om ik hem een krampstillend en rustverwekkend wormmiddel voorschreef, waarvan hy eenige keeren iets nuttigde, op aanstaan van zyne Zuster, die nog al den meesten invloed op hem had.
Eerlang bedaarde het toeval ten vollen, zo dat men het onnoodig oordeelde, hem langer in den armstoel vast te houden. Hy was nu zeer afgemat, en men wilde hem te bedde brengen. Doch naauwlyks stond de Lyder op zyne voeten, of hy wierd wederom woedend. Men wierp hem echter in het bed, en gaf hem weder iets in van zyn Geneesmiddel; waarop hy straks stil wierd, verstandig sprak, en, geduurende den geheelen nacht, zeer gerust sliep.
Ten volgenden dage wederom willende opstaan, had hy naauwlyks zyne voeten op den grond gezet, of hy wierd wederom woedend, zo dat men hem op nieuw moest vasthouden. Op dit tydstip kwam ik hem bezoeken, en daar hy thans niet op my vertoornd was, vond ik eene bekwaame gelegenheid, om de zaak nader te onderzoeken. Ras bespeurde ik, dat het toeval zich alleenlyk dan openbaarde, wanneer hy op zyne voeten stond, en vroeg hierom, of hy, zo veel men wist, ook een zyner voeten bezeerd had. In den beginne wist men my daar niets van te melden; doch een der huisgenooten herinnerde zich, dat hy geklaagd had over het nypen van een paar nieuwe schoenen, die hy voor eenige dagen gekreegen had. Straks verhaalde hier op een ander, dat hy, voor ongeveer vier jaaren, zich aan den eenen voet gekwetst had, door in een stuk glas te trappen; dat ook een strukje van dat glas in de wonde was ingedrongen geweest, doch dat by het 'er zelve had uitgehaald, en dan die wonde daarop ras was geneezen.
Thans kwam ik op het denkbeeld, dat mogelyk een stukje glas in den voet was blyven zitten, en dat hetzelve, door het nypen der schoen van plaats veranderd, eenige zenuwen prikkelde, en daar door dit toeval veroorzaakte. Ik gaf dit denkbeeld aan de omstanders te kennen; doch (gelyk men niet wel anders kon verwagten van lieden, onkundig in de dierlyke huishouding, en die dus geen denkbeeld hadden van den gewigtigen invloed van beledigde zenuwen op het denkend vermogen) allen vonden zy zulks ten hoogsten ongerymd. Ik bleef echter op myn stuk staan, en eischte den voet te zien, gelyk geschiedde. Ras bespeurde ik, by den wortel van den