| |
Tafereel der veranderingen in Europa, na het jaar 1789.
‘Wanneer de Franschen, die het Republikeinsch stelzel zyn toegedaan, met ophef spreeken over de magt, tot welke hun Vaderland, na de Omwenteling, geklommen is, zou men hun kunnen verdagt houden van eenzydigheid. Doch wil men weeten, hoedanig men, in de afgelegene deelen van Duitschland, hier over denkt? men zal zulks kunnen gewaar worden uit het volgend Stuk, uit een Hoogduitsch Maandwerk overgenomen, 't geen ten titel voert: Dagelyksch Tafereel van den Staatkundigen toestand des Aardkloots.’
Wanneer, door een geweldige schok des Aardkloots, de Alpische Gebergten, van Mont Blanc tot aan Istrie, verzonken; zo Groot Brittannie door den Oceaan wierd verzwolgen; indien de bronnen van den Rhyn en van den Donau verdweenen of opdroogden; zo Spanje zich hereenigde aan Africa: - zodanig eene Natuurkundige Omwenteling zou niet verwonderenswaardiger, niet vruchtbaarder in gewigtige veranderingen, ten aanziene van den tegenwoordigen toestand van Europa, zyn, dan de Staatkundige Omwenteling, die wy zedert 1789 beleeven.
De Asiatische Colossus [hier door verstaat de Schryver Rusland] is genaderd tot aan den Weixel. Warschaw is de zetel geworden van een Pruissischen Stadhouder. Oostenryk is eene Zeemogenheid geworden, door het bemachtigen van Venetien. Het Stadhouderschap der Vereenigde Ge- | |
| |
westen, en zelfs hunne Utrechtsche Unie, is verdweenen. Aan de Po is een nieuw Gemeenebest opgestaan, 't geen reeds in zyne beginzelen een aanmerkelyken rang heeft onder de Mogenheden van Europa. Genua kent haare Patriciën niet meer. Savojen en Nice zyn onttrokken aan de magt van den Sardinischen Koning. De Nederlanden, Milaan en Mantua, gehoorzaamen niet meer aan den Keizer. Het Land over den linker Rhynoever is afgescheiden van Duitschland; terwyl een aantal andere omstandigheden zamenloopen, die eene omkeering, of ten minsten eene verbaazende verandering, van de oude Staatkundige gesteldheid des Duitschen Ryks voorspellen.
Alle deeze aanmerkelyke gedaanteverwisselingen van Europa, - gebeurtenissen, die, in andere tyden, niet dan geduurende den ongevoeligen afloop veeler eeuwen zouden zyn bewerkt, zyn het werk van eenige weinige jaaren. Doch welke is de oorzaak van zodanige verbaazende gebeurtenissen? - In het midden van Europa is een groot Land gelegen, 't geen wel het punt van vereeniging van alle beschaafde Volken schynt te zyn; 't welk het best voorzien is van inwendige magt; 't geen meer bronnen van voorspoed bezit, dan de overige; 't geen als door de Natuur geroepen schynt, om de eerste rol te speelen in de lotwisselingen des Aardkloots; 't welk bewoond wordt door dertig millioenen menschen, die, va baarder dan anderen voor allerlei geestdriften, den Aardkloot steeds deeden verbaasd staan door de snelheid hunner verrichtingen; terwyl zy ook steeds een zeker meesterschap over hunne Nabuuren gevoerd hebben, door hunne Zeden en hunne Schriften.
Dit Volk vergeet, in een oogenblik, dat het, eeuwen lang, zyn grootsten roem stelde in eene voorbeeldelooze getrouwheid aan zyne Koningen; het begeert, als met eene zoort van woede, het vryste Volk der Aarde te zyn. In dit oogenblik kent men het niet meer. Deeze zachtzinnige menschen, die men meende geheel verwyfd te zyn, ontwaaken, met eene veerkragt, eenen tegenstand, die geene paalen kent, eene verwonderenswaardige standvastigheid, grooter dan ooit Rome of Sparta betoonde. Maar wat toch is het, 't welk hun magtiger en gevaarlyker maakt, dan ooit eenig Volk geweest is? Het zyn hunne Staatkundige begrippen. Te vergeefsch is het, dat bykans alle Magten van Europa zich tegen
| |
| |
hen wapenen. Begrippen, zeggen hunne Wysgeeren, laaten zich niet vernietigen door Bajonetten. - Zo veele Vyanden, roepen hunne Burgers uit, zo veele Overwinningen voor ons. Zy hadden hunnen Koningen zo veel magt gelaaten als hunne Vryheid kon dulden; men wil ze dwingen, om derzelver oude almogenheid te herstellen, en dit heeft tot uitwerking, dat zy zich een Gemeenebest verklaaren.
Frankryk een Gemeenebest! Hoe glimlachte de ouderwetsche Staatkundige over zulk een wangedrocht. Dit scheen de vrucht van eenen droom, door eene raazende koorts geteeld. Dit geleek eene zeepbel, gereed om op het eerste oogenblik in de lucht te bersten. Zodanig een nieuw Gemeenebest paste voorzeker zo weinig by den toestand van het oud Europa, dat 'er noodwendig de vernietiging van het nieuw gewrocht, of eene geheele herschepping van Europa, uit moest volgen. Het ging 'er mede gelyk met alle groote werken van eene scheppende geestdrift. Toen klopstok zyne eerste Zangen der Messiade had afgewerkt, zeide men hem: Duitschland zal uwe taal niet verstaan. - Dat zy die leere! was zyn antwoord. Dus wilde ook het nieuw Gemeenebest, dat Europa voor het toekomende eene nieuwe Staatkunde zou leeren.
De worsteling was verschriklyk en moorddaadig, gelyk zy noodwendig zyn moest. Het was hier niet te doen om een status quo in Silezien of Beijeren, maar om eene oude of eene nieuwe Waereld. De geliefde vergelyking van ossian was hier voor de eerste keer meer dan eene dichterlyke verbeelding: hier had waarlyk een stryd plaats, als het ware, tusschen twee Genien. De Franschen streeden voor hunne begrippen: een geheel Volk streed tegen vyandelyke legers. De uitkomst was zodanig, als men natuurlyk moest verwagten. Noch eene wolk van aanvallende vyanden, die van alle kanten kwamen aanrukken; noch de onvolkomene krygskunde der Fransche Soldaaten; noch het verraad, door hunne Generaals gepleegd; noch de inwendige verdeeldheden, - vermogten iets tegen de geestdrift van een groot Volk. Dit Volk, 't welk men verachtelyk had geoordeeld, toonde zich verschriklyk; naauwelyks had men eene proef genomen, om aan hetzelve, binnen zyn eigen Land, wetten voor te schryven, of het verspreidde den schrik door de Hoofdsteden zyner vyanden. Een Oorlog,
| |
| |
ondernomen om Frankryk van een te ryten, eindigt met hetzelve door Conquesten te verryken, die zyn grondgebied, bevolking en inkomsten, ten minsten een vyfde deel vermeerderen. Het ontwerp van lodewyk XIV, om zyn Land met natuurlyke en onveranderlyke grensscheidingen te omringen, 't geen hy niet had kunnen volbrengen door het beleid en den moed van turenne, luxembourg, villars, enz. komt thans tot stand, in een tydstip, waarin dit Ryk, tot op zyne grondvesten omgekeerd, eene geheel nieuwe bewerktuiging vordert; en zulks met ongeoefend krygsvolk, met Generaals, die naauwelyks hunne studien geëindigd hadden, of die maar pas het geweer gedraagen, en meerendeels geen dertig jaaren bereikt hadden; tegen de vermaardste Krygsoversten van Europa, tegen de bestgeoefende legers, en met zulk eenen tegenstand, als nog ooit tegen eenig Volk was betoond.
De Rhyn, in zyne geheele uitgestrektheid, benevens de toppen der Alpen, maaken de eenige grenzen uit, die Frankryk van het overig vaste land afscheiden. Van deeze uiteinden tot aan de Pyreneën is geen plekje gronds, of het is Fransch eigendom. Dit Volk, niet te vreden met zich minder aantastbaar, en geduchter, gemaakt te hebben, dan eenige andere Natie, heeft zich nog daar te boven omringd met eene keten van Gemeenebesten, op zynen voet hervormd of ingericht. Ten Noorden heeft het den Bataaf, ten Zuiden den Ligurier en den Cisalpyn. Frankryk heeft eene nieuwe manier van denken en gevoelen doen gebooren worden. Op het oogenblik dat men dit Land zodanig uitgeput oordeelde, dat men hetzelve byna niet meer rekende in de Staatkundige weegschaal van Europa, op het welk een der schranderste Staatkundigen van Engeland, (burke,) in de plaats van dit Ryk, op de Kaart van Europa een ledige plek meende te zien, wapenen zich deszelfs bewooners met de betoverende magtspreuk van Vryheid en Gelykheid. Binnen minder dan zes jaaren, herhaalen meer dan veertig millioenen, van de honderd zes en veertig millioenen bewooners van Europa, deeze woorden; en maaken niet alleen een naauw verbond tot aanval en verdediging, maar, in den strengsten zin, een eene en ondeelbaare Natie. Hoedanig een gewigt moet zulk eene geheel aan elkander geslootene Volksmenigte niet hebben, in de weegschaal van Europa? Vindt men, in de ge- | |
| |
denkstukken der Geschiedenis, wel eenig Volk, 't geen hier mede kan vergeleeken worden? De weezenlyke magt van Rome bepaalde zich eigenlyk binnen Italie; de heerschappy dier trotsche Stad, over het overige der waereld, was steeds waggelende, als zynde strydig met den aart der zaaken, en alleen gegrond op de lafheid en onbedreevenheid der overige Volken. De laatstverloopene eeuwen vertoonden ons de schraale ontwerpen van philips, ferdinand en lodewyk, die ieder op
hunne beurt naar de heerschappy der waereld stonden. Niet alleen mislukten hunne aanslagen, door den nayver van alle de Kabinetten van Europa; maar nog veelmeer door den haat van geheel het menschelyk geslacht, die dezelve wel voornaamelyk te niet deed loopen. Daarentegen heeft het nieuwe stelzel zyn voornaamen steun in deszelfs verleidende volksgezindheid; het werkt door zedelyke springveeren; doch deeze zyn van dien aart, dat zy van allen de kragtigste zyn, en dat de tegenstand, in plaats van dezelve te verslappen, daar aan eene nieuwe veerkragt geeft. Door den verwonderlyken invloed van het nieuwe stelzel, is reeds het woord Aristocratie uitgewischt uit onze leerboeken; die Regeeringsvorm bestaat thans alleen in het klein Gemeenebest van Lucka, 't geen men mogelyk alreeds tot een ander einde geschikt heeft. Reeds heeft men gezien, dat de Koningen, die de grootste bezwaaren tegen den Republikeinschen reus hadden in te brengen, de naaste bloedverwant van den ongelukkigen lodewyk, en de Koning van Sardinie, beroofd van een vyfde deel zyner Staaten, geoordeeld hebben, niets beters te kunnen doen, dan met het Fransch Gemeenebest een in schyn wanschikkelyk verbond aan te gaan. Onze Atlas is thans als tot een gedenkstuk geworden. Men heeft geheele hoofdstukken van de leer der Staatkundige betrekkingen moeten doorhaalen, andere zyn 'er by gekomen, en het geheel heeft eene gewigtige verandering ondergaan.
Alle deeze wonderwerken heeft het nieuw Gemeenebest daargesteld, op het oogenblik zyner groote Staatkundige herschepping; terwyl hetzelve in oorlog was met negen Magten, zonder byna eenig geld te bezitten; terwyl het, geduurende de schokken eener Omwentelinge en eens Burgerlyken Oorlogs, om zo te spreeken, beroofd was van Koophandel, Landbouw, en andere bron- | |
| |
nen van welvaart, en dus als in een doodstuip lag. Wat zal dit Land vermogen, wanneer zyne ontelbaare inwendige springbronnen van welvaart, die thans zo geweldig zyn toegenomen, met behulp van een weinig rust, een nieuw leven zullen bekomen, en eene werkingskragt, die zy nooit bezeten hebben? -
[Hoe zou de Schryver zyn Tafereel, thans, nog kunnen verbreeden!]
|
|