Dit Gebouw naderende, werden wy, op 't onverwagtst, getroffen door een welzamenstemmend gezang. Wy luisterden met alle aandagt, en vonden 'er smaak in; 't was voor ons zo bekoorend als onvermoed. 't Scheen een Godsdienstig Lied, aangeheven door eene menigte van stemmen, meerendeels aangenaam en wel in den toon. Deftig en eenvoudig was het, niet, gelyk ons Kerk-gezang, afgebrooken door verpoozingen by het einde van elken regel; maar het ging onafgebrooken voort, alleen veranderd door zagte ryzingen en daalingen; het piano en het forte werd geregeld in agt genomen.
Wy naderden het gebouw, en bemerkende dat wy geen stoorenis aan de Vergadering gaven, traden wy binnen. Het tooneel, 't welk zich aan ons oog opdeedt, was en treffend en behaaglyk. Een aantal menschen, die van verre moesten gekomen weezen, net gekleed, de zedigheid zelve in het voorkomen, was hier zamenvergaderd in een schuur op een kaalen berg, om een Lofpsalm van dankzegging aan te heffen, een Gebed in eenvoudigheid des harten uit te storten, en den Maaker aller dingen ‘in geest en waarheid te dienen.’ - De Leeraar was een oud man, van een eerwaardig voorkomen, ongemaakt in zyne verrigtingen, vuurig in het uitstorten zyner Dankzeggingen en Gebeden, allerernstigst en nadruklykst in zyne vermaaningen. - Zulk een tafereel leverde ons deeze onverwagt bezogte hut op. Noch myn Reisgenoot, noch ik konden ongevoelig blyven voor den invloed van dit alles. De Godlyke zamenstemming des Gezangs drong door tot in onze harten; en schoon wy de taal, in welke de Gebeden en Dankzeggingen werden uitgeboezemd, niet verstonden, hieven wy onze gedagten ten hemel, met eene Godsdienstigheid des gemoeds, welke wy vertrouwen dat aangenaam en welgevallig was voor dat Weezen, 't welk elke gemoedsbeweeging, haakende na zyne gunst, gadeslaat. Zo dat wy, schoon verstooken van op onze wyze den openbaaren Godsdienst te handhaaven, ten dien stonde zulks deeden met eene meer dan gewoone deelneeming.
De Godsdienstoefening geeindigd zynde, deeden wy eenig onderzoek na de Plaats, den Leeraar, en den Godsdienst-aanhang, tot welken hy behoorde. Onze nieuwsgierigheid werd ten vollen voldaan door eene Vrouw, die in een klein hutje woonde, aan 't einde deezer Vergaderplaats, zeer goed Engelsch sprak, en tot een voorbeeld