| |
| |
| |
Geneezing eener zeer byzondere en gevaarlyke hik.
Door Dr. Hansa, te Toplitz.
Eene jonge gezonde Vrouw, oud drie en twintig jaaren, wierd onlangs overvallen door eene allergeweldigste Hik, zonder dat ik daar van in den beginne, op eenigerlei wyze, de oorzaak kon ontdekken. Hoe geweldig ook het toeval was, en hoe zeer ook alle de ingewanden der borst en des buiks daar door geschud wierden, scheen zy echter het gevaar van dit ongemak in het geheel niet te bezeffen: want, schoon het toeval, 't geen in den avondstond begonnen was, geduurende den nacht, met het grootst geweld, aanhield, wierd ik eerst in den morgenstond verzocht, om haar te bezoeken. Haar huis naderende, zag ik, tot myne verwondering, alle voorbygangers stilstaan, om na het byzonder geluid, 't welk de Lyderesse uitgaf, te hooren: dan met nog meer verbaasdheid zag ik, de kamer binnentreedende, het geweld deezes toevals, 't welk nu reeds tien uuren aaneen, zonder tusschenpoozing, met eene ontzettende hevigheid, had aangehouden.
Dit toeval is anderzins iets, dat dagelyks voorkomt, zo by kinderen, als by volwassenen. Te koud drinken, eene verhaaste doorslikking, veroorzaakt zulks veelmaalen, zonder eenig kwaad gevolg. In den laatsten trap van veele doodelyke sleepende ziekten; in ontsteekingen van Maag, Darmen, en andere nabuurige deelen; na uitputtende ontlastingen; by de Sprouw, enz. ziet men dit toeval zeer dikwyls, en het is deels een bezwaarend, deels een gevaarlyk, onheil. Doch de Hik, over welke wy hier spreeken, was van een geheel ongewoonen aart: want eensdeels onderscheidde zy zich door haare ongewoone hevigheid, die alle oogenblikken eene doodelyke inwendige bloedstorting, of iets dergelyks, dreigde; en anderdeels onderscheidde zich dit toeval hier door, dat het voorkwam by eene gezonde en sterke Vrouw, die aan geenerleye zenuwtoevallen onderhevig was, en by welke geene de geringste kennelyke voorafgaande oorzaak was te ontdekken.
Allen mogelyk gebruik maakte ik van de kortstondige oogenblikken, geduurende welke zy van haare kwaal bevryd was, om de mogelyke oorzaaken van dit toeval uit
| |
| |
te vorschen. Ten naauwsten onderrichtte ik my aangaande alles, wat op den voorigen dag tot haarent was voorgevallen, om te ontdekken, of 'er ook een hevige schrik, of andere geweldige gemoedsaandoening, had plaats gehad; of zy ook eenig schadelyk voedzel gebruikt had; of haare maandzuiveringen geregeld waren, enz. doch met al myne moeite kon ik toen niets byzonders ontwaar worden; te meer, daar de tong zuiver, de smaak natuurlyk, en het lichaam niet verstopt was. Dus in de onmogelykheid zynde, om tot hiertoe eene op de oorzaak der kwaale passende Aanwyzing te maaken, was het echter myn plicht, zo veel mogelyk, voor de gevolgen van dit tegennatuurlyk geweld, in een sterk en volbloedig lichaam, te zorgen. Om derhalven geweldige bloedstortingen, of ontsteekingen, voor te komen, wierd eene Aderlaating van twaalf oncen bloeds gedaan. Daar enboven wierden, van uur tot uur, zagt purgeerende en weekmaakende Klysteeren gezet, uit bitter Zout, Species emoll. Elect. lenit., enz. Tot een gewoonen drank, wierd eene Emulsie in gereedheid gebragt, met Salpeter, Arabische Gom en wat Maankopstroop; om van tyd tot tyd laauwwarm te gebruiken. In den omtrek der maag wierd eene pynstillende en krampweerende Zalf ingewreeven, en daar over een Pleister uit Theriakel gelegd. Alle deeze middelen beloofden verligting; en het toeval, nadat het, geduurende zestien uuren, menige doodelyke uitwerking had gedreigd, hield ook op: zo dat de Zieke thans over niets klaagde, dan over eene geweldige afmatting aller ledemaaten.
Geduurende deeze verpoozing, in welke ik haar maar eenmaal bezogt, verkreeg haar polsslag, die merkelyk versneld was geweest, zyne natuurlyke langzaamheid weder. Zy klaagde over geenerleye smert, en, tot myne verwondering, liet deeze ontzettende schudding der ingewanden geenerleye nadeelige gevolgen over. Daar ik thans beter met de Zieke spreeken kon, vernieuwde ik myne navorschingen, om achter de waare oorzaak des ongevals te komen; doch alle myne vraagen wierden onvoldoende beantwoord, en ik moest dus aanhouden met in het donker om te dwaalen. Daar intusschen de Lyderesse zeer gerust en wel te vreden in het bed lag, en ik gaarne het wederkeeren des Kramps, welke ik thans voor de eenige oorzaak van het ongemak hield, wilde verhoeden, schreef ik haar een krampstillend Geneesmid- | |
| |
del voor, uit Aq. Menth. Tinct. Succin. Opium, enz. terwyl ik haar ook van tyd tot tyd eenige droppels Naphtha Vitriol. op zuiker liet doorslikken. - Thans ging ik naar huis, beval haar stilte, en hoopte op een goede uitkomst, hoewel niet zonder vreeze voor een vernieuwden aanval.
De vernieuwing des onheils, voor welke ik vreesde, openbaarde zich ook waarlyk, na verloop van acht uuren. De Hik keerde weder, met het grootst geweld; aanhoudend wierd zy daar door in het bed her- en derwaards geworpen, en haar leven was in het uiterste gevaar. Zulke dringende omstandigheden, na welker waaren oorsprong men naauwlyks eenige gissing kon maaken, beangstigden my niet weinig. Thans liet ik drooge Koppen in den omtrek der Maag zetten; dewyl dit middel, hoe eenvoudig in zynen aart, meermaalen van het grootste nut geweest is, in het stillen van krampagtige beweegingen: doch deeze deeden ook niets. Terwyl ik buiten het vertrek der Zieke was, riep my een daar tegenwoordig Geestelyke aan een zyde, en zeide my, dat de Zieke hem geopenbaard had, dat zy, twee dagen geleden, eene groote ergernis had ondergaan, welke zy zorgvuldig had bedekt gehouden. Dit gaf my meer licht, dan al het voorige, en ik besloot thans, dat 'er eene geweldige uitstorting van Galle plaats had, die, door de geledene ergernis bedorven, alle deeze toevallen, door haare prikkeling, veroorzaakte. Hier door bekwam ik eene genoegzaame Aanwyzing, aangaande 't geen my hier te doen stond. Een Braakmiddel wierd hier gevorderd. Ik hield het wel voor eene veel gewaagde zaak, om in een zo geweldig geprikkelden toestand der zenuwen zodanig een middel toe te dienen; doch daarentegen oordeelde ik de Geneezing, zonder zodanig een middel, onmogelyk. Ik waagde het, derhalven, haar een poeder uit twintig greinen Ipecacuanha en een half grein Braakwynsteen voor te schryven, met bevel, om, geduurende de werking van het middel, veel laauw vocht te gebruiken. Ras geraakte de Lyderesse aan het braaken, en ontlastte een grooten voorraad van bedorven en met allerleye kleuren geverfde Galle, geduurende welke ontlasting de Hikslag als weggetoverd wierd. Het geen ter waarschuwing kan dienen, dat eene opgehoopte scherpe galstoffe, zonder dat 'er eenig teken, om haar te onderkennen, voorhanden is,
zonder een galachtigen smaak, en met eene vol- | |
| |
komen zuivere tong, echter aanweezig kan zyn, en dat die ook dan nog in staat is, om de geweldigste toevallen te veroorzaaken. Thans had ik een vasten leiddraad bekomen, die my zeker tot het bedoelde einde kon voeren. Na eenige ruime stoelgangen, die eerlang volgden, en die ik nog meerder met klysteeren bevorderde, viel de Lyderesse in een zachten slaap, en wierd daar door niet weinig verkwikt. Nadat zy, geduurende eenige uuren, gerust had, verlangde zy iets te gebruiken, ten welken einde zy, volgens myn raad, eenige kopjes gerstenwater met citroenzap dronk.
Tegen den avond myne Lyderesse wederom bezoekende, in hoope van haar zodanig weder te vinden als ik ze verlaaten had, vond ik my niet weinig bedroogen, dewyl ik, tot myne smerte, moest ondervinden, dat het oude Treurspel zich wederom vernieuwd had. Ondertusschen was het zeer waarschynlyk, dat 'er zich nog veel uitgestorte Galle in den onderbuik zou bevinden, die een zagt purgeerend middel, tot haare volkomene uitdryving, vorderde. Hierom liet ik haar, by tusschenpoozing, een drankje gebruiken uit Manna, Tamarinden en Wynsteenroom. Ook liet ik, van wegen de twyfelachtige vooruitzichten, Dr. ambrosi in Consult roepen. Deeze Geneesheer sloeg kleine giften van Ipecacuanha voor, welke ook aanstonds uit de Apotheek wierden gehaald. Dan, terwyl wy bezig waren met consulteeren en voorschryven, bekwam de Lyderesse, die al voorthikte, eenige ruime ontlastingen, door de werking van het purgeerdrankje veroorzaakt. Thans was het tien uuren des avonds; ik verliet de Patiente, en vond haar by myne terugkomst 's morgens zeer gerust, en van al haar ongemak bevryd. Zy berichtte my, dat zy, na myn vertrek, nog verscheiden afgangen had gehad, en dat intusschen de Hik was opgehouden. Ook keerde dit geweldig en den dood dreigend toeval, het welk nu ruim veertig uuren aaneen geduurd had, niet weder.
Om intusschen behoorlyk te zorgen, dat 'er geene kwaade toevallen, het zy van den voorigen of van een anderen aart, mogten veroorzaakt worden, door eenig overblyfzel der voorige bedorvene Galstoffen, schreef ik nog eenige poeders voor, van Rhabarber en Cremor Tartari, om daar van dagelyks twee te neemen; waar mede de Geneezing wierd voltrokken.
Eene Waarneeming van deezen aart bewyst meer, dan
| |
| |
alle de nietsbetekenende beschouwende bewyzen, tegen het bestaan van Ziekten, die hun oorsprong neemen uit verzamelingen van onreinigheden in de eerste wegen. En die halfgeleerden, welke zich thans zo veele vergeefsche moeite geeven, om dergelyke stellingen te betoogen, verdienen waarlyk medelyden.
|
|