, in weerwil van de dringendste verzoeken, van Vella niet kunnen te zien krygen. Hy had hem alleen het voorgewende afschrift van den Noormanschen Codex getoond. Eer de Heer Hager Italie verliet, had hy reeds de voorbereidselen tot een naauwkeurig onderzoek gemaakt. Nog te Palermo zynde, had hy reeds aan den Onderkoning dezelfde bedenkingen medegedeeld, die Gregorio had gemaakt in den boven aangehaalden brief, en dit vond zoo veel byval, dat hy verzocht werd, om datzelfde tot kennis van den Generaal Acton te Napels te brengen: het geen hy ook, door eene schriftelyke me- | |
[pagina 448]
| |
morie, kort daarna uitvoerde, met dat gevolg, dat de Koning van Napels hem naar Palermo beriep, om een formeel onderzoek omtrent de in twyfel getrokken stukken in 't werk te stellen. Hy hield zich daarmede van 1794 tot 1796 bezig, en maakte zich weldra gereed, om het volledig resultaat van dit onderzoek aan het publiek mede te deelen. Hierin verhinderd zynde, op bekomen onderricht, dat de Koning zelf, alwat daartoe betrekkelyk was, wilde laaten drukken, gaf hy alleen een Bericht uit van een merkwaardig litterarisch bedrog, te Leipzig en Erlangen uitgegeeven in 1799. Men heeft daarin ook de bovengemelde memorie aan den Koning van Napels, en de opgave van een aanmerkelyk aantal Schryvers, die, in goed vertrouwen, den inhoud van deze verdichte oirkonden overgenomen, en als ontwyfelbaar verbreid hebben. De Heer Hager heeft het gepleegd bedrog met den Codex diplomaticus, daar het nu allereerst en voornaamelyk om te doen was, in veele byzonderheden zoo overtuigend aangewezen, dat de zaak buiten alle bedenking gesteld is. Men vindt daarin, veelal, de naamen der maanden uit den Abulfeda van den Siciliaanschen Geschiedschryver Caruso overgenomen. Dit zyn Muhammedaansche maanmaanden, die de verdichter van den Codex, uit onkunde, voor zonnen-maanden aangezien, en daardoor de grofste fouten in de Chronologie begaan heeft. Hy heeft de verwarring des te grooter, maar ook daardoor te gelyk het gepleegd bedrog kenbaarder, gemaakt, door 'er nu en dan andere Syrische en Latynsche of Italiaansche naamen van maanden onder te mengen, alle naamen van zonnen-maanden, die hy met de maan-maanden verward heeft. Hy vond by Caruso maar zeven naamen van maanden, en schreef ze even verkeerd en gebrekkig, als Caruso gedaan had, 't geen van een Arabisch origineel niet te verwachten was. Nu vulde hy, omdat hy niet beter wist, dit getal aan met drie Syrische zonnen-maanden, de elfde ontleende hy van de Latynen of Italiaanen, en voor de twaalfde nam hy uit Caruso, uit onweetendheid, den naam aan van een van de zeven, die by dezen Geschiedschryver met een klein verschil, op tweederlei wyze, werd geschreven. Tot een nieuw bewys van bedrog strekt de overeenkomst van de verhaalen in den Codex diplomaticus met den Abulfeda van Caruso, en nog een ander Siciliaansch | |
[pagina 449]
| |
Historieschryver Inveges, terwyl ze integendeel van den echten Arabischen Abulfeda, en alle andere ontwyfelbaare Arabische Geschiedschryvers, geheel en al afwyken, en daartegen stryden: waaruit men mag besluiten, dat van dit geheele samenweefsel uit laatere Siciliaansche Schryvers niets in 't Arabisch voorhanden geweest is. Vella heeft alleen de voorgewende overzetting laaten drukken. Van den Arabischen text heeft hy niets gemeen gemaakt, behalven eene Voorrede, waaruit men echter genoeg zien kan, dat het een verdicht werk isGa naar voetnoot(*). De spelling krielt van de lompste fouten, die den opsteller allerduidelykst verraaden, als iemand, die 't Arabisch alleen van 't hooren heeft aangeleerd, en niet in staat is, om het behoorlyk te schryven. Men bemerkt ook weldra, dat het geen zuiver, maar verbasterd Arabisch is, zoo als men gewoon is op Malta te spreeken. De meest bekende woorden en spreekwyzen zyn kwalyk geschreven, en in de woordenschikking komt het origineel met de Latynsche of Italiaansche overzetting, niet alleen woord voor woord, maar ook in de geheele orde en samenvoeging overeen, 't geen met den aart der Arabische taal ten eenemaal strydt. Nu en dan heeft de opsteller vergeeten, dat dit werk het geheele voorkomen van een Muhammedaansch stuk moest behouden. Hy heeft zich zoo min naar de zeden en gewoonten, als naar den Godsdienst der Arabieren, uit wier midden hy dit geschryf deed te voorschyn komen, weeten te schikken. Hy laat de opstellers van de voorgewende brieven, die men voorgaf, dat tusschen Arabische Stadhouders en hunne hooge zenders zouden gewisseld zyn, in verbasterd Arabisch, woorden noemen en zaaken uitspreeken, welke Schryvers uit de negende en tiende eeuw niet hebben kunnen denken. De ingelaschte Pauslyke brieven, waarvan de volledigste versamelingen van oude gedenkstukken, die 't Roomsche Hof betreffen, niets hebben, en die buiten dat om verscheidene redenen geheel verdacht zyn, vertoonen desgelyks aan alle kanten een schryfstyl van veel laatere tyden. De bygevoegde penningen draa- | |
[pagina 450]
| |
gen eveneens de duidelykste merkteekenen van valschheid en bedrog. In den Noormanschen Codex had de uitgeever wel verscheidene misslagen, die hem in den Codex van St. Martino aangewezen waren, getracht te verbeteren; maar de Heer Hager deed duidelyk bemerken, hoe veel 'er nog van die natuur, zoo ten aanzien der orthographie, als der verhandelde zaaken, en geheele schryfwyze, was overgebleven, en bood zich aan, om deswegens ook een uitvoeriger verslag te geeven, 't geen hy desgelyks, wanneer het begeerd werd, op zich nam, om de onechtheid van den zoo hoog geroemden Arabischen Livius te bewyzen. Het voornaame hoofddoel van het gepleegd bedrog schynt geweest te zyn, om eenige Siciliaansche familien, in de handhaving van eenige aangematigde rechten, door aanwyzing van derzelver oorsprong en gegrondheid, van dienst te weezen. Vella, die in bekrompene omstandigheden was, meende zich daardoor merkelyk te bevoordeelen. Hy bekwam 'er ook werkelyk een Professoraat door in de Arabische taal te Palermo, en werd vervolgends met de Abidy van St. Pankrazio, en een jaarlyks pensioen van den Koning, begunstigd, en alom geroemd. Maar dit is hem duur te staan gekomen. In rechten vervolgd over het ontdekt bedrog, en, na voorafgaande bekentenis, in 1796 gevonnisd, is hy niet alleen van zyne eereposten geheel ontzet, maar ook verwezen, om 15 jaaren opgesloten te worden, met confiscatie van goederen. Men ziet het omstandig en naauwkeurig bericht van deze gantsche zaak en derzelver behandeling, 't geen de regeering van Napels zou laaten drukken, nog met verlangen te gemoet. Deze en geene stukken zien reeds afzonderlyk het licht. Het rapport van den Heer Hager aan den Koning van Napels, over het aan hem opgedraagen onderzoek der betwiste oirkonden, geteekend 9 Febr. 1795, - het relaas over het proces van Vella aan den Aartsbisschop van Aleppo, een geboren Arabier, wien de overziening van 't gestreken vonnis, op koninglyken last, was opgedraagen, en het advies van den Aartsbisschop daarover, geteekend 1 Sept. 1796, komen vooral in aanmerking. | |
[pagina 451]
| |
Dit nader onderzoek is ook niet gunstig uitgevallen. De Aartsbisschop heeft het gegeeven getuigenis van openbaar bedrog, zoo ten aanzien van den zoogenaamden Noormanschen Codex, als van den Codex van St. Martino, ten vollen bevestigd, en de geheele onechtheid van alle in 't licht gegeeven stukken buiten alle bedenking gesteld. Het gestreken vonnis van het opperste geestelyke gericht is deswegens bekrachtigd, en ook vervolgends geen verandering hoe ook genaamd, by hoogere gerichtshoven, door appel en revisie, daarin gekomen. Het is dan ten vollen gebleken, dat de Codex van St. Martino werkelyk in zuiver Arabisch cierlyk geschreven, maar door streeken en puncten van een laatere hand onleesbaar gemaakt is, om een verdichte geschiedenis van Sicilie als een overzetting van dit werk te doen voorkomen, waarvan echter niets hoegenaamd in het voorgewend origineel wordt gevonden. Zoo veel men hier en daar, uit verscheidene nog leesbaare woorden en perioden, kan opmaaken, behelst het Arabisch afschrift eene versameling van verscheidene Muhammedaansche schriften, die over de geboorte van hunnen Profeet Muhammed, over de geschiedenis van zyne voorouders en nakomelingen, over zyne slavinnen, zyne briefwisseling, reizen, voorzeggingen, bedryven en dood, en veele byzonderheden, die den Muhammedaanschen Godsdienst betreffen, handelen. Omtrent den anderen zoogenaamden Noormanschen Codex, die in 't Arabisch en Italiaansch gedrukt is, heeft men bevonden, dat het Italiaansch opstel origineel, en daaruit eene overzetting in verbasterd Arabisch vervaardigd is, waarin het getal der misslagen dat der woorden overtreft, en de onkunde van den bedrieger allerwege aan den dag legt. Men heeft zich by deze gelegenheid nog twee voorbeelden van dergelyk letterkundig bedrog erinnerd. In 1600 kwam te Grenada de geschiedenis van den inval der Saracenen in Spanje, in de Castilische spraak, uit een Arabisch afschrift, zoo als men voorgaf, vertaald, in 't licht; een verdicht werk van den Koninglyken tolk Don Miguel de Luna. Het bedrog bleef lang verborgen, en 'er kwamen, in 70 jaaren, zes Spaansche overzettingen, en zelfs, in 1660, eene Italiaansche, te voorschyn. - Het andere voorbeeld is niet zoo lang geleden. Men gaf ook te Grenada, in 1774, een aantal, | |
[pagina 452]
| |
in metaal, lood en steen, ingegraveerde opschriften in 't licht, die men zeide, dat op het Slot Alcazaba opgedelfd waren. Het bedrog is eerst ontdekt door F.P. Bayer, in eene Verhandeling de confictis Granatensium monumentis, ingevoegd in de nieuwe uitgave van de Bibliotheca vet. Hispan. Madrid 1788. |
|