digen viel; ja alleen verdeedigd kon worden door de naasten in rang en aanzien in het Spel, alles by opklimming.
Het Spel werd eerst, als eene uitspanning, verspreid onder eenigen der Aanzienlyksten des Lands; en kwam, door den grooten naam, dien sissa zich verworven hadt, welhaast algemeen in zwang. De Vorst hoorde van dit Spel, en wilde dat de Uitvinder van 't zelve zyn Leermeester daar in zou weezen. De verstandige Bramin bereikte dus verre zyn oogmerk, en nam, in den loop zyner onderwyzingen, alle voegelyke en zich zelve aanbiedende gelegenheden waar, om aan te toonen hoe zeer de veiligheid des Konings van de andere Stukken afhing. Hy mengde 'er andere nutte waarheden onder, van tyd tot tyd met verwisseling; doch alle nederkomende op het groote doel. De Vorst bezat van natuure een zeer gezond verstand, zyn hart was vatbaar voor deugdzaame gevoelens. Met versmaading van de Grondbeginzelen zyner Hovelingen, bevlytigde hy zich op de Zede- en Regeeringsleer, welke het Schaakspel hem met zo veel nadruks voor den geest bragt. Zyn gedrag geheel hervormende, werd hy een Vader zyns Volks, en 't zelve onder zyne Regeering gelukkig.
De Vorst, verlangende den Bramin eene belooning te schenken voor het groote goed, 't welk hy ontleend hadt uit dit wysheid leerend Spel, verzogt hem te vraagen wat hy oordeelde te moeten ontvangen. - De Bramin vroeg alleen eene Gift van Koorn; de hoeveelheid daar van zou geregeld en bepaald worden door het getal der Vakken of Ruiten van het Schaakbord. Eén Graankori zou men op de eerste Ruit liggen, twee op de tweede, vier op de derde, en zo voort, al verdubbelende, tot de vier-en-zestigste Ruit. - De schynbaare gemaatigdheid van deezen eisch verbaasde den Koning; en, zonder zich des eenigermaate te bedenken, stondt hy denzelven ten vollen toe. Maar toen zyne Schattingmeesters het beloop dier Gifte berekend hadden, bevonden zy dat 's Konings inkomsten niet zouden kunnen toereiken om dit Geschenk te geeven; want het Koorn van 16,384 Steden, ieder 1024 Koornzolders hebbende, en elke Koornzolder van 173,762 Maaten, en ieder Maat bestaande uit 32,768 Graankoris, kon alleen aan den eisch voldoen.
De Bramin nam deeze gelegenheid waar, om den Monarch aan te wyzen, hoe noodzaaklyk het was, inzonderheid voor Koningen, om op hunne hoede te weezen tegen de kunstenaaryen der geenen die hun omringen - hoe veel zy verschuldigd waren aan hunne Onderdaanen, en hoe omzigtig zy behoorden te weezen om niet onberaaden hun goed weg te smyten.