| |
| |
| |
Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen.
De Apokryfe Boeken. Naar het Grieksch. Door Ysbrand van Hamelsveld. II Deelen. Te Amsteldam, by M. de Bruyn. In gr. 8vo. 456 en 342 bl.
Korte Aanmerkingen over de Apokryfe Boeken. Voor Ongeleerden. II Deelen, 326 en 380 bl.
Maakten wy, van tyd tot tyd, ingevolge onzer opgevatte taak, ons werk om onze Landgenooten bekend te maaken met den loflyken en nutten arbeid, door den uitmuntenden van hamelsveld, aan de Boeken van het Oude Verbond besteed, wy agten ons verpligt, ter hunner kennisse te brengen, dat de doorgeleerde en arbeidzaame Man zich wel heeft willen verledigen, op soortgelyke wyze, als de vermelde, de dus genoemde Apokryfe Boeken te behandelen; Boeken, die, hoewel niet in de gewyde Verzameling, als Regelmaatigen, aangenomen, nogthans, om meer dan ééne reden, zoo van wegens hunne eerwaardige grysheid, als om den inhoud, by het naageslagt in eere verdienen gehouden te worden. Want, hoewel men, in deeze Verzameling, eenige Stukken aantreft, welker inhoud op de lyst van grillen en verdichtzelen moet worden aangeschreeven, anderen, evenwel, bezitten eene inwendige waarde, die hun, onder de Gedenkstukken der Aloudheid, geene onaanzienlyke plaats doet bekleeden. Van dien aart zyn het Boek der Wysheid, en de Zedespreuken van Jesus Sirachs, om de fraaie Zedekundige aanmerkingen, veele van welke met salomon's Spreuken in gelyken rang verdienen geplaatst te worden. Ook zal niemand lochenen, dat de Boeken der Makkabeën van veel belang zyn voor den Historieschryver, en over het tydvak, waar over zy loopen, merkelyk licht verspreiden. Hoewel, derhalven, de Apokryfe Boeken, onder de Protestantsche Christenen, het gezag derven, om, ter staavinge van Godgeleerde stellingen, te
| |
| |
kunnen worden aangevoerd, de moeite, door den waardigen van hamelsveld aan dezelve besteed, mag daarom, ook om bovengemelde redenen, niet als overtollig worden aangemerkt. Zy staan althans gelyk met de Oude Ongewyde Schryvers, welke de laatere Geleerden met hunne Overzettingen en Verklaaringen wel hebben willen verwaardigen.
Wat de wyze der behandelinge deezer Boeken aangaat, dezelve is gelyk aan die der Boeken van het Oude Testament. Aan het hoofd der Korte Aanmerkingen ontmoet men eene Algemeene Inleiding, van welke wy het hoofdzaaklyke hier zullen overneemen. Het woord Apokryf, 't welk iets dat verborgen is, dat geheim gehouden wordt, beteekent, wierdt, in 't algemeen, gebezigd omtrent zulke Boeken, die duister geschreeven zyn, of die men, wegens derzelver inhoud, oordeelde, in de openbaare Vergaderingen niet te moeten voorleezen, noch aan de menschen in 't gemeen in handen te geeven. Naderhand, egter, heeft het woord Apokryf eene beteekenis aangenomen, aanduidende Boeken, die niet Kanonyk zyn, dat is, die niet tot de lyst der heilige Boeken, welke door de Kerk als Godlyk geëerbiedigd worden, behooren. - De Apokryfe Boeken, in de orde, in welke zy door onze Nederlandsche Overzetters geplaatst zyn, zyn de volgende: ‘Het derde en vierde Boek ezra. - Het Boek tobit of tobiäs. - Het Boek judith. - Het Boek der Wysheid. - Ecclesiasticus, van jesus syrach. - Het Boek baruch, met den Zendbrief van jeremiä. - Het Aanhangzel van esther. - Eenige Aanhangzelen aan daniël, te weeten, het Gebed van azariä, de lofzang der drie Joodsche Jongelingen in den vuuroven, de geschiedenis van susanna, en die van Bel en den Draak. - Het Gebed van manasse, en drie Boeken der Makkabeën.’ Reeds zedert de vroegste tyden wierden deeze Boeken by de Christenen in groote agting gehouden, gelyk nog
heden by de Roomschgezinden, die, zints de uitspraak der Kerkvergaderinge te Trente, dezelve in den zelfden rang geplaatst hebben met de Kanonyke Boeken van het O. Testament, uitgezonderd het derde Boek der Makkabeën, het Gebed van manasse, en het derde en vierde Boek van ezra. Eenigen der Apokryfe Boeken zyn, oorspronglyk, in 't Hebreeuwsch, zommigen in 't Grieksch geschreeven; van eenige weinigen is alleen de Latynsche Vertaaling voorhanden. - De tyd des schryvens is ge- | |
| |
weest tusschen de wederkeering der Jooden uit Babel, of meer bepaald, tusschen de vervolging van antiochus epifanes en de geboorte van christus. De Schryvers zyn geweest Palestynsche Jooden, by welke de Hebreeuwsche taal, hoewel verbasterd, in gebruik was, en Egyptische Jooden, te Alexandrie woonagtig, die Grieksch spraken. - De inhoud deezer Boeken is geschiedkundig, of zedekundig, of verdichte geschiedenissen. ‘De geschiedkundigen (schryft van hamelsveld) zyn van geheel verscheelende innerlyke waarde. Sommigen behelzen waare geschiedenissen, die eene geschiedkundige geloofwaardigheid hebben; onder dezen munt het eerste Boek der Makkabeën uit, het tweede Boek der Makkabeën heeft ook waare geschiedenissen, maar in eenen gezwollen styl, en vermengd met vele, op het zachtst gesproken, onzekere overleveringen. - Het derde Boek ezra bevat, voor het grootste gedeelte, insgelyks waare geschiedverhaalen. - Andere Geschiedboeken mogen waare gebeurenissen ten grondslag hebben, maar zy vervormen dezelve, door byvoegzelen, en schikking, zoodanig, dat zy, by slot, blyken, een verdicht geheel uit te maken. - Hier toe reken ik
het derde Boek der Makkabeën, de geschiedenis van tobias, en die van judith. - De zedekundigen zyn de Zedespreuken van jesus, den Zoon van sirach, en het Boek der Wysheid. - Alle de overigen zyn verdichte stukken.’ - Zeer onderscheiden heeft men over de waarde deezer Boeken geoordeeld. ‘Terwyl, (schryft van hamelsveld) aan den éénen kant, die Christenen, welke dezelve als Godlyk eerbiedigden, dezelve op gelyken prys stelden, met andere heilige Schriften des O. en N. Testaments, zoo verkleinden weder anderen derzelver waarde, al te zeer, en legden zich, opzetlyk, toe, om tegenstrydigheden, onwaarheden, ongerymdheden, enz. in dezelve op te sporen, waar in zy, niet zelden, te ver gingen, en zoodanige redenen gebruikten, die men, misschien, ook tegen sommige Boeken des O. Testaments zou kunnen misbruiken.’ Zeer gemaatigd is luther's oordeel over deeze Boeken; hy verklaart ze voor Schriften, die wel niet met de heilige Schrift gelyk te achten, maar evenwel nuttig en goed om te leezen zyn; met welke uitspraak die van onze Nederlandsche Overzetters volkomen overeenstemt. Zie hier, ten slotte, het oordeel, welk onze Hoogleeraar over deeze Schriften
| |
| |
velt: ‘Wanneer wy (dus luidt 's Mans uitspraak) recht over de waarde dezer Boeken willen oordeelen, moeten wy derzelver onderscheid wel in het oog houden. Veel prys moeten wy, in de daad, stellen, op de echte geschiedkundige gedenkstukken; byzonder op het eerste Boek der Makkabeën, hetwelk wy, volstrekt, niet missen kunnen, indien wy, met zekerheid, van de gebeurenissen des Joodschen volks, in dat tydvak, kennis begeren te hebben, welke kennis onontbeerlyk is, om vele Godspraken, voornaamlyk, van daniël, wel te verstaan. - Het Spreukboek van jesus, den Zoon van sirach, bevat vele zinryke, uitmuntende, menschkundige, en belangryke zedelessen en voorschriften, welke men, als nuttige levensregelen, voor zich, in verscheiden levensgevallen, ten nutte, kan toepassen. - In de overige Boeken, kunnen wy den toestand van der Jooden kundigheden, en van hunne wetenschappen, in dat Tydvak, naatsporen, om niet te gewagen van het gebruik, hetwelk de Grieksche styl dezer Boeken tot opheldering en verstand van den styl des N. Testaments aan den Letterkundigen verschaft.’
Met dit algemeen verslag verwyzen wy nu onze Leezers tot de Apokryfe Boeken zelve, en tot de Aanmerkingen daarover, met de verzekering, dat zy den tyd, daar aan besteed, zich geenzins zullen beklaagen. - Wy moeten hier nog nevens voegen, dat de Boekverkooper J. Allart, eigenaar geworden van het Werk, door verminderden prys, de verkryging daar van voor een grooter aantal Koopers doenlyk gemaakt en opengesteld heeft.
|
|