De Schryver handelt, in eene voorafgaande Inleiding, over de hinderpaalen der deugd, by de voortreffelykheid van onzen Godsdienst. Hy vindt die, in gebrek aan behoorlyk onderricht, hoe, en door welke middelen, de voorschriften van den Godsdienst opgevolgd kunnen worden, en beweert, dat tot zoodanig onderricht betere kundigheden gevorderd worden, dan die men veelal ziet plaats hebben; kundigheden, die ons ook bekend maaken met de waarde van kleinigheden, als door welken de zedelykheid van ons gedrag even zeer benadeeld als bevorderd wordt.
Daarop volgt, in de eerste Afdeeling, eene duidelyke ontwikkeling van het denkbeeld van kleinigheden, die voor de Zedekunde belangryk zyn. De Eerw. Schryver doet ons letten op den samenhang der natuurlyke en zedelyke waereld, met betrekking tot de Leer der Goddelyke Voorzienigheid; waar uit volgt, dat ook de geringste uitwendige voorwerpen op de menschelyke ziel werken, en elke verandering, die in de ziel ontstaat, weder andere veranderingen naar zich trekt; op de verscheidene soorten van kleinigheden, die hier in aanmerking komen, in en buiten ons; op den invloed van alle zoodanige kleinigheden op de zedelykheid des leevens, zoo wel by eene vaste gesteldheid der ziel, als by veranderlyke gesteldheden; en op meer andere byzonderheden, waardoor dit stuk in 't helderst daglicht gesteld wordt. - In de tweede Afdeeling worden veele getuigenissen van gewyde en ongewyde Schryvers bygebragt, aangaande het gewicht der kleinigheden voor de Zedekunde. - De derde, die de gewigtigste en uitvoerigste is, bevat de toepassing der voorgedraagene Leer op het dadelyk menschenleeven. Hier wordt de noodzaakelykheid, om op kleinigheden te letten, aangetoond, 1) ter bevordering van zelfskennis en menschenkunde, 2) ter verhoeding, dat het menschlyk hart niet verergere, 3) ter bevordering van verbetering des leevens en aanwas in het goede, 4) ter bevestiging in de deugd, 5) tot bevrediging en rust der ziele. Alles is doormengd met waarneemingen, en opmerkingen uit de Geschiedenis en het gemeene leeven, die het leezen veraangenaamen, en het nuttig gebruik van dit belangryk Boek grootelyks kunnen bevorderen.