naar het huis van een beruchten Waarzegger en Duivelbanner in de nabuurschap. Deeze schelm ging oogenbliklyk naar de hoeve van den Landman, en verzekerde, na dat hy eenig geld ontvangen had, dat de Os en de Kinderen betoverd waren door eene ryke Dame in de nabuurschap, welke hy noemde. De Boer, niet twyffelende aan de waarheid van dit voorgeeven, beraadslaagde met zyne even bygeloovige en onkundige arbeiders wat hier in te doen. Na eenig overleg vonden zy eene list uit, om de Dame naar de boeren-wooning te lokken, die, van niets bewust, straks derwaards ging. Doch zy was naauwlyks binnengetreeden, of de boeren pakten haar aan, en bonden haar handen en voeten, waar na zy haar het schriklyk misdryf verweeten, en haar den dood dreigden, zo zy niet aanstonds de lydende voorwerpen van hunne kwaalen genas.
Hoe akelig ook de toestand van deeze Dame was, redde zy zich echter uit denzelven, met veel beleid. Zy veinsde te bekennen, dat zy waarlyk schuldig was aan de voorgewende tovery, en beloofde dat zy de geneezing zou volbrengen, door middel van eenige kragtige kruiden, die zy zeer geheim, in een cabinet, alwaar niemand dan zy zelve ze vinden kon, bewaarde. Zy wist haar voorgeeven verder met zo veele waarschynlykheden te bekleeden, dat de kinkels haar eindelyk los en naar huis lieten gaan, om de voorgewende middelen te gaan haalen. Dan, in plaats van met haare geneesmiddelen weder te keeren, gaf zy kennis van 't geval aan de naaste Rechtbank; met dit gevolg, dat de uitvoerders deezer schanddaad by den kop gevat, en in rechten vervolgd wierden.