Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799
(1799)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 195]
| |
Eenige byzonderheden, den dood van Alexander Pope, Esq. betreffende; met aanmerkingen over diens character als letterkundigen.(Uit diens Life prefixed to the new Edition of his Works, by Dr. warton.)
Omtrent den Jaare MDCCXLIV begon Mr. pope's gezondheid en kragt zigtbaar af te neemen. Behalven de hoofdpyn, zyne gewoone kwaal, en geweldige rheumatike pynen, was hy, zints vyf jaaren, aangetast door eene engborstigheid, welke men veronderstelde veroorzaakt te zyn door borstwaterzugt; de kunde van de bekwaamste Geneesheeren, die allen vlyt te zyner herstellinge aanwendden, kon hem daar van niet verlossen. - In Bloeimaand des gemelden Jaars nam zyne ongesteldheid zigtbaar toe, en zyne kragten verminderden. Veelvuldige vlaagen van ylhoofdigheid overvielen hem. Op zekeren dag vroeg hy dodsley, (die het my met traanen in de oogen verhaald heeft,) by des kranken bedsponde zittende: ‘Welk een grooten arm zie ik daar uit den wand steeken?’ - Op eenen anderen dag, uit een dier zinsverbysteringen komende: ‘Ik ben zo zeer verzekerd van de Onsterflykheid der Ziele, dat ik dezelve in my schyn te gevoelen, als 't ware by inzigt.’ - Mejuffrouw martha blountGa naar voetnoot(*) liet pope, in diens laatste Ziekte, onopgepast, en, op zekeren | |
[pagina 196]
| |
dag ten diens huize komende, vroeg zy den zeer vriendlyken Lord marchmont, die den kranken steeds met alle de verkleefdheid van een waar Vriend oppaste, ‘Hoe, is hy nog niet dood?’ - Veel verschilde hier van het gedrag van bolingbroke, die, naar het verhaal van spence aan my gedaan, ter gelegenheid van een zyner laatste bezoeken by pope afgelegd, agter diens stoel staande, en ernstig op hem nederziende, verscheide keeren, met tusschen beiden komende zugten, zeide: ‘ô Groote god, wat is de Mensch! Ik kende nimmer iemand, die een zo teergevoelig hart bezat voor zyne byzondere Vrienden, of een warmer toegenegenheid voor geheel het menschdom!’ Het was Mr. hooke, een bygeloovig Papist en Quietist, een Vriend van ramsay, en Leerling van fenelon, die pope overhaalde om zich van een Priester in zyn uiterste te laaten bystaan, ten einde hy mogt sterven gelyk zyn Vader en Moeder gestorven warenGa naar voetnoot(*); een voorstel van veel gewigts by een Man, die zynen Ouderen altoos de hartlykste genegenheid hadt toegedraagen. En zo groot was de ernst zyner Godsdienstigheid, dat hy, naar het verhaal van cheselden, den Chirurgyn, die 'er by tegenwoordig was, aan Dr. hoadley gedaan, al zyne kragten inspande om uit het bedde te komen, ten einde hy, op de vloer knielende, het laatste Sacrament mogt ontvangen. - Weinige uuren naa dat de Priester vertrokken was, kwam bolingbroke van Battersea over, en betoonde de uiterste verontwaardiging over dit bedryf. 's Avonds op den dertigsten van Bloeimaand des Jaars MDCCXLIV hadt pope het geluk van met de grootste bedaardheid van geest, in het zes-en-vyftigste Jaar zyns leevens, te sterven. Pope werd te Twickenham by zyn Vader en Moeder begraaven. De Bisschop van Gloucester richtte, te zyner gedagtenisse, een Gedenkteken op, met het volgende Opschrift. | |
[pagina 197]
| |
ALEXANDRO POPE, A.R.M.
Poeta loquitur.
For one, who would not be buried in Westminster-abbey; Heroes and Kings, your distance keep,
In peace let one poor Poet sleep;
Who never flattered folks like you,
Let Virgil blush, and Horace too!Ga naar voetnoot(*)
De dood van pope, hoe zeer men zulks zou hebben mogen verwagten, werd met geen Lykzangen betreurd door eenen zyner gelyktydige Dichteren, tot dat mason vergoeding deedt door zyn Musaeus. Wanneer men de zwakheid, de wanvormigheid en kromte, zyns Lichaams in aanmerking neemt, is het te verwonderen, dat hy zo lang leefde. Hy was van achteren en van vooren gebocheld, en hy vergeleek zich zelven, in zyn geestig verslag van het gezelschap der kleine Mannen, by een Spinnekop. Hy was zo zwak en teder, dat hy, zonder hulp, zich niet kon aan- of uitkleeden, en zo vatbaar voor koude, dat hy niet alleen in bont en flanel als gebakerd was, maar ook een lyfrok droeg, van styf doek gemaakt, en styf om 't lyf toegehaald. Men hebbe zich in geenen deele te verwonderen, dat pope veel hadt van de ligtgeraaktheid en ongemaklykheid, welke doorgaans lieden van eene zwakke en ongezonde gesteltenisse vergezellen. | |
[pagina 198]
| |
In de tusschentyden, dat geen ziekte of hoofdpyn hem kwelden, welke laatste kwaal hem byzonder eigen was, vierde hy zyn smaak te veel bot, en was al te zeer gesteld op eene groote verscheidenheid van sterk toegemaakte spyzen, die de smaakdeelen gevoelig prikkelden; en nam hy, als zyn maag daar mede overlaaden was, de toevlugt tot sterke dranken. Pope was in zyne gesprekken niet zeer schitterend of aangenaam; men verhaalt geene trekken van zyn vernuft, of geestige slagen, in de verkeering. Nimmer zag men hem hartlyk lachen. Het is niet aangenaam te hooren, dat hy, in de gewoone leevenswyze, smaak vondt in kleine kunstjes en loopjes, om zich wat hy behoefde te verschaffen, zonder het openlyk te zeggen. ‘Zo dat hy,’ gelyk Lady bolingbroke het uitdrukte, ‘den Politiek speelde ten aanziene van Kool en Wortelen.’ Maar, welke ook de onvolmaaktheden van onzen grooten Dichter mogten weezen ten aanziene van zyne gestalte en geaartheid, hadden nogthans de kragt, sterkte en werkzaamheid van zynen geest bykans geen wedergade. Zyn geheele leeven, en ieder uur van 't zelve, was, in ziekte en gezondheid, geheel en al, met onaflaatenden vlyt, geheiligd aan die ééne kunst, waar in hy zich bepaald hadt uit te munten. Veele andere Poëeten zyn onvermydelyk verpligt geweest zich met bezigheden op te houden, in het waarneemen eens beroeps, in Krygs- of Staatszaaken, en daar door afgewend van het opvolgen hunner geliefde neiging. Van pope kan met waarheid, en van hem alleen, gezegd worden, Versus amat, hoc studet unum. Alle zyne gedagten, al zyn tyd, alle zyne bekwaamheden, besteedde hy aan zyne Werken alleen - van welke Werken, indien wy dezelve onbevooroordeeld en naauwkeurig in opmerking neemen, wy zullen bevinden, dat derzelver grootste gedeelte, want hy ondernam niets in 't Helden of Tooneeldicht, tot het Leerdicht, het Zededicht en het Hekeldicht behoort, en gevolglyk niet tot het (mag ik my zo uitdrukken) dichterlykst soort van dichtstukken. Niets is 'er van zyne hand in zo verheeven styl als de Bard van gray. Dit is eene daadzaak, geen stuk 't welk van redeneering afhangt; en dient om aan te wyzen wat pope met de daad gedaan heeft, niet wat hy in staat zou geweest zyn om te doen, indien hy al zyn Dichtvermogen hadt ingespannen. | |
[pagina 199]
| |
Niemand kan met mogelykheid denken, of vermoeden, dat het den Schryver van de Geroofde Hairlok, en de Eloisa, aan verbeeldingskragt mangelde, of dat hem aandoenlykheid, of het vermogen om hartroerend te schryven, ontbrak. Maar zeker stelde hy zyne vermogens van dien aart niet zo dikwyls te werk, of gaf 'er zo veelvuldige proeven van, als hy opleverde van gezond verstand en wikkend oordeel. - Zyn smaak deedt hem neigen om Fransche voorbeelden te bewonderen; hy lag zich toe om boileau grondig te verstaan, en vormde zich naar diens voorbeeld, even gelyk milton gedaan hadt naar de Grieksche en Italiaansche Zoonen der Verbeelding. Hy zette zich om hedendaagsche Zeden te schetzen; maar die Zeden hebben, om dat ze gemeenzaam, eenpaarig, gekunsteld en beschaafd zyn, in derzelver aart iets 't welk dezelve ongeschikt maakt om den Dichter eene hooge vlugt te doen neemen. Allengskens werd pope een der naauwkeurigste, en zichzelven gelykste Dichters, die immer pen op 't papier zette; nogthans schreef hy met kragt en nadruk, en voltooide zyne Stukken met een geduld, zorgvuldigheid en aanhoudenheid, door geene bezigheid gestoord of afgebrooken; zo dat, indien hy den Leezer niet dikwyls vervoert, en in verrukking wegsleept, gelyk dryden, zal hy hem ook niet zo dikwyls als deeze stooten, door onverwagt opkomende ongelykheden en ongerymde onvoeglykheden. Pope zweeft nimmer boven, en kruipt nimmer beneden, zyn onderwerp. Hoe sterk eene Poëtische Geestdrift hy mogt bezitten, hy bedwong dezelve. Het leezen van pope's meeste Stukken doet onze ziel niet aan met zodanige beweegingen als wy gevoelen by het leezen van homerus en milton; zodanig dat geen mensch, van waaren dichterlyken smaak, die Schriften kan leezen, en zich zelven onder 't leezen meester blyven. - Te deezer oorzaake is pope een Dichter, geschikt ten algemeenen gebruike, en van algemeene nuttigheid; berekend voor Menschen van allerleien ouderdom en leevensstand. Voorzeker het is geen bekrompen, geen uit nyd of bedilzugt ontspruitende tytel, wanneer wy pope den Grooten Dichter der Rede noemen, of den Voornaamsten Zedeschryver in Verzen; zulk een Dichter, zulk een Schryver, was hy uit verkiezing, niet uit noodzaaklykheid. | |
[pagina 200]
| |
En deeze soort van schryven is, met dit alles, de zekerste weg tot uitgebreide en onmiddelyk volgende hoogagting. Het is meer berekend naar de algemeene vatbaarheid der Menschen, dan de hooge vlugt van verheevener Dichtwerken. Wy leeven in een redeneerende en ondichterlyke Eeuwe. De bosschen van Betoverde Landschappen zyn uitgerooid; de kasteelen der Tovergodessen liggen in puinhoopen; en het tovertuig van Prospero ligt veele vademen diep in den grond begraaven. De Telemachus werd in Frankryk zo algemeen niet geleezen en bewonderd, ter oorzaake van de Dichterlyke beelden, en keurige naavolgingen van homerus, daar in uitsteekende; maar om de steekelige zinspeelingen op het bedorven Hof van lodewyk den XIV, hier en daar in dat uitsteekend Werk verspreid. - Hy die Modedwaasheden beschryft, hy wiens aanmerkingen slaan op de gebeurtenissen van den dag, die nog leevende Persoonen en nieuwlings gebeurde zaaken ter schrysstoffe neemt, gelyk dryden deedt in zyn Absalom en Achitophel, vindt veele Leezers, wier verstand en driften hy voldoening verschaft; en die het staatkundige meer bevalt, dan zy zich door het dichterlyke getroffen voelen. De naam van chesterfield aan den eenen, en van walpole aan den anderen kant misten nooit een Dichtstuk aan den man te brengen, en 'er van te doen spreeken. 'Er valt niet aan te twyfelen, of de Lierdichten van horatius, die tot lof strekten, en diens Hekeldichten, op te Rome welbekende Characters gemunt, trokken meer Leezers, dan de AEneis, of de Landdichten, van virgilius. Kwaadaartig en ongevoelig moet die Beoordeelaar weezen, die zou durven staande houden, dat het pope aan vernuft en verbeeldingskragt mangelde; maar misschien kan men met volle waarheid zeggen, dat diens Dichters byzondere en characteriseerende uitmuntenheden bestonden in gezond verstand en bondig oordeel. Dit was ook het gevoelen van atterbury en bolingbroke, en uit veele van pope's eigene Brieven blykt, dat hy zelve 'er even zo over dagt. Beschouwen wy pope als Mensch, en gaan wy zyn zedelyk character na, wy zullen ontdekken dat zyne hoofddeugden geweest zyn Ouderliefde, en bestendigheid in Vriendschap; eene vuurige zugt voor de Vryheid | |
[pagina 201]
| |
en voor zyn Vaderland, en 't geen hy oordeelde het waar belang van 't zelve te weezen; eene manlyke versmaading van Hoofsche vleijers en slaaven; eene spaarzaamheid en huishoudelykheid in zyne verteering, terwyl teffens zyne byzondere weldaadigheden veele en groot waren; hier van gaf my dodsley, dien hy met zyne vriendschap vereerde, en in zyne weldaadigheid deelde, verscheidene voorbeelden aan de hand. Pope's jaarlyks inkomen beliep omtrent acht honderd Ponden Sterlings. Wat pope's Godsdienstige gevoelens betreft, schoon hy niet openlyk de Godsdienstbegrippen van zyne Ouderen wilde vaarwel zeggen, uit vreeze dat men hem onder de belangzoekende bekeerlingen zou rangschikken, bezat hy een te opgeklaard en te gezond verstand, om de groote ongerymdheden, en in 't oog loopende godloosheden, van het Roomsche Bygeloof niet te zien. Op zekeren tyd erkende hy by Dr. warburton, hoe hy overtuigd was, dat de Roomsche Kerk alle de merktekens hadt van die Antichristische Grootheid en Afval, in de Schriften des Nieuwen Verbonds zo sterk afgeschilderd, en zo duidelyk voorspeld. Een gevoelen, 't geen Dr. warburton zo zeer yverde vast te stellen, dat hy het houden van Leerredenen over dat onderwerp instelde, die jaarlyks in Lincoln's-inn Kapél zouden gedaan worden; met zyn Vriend, Dr. balguy, zich verzekerd houdende, ‘dat de Paapery niet beter is dan een verfynd soort van Heidendom; en dat, zo ver deeze zich uitstrekt, het Euangelie zyne waare kragt verlooren heeft, en de menschen gelaaten gelyk het die vondt; Veelgoden- en Afgoden-dienaars.’ - De naderende val der Kerke van Rome, bovenal in een nabuurig Ryk, voorspelde de Koning van Pruissen, in den Jaare 1777, op deezen trant: ‘De Paus en de Monniken zullen een einde neemen, dit staat vast; hun val zal het werk niet zyn der Rede; maar zy zullen verdwynen naar gelange de Geldmiddelen der groote Vorsten in verwarringe geraaken. Wanneer men in Frankryk alle middelen zal uitgeput hebben om aan Geld te komen, zal men de Abtdyen en Kloosters aantasten. Dit voorbeeld zal men elders volgen, en het getal der Geschoorenen op de Kruin zal nietsbeduidend worden.’ Pope was zyn leeven lang vast en onveranderlyk | |
[pagina 202]
| |
overtuigd van gods aanweezen, van de Godlyke Voorzienigheid, en de Onsterflykheid der Ziele; schoon hy misschien, wanneer hy onder den invloed van bolingbroke schreef, ongelukkig eenige kwaalyk gegronde twyfelingen opvatte, wegens de waarheid der Christlyke Bedeeling. |
|