| |
Geschiedenis van Raphaël d'Aquillas. Te Leyden en te Amsterdam, by Honkoop en ten Brink, Gz., 1798. In gr. 8vo. zonder het Voorbericht, 345 bl.
‘De Geschiedenis in deze bladen vervat,’ (dus luidt het begin des Voorberichts) ‘verplaatst ons in het gebied van Spanje, ten tyde van philip den II en III. Zy ver- | |
| |
toont ons het character van Vorst en Hoveling, met alle de laage streeken, kruipende vleijeryën, onbepaalde heerschzucht en bygeloovige zwakheid van een wellustig Hof. Zy schildert ons de onnozele dweepery der verblinde menigte, en meer nog de eigenzoekende schraapzucht, den wreeden bloeddorst, en de haatlyke vervolgdrift der Geestlykheid: met één woord, den gruwel der Inquisitie, in eenige aandoenelyke gebeurenissen: en onder deze, de verbanning der Mooren, het werkzaamste en onschuldigste gedeelte van Spanje's bewooners, met zulke levendige couleuren af, dat elk gevoelig Leezer de betere tyden, en de verlichte eeuw, in welke wy leeven, met dankbaarheid en vreugde gevoelt.’
En, in de daad, dit Boek, waarvan wy de schoone Vertaaling uit het Hoogduitsch aan eene Vrouw te danken hebben, behelst de deerniswaardige Geschiedenis van eenen Jongeling, raphaël d'aquillas, die, met het warmste hart om zynen medemenschen van nut te zyn, met de edelste zucht om de lessen zyns braaven Vaders, Don roderiko d'aquillas, tot heil zyner natuurgenooten op te volgen, geene opöffering te groot acht, om hiertoe werkzaam te zyn, en die eindelyk, onder de regeering van den lafhartigen philips den III, in de handen der bloeddorstige Inquisitie wordt overgeleverd, om tot loon zyner deugden eenen smartvollen dood te ondergaan.
Wy achten het der moeite waardig, om den korten inhoud van de Levensgeschiedenis van Don roderiko d'aquillas en zynen Zoon, (in deze bladen zoo uitmuntend geschetst) aan onze Lezeren mede te deelen.
Don roderiko dan, die als Krygsman, voor den snooden philips den II, herhaalde reizen zyn leven gewaagd hadt, huwde daarnaa te Madrid een schoon en edelaartig meisje, Donna isabella. Philips II werdt op haar verliefd, en zocht haar, door twee zyner dienstbaare slaaven, zyn' lieveling Don antonio *** en een Priester, tot ontrouw jegens haaren man te verleiden; daar hun dit mislukte, gaven zy Don roderiko den Koning, als eene hindernis in de vervulling zyner wenschen, op. - Philips liet hem door het vreeslyk gericht gevangen neemen; en daar dit gericht zich van eenigen zyner boeken op eene verraderlyke wyze hadt meester gemaakt, tygde het hem gevaarlyke leerstellingen tegen het Christendom aan, en deedt hem de oogen uitbranden. Roderiko werdt eindelyk losgelaaten, en ontvluchtte met zyne Echtgenoote, in stilte, op zyn Slot, in Valentia aan den vloed Guadalaviar gelegen; terwyl isabella, die nog niet van aanzoeken van 's Konings wege vrygelaaten werdt, zich, om het leven van haaren Gemaal en haare deugd te redden, onder de ruïne van eene Moskée, by het gemeld Kasteel geplaatst, verborg; naa raphaël ter waereld gebracht te hebben, werdt zy zieklyk, stierf drie jaaren laater, en werdt onder die Moskée begraven. De
| |
| |
blinde roderiko, die in het hart zyns Zoons niets dan edele en menschlievende gevoelens geplant hadt, ontdekte, eerst kort vóór zynen dood, aan raphaël zynen levensloop, en eischte van hem, om aan de zyde zyner Moeder begraven te worden; raphaël volbragt dit, en ging vervolgens na Madrid, om den bewerker van zyns Vaders ongeluk, wiens naam zyn Vader hem verzweegen hadt, op te spooren, en, dien ontdekkende, zich op hem daaröver te wreeken. Onder het bywoonen van een stierengevecht te Madrid, wordt hy verliefd, op het zien van een jong schoon meisje, wordt bekend met den Krygsminister Don antonio ***, en treft in diens Dochter, seraphine, het meisje aan, 't welk zyne aandacht by het stierengevecht tot zich getrokken hadt. Zyne vastheid van character, zyne stoutmoedige gehechtheid aan al wat braaf en edel was, verwekten hem intusschen veele heimlyke vyanden; zy trachtten hem, onder schyn van vriendschap, tot deelgenoot hunner slechte bedryven te maaken, en op hun voorstel liet hy zich aan 't Hof brengen; hem werdt eene plaats aan dat Hof aangeboden, doch hy weigerde dezelve. Eindelyk zegenpraalde de liefde over zyn verstand; hy viel in de strikken van seraphine, en huwde haar tot zyn ongeluk: want, naa verloop van twee maanden, van eene landhoeve tegen den nacht te huis komende, vondt hy den toenmaaligen Koning, philips den III, by zyne Echtgenoote, en dienzelfden avond beleedt hem Don antonio ***, in een gesprek, dat hy de oorzaak van zyns Vaders ongeluk geweest was. raphaël offerde hem aan zyne gerechte wraak op, en ging na de landhoeve te rug, om de gevolgen van deze daad rustig af te wachten; doch de berouwhebbende seraphine wist
hem van vervolging te ontheffen, en schreef hem, dat hy veilig tot zyn vaderlyk Slot konde te rug keeren, 't welk hy, naa eenigen tyd, toen niemand hem opeischte, dan ook deedt. Aldaar vondt hy de bevallige en braave almerine, Dochter van suleima, den boezemvriend zyns Vaders, en een' der voornaamsten van de in 't gebergte omzwervende Mooren, die door de Spanjaarden, wegens hunnen afkeer van het Christendom, allerlei vervolgingen moesten ondergaan; hy badt suleima hem met dit edel meisje te vereenigen; in 't eerst werdt hem dit door suleima geweigerd; doch daar raphaël zich als den aanstaanden Beschermer der gemelde Mooren plechtig verklaarde, verbond suleima eindelyk, naar de wyze zyner Vaderen op het graf van raphaël's ouders, dezen Jongeling met almerine. - Eenigen tyd daarnaa verscheen het Edict der Verbanning van alle de Mooren: raphaël begeleidde zyne gekooze familie, (waaronder de nu zwangere almerine) en zyne ongelukkige onderhoorigen, na Africa, om hen voor mishandeling te behoeden. De beschryving der gruwelen, welke melchior perez, de Kapitein van het Schip, waarop de ver- | |
| |
bannenen overgevoerd werden, intusschen tegen deze ongelukkigen bedreef, is afgryzelyk; het scheepsvolk schondt strafloos derzelver Vrouwen en Dochters; zelfs werdt raphaël's Echtgenoote door den Kapitein met schending bedreigd. Om deze schande te ontgaan, stortte almerine zich in zee; raphaël sprong haar naa, en de zee verzwolg haar, juist toen raphaël haar grypen wilde. Almerine's Vader en Broeder redden hem,
bemachtigden met eenige Mooren een' boot; de wind dreef hen na de Spaansche kust, en zy bragten den zich zelven onbewusten raphaël in het gebergte. - Naa zyne herstelling, waagde hy met azan, den Broeder van almerine, een gevecht tegen de Spanjaarden, die de achtergebleevene verbannenen nog vervolgden; azan werdt gedood, en raphaël gewond en gevangen genomen: hy werdt voor den Spaanschen Generaal geleid; doch betoonde zich onverschrokken. Toen zyne wonden genezen waren, werdt hy na de Staatsgevangenis in Madrid gevoerd, en vervolgens voor het gericht gebragt; doch hy eischte zich voor den Koning zelven te verantwoorden. Seraphine, het voorgevallene met raphaël ontdekt hebbende, verzocht aan den Koning zyne vryspraak. Eindelyk liet philips hem voor zich komen: raphaël noemde hem den bewerker van den dood zyner Vrouw en zyns Broeders, en werdt door den Koning vrygesprooken; doch bleef op deszelfs aandrang te Madrid. Van tyd tot tyd deedt de Koning hem voorslagen om zich met Donna seraphine te herëenigen; doch hy sloeg dit af. Onverwacht dringt seraphine door een briefje by raphaël aan, dat hy Madrid verlaaten zoude, want dat men zynen ondergang zocht: hy, zyner onschuld bewust, telde dit verzoek niet; doch zyn Neef Don alvaro vernieuwde dit verzoek, en bragt verscheide drangredenen daartoe by; niettemin bleef raphaël onverzetlyk. Eindelyk hadden de Hofcabaal en Priesterenstoet, nayverig over zyne gemeenzaamheid met den Koning, zynen val gezwooren. De vreesächtige philips hadt de
Grafplaats van raphaël's ouders aan een' der Priesters ontdekt; nu ging men deze graven uitroeien: raphaël ylde na zyn vaderlyk Slot, doch kwam te laat; men hadt reeds de graven vermeesterd, de lyken verbrand, en suleima vermoord. Nu verliet raphaël dien ongelukkigen Oord; alleen door éénen getrouwen Dienaar balthazar vergezeld, ging hy na Italie, hieldt zich eenige dagen te Rome op, kwam vervolgens te Napels, en wilde zich van daar na Africa doen inscheepen, om zich voor altyd van de Christenen af te zonderen. Onder eenen vreemden naam meldde hy zich by den Napelschen Onderkoning ossuna aan, en verzocht een pas na Africa; doch hy was reeds by dien Onderkoning bekend, en deze, een onderneemend en heerschzuchtig Vorst, die niets vuuriger wenschte, dan het Spaansche Juk af te schudden, haalde raphaël over, om zich op philips te wreeken, door de in Africa aange- | |
| |
brachte Mooren te wapenen, en na Sicilie over te voeren. Gemelde Onderkoning schilderde hem alle de voordeelen, die hun beiden daardoor te beurt zouden vallen. Zulk een grootsch ontwerp geviel raphaël, hy zeilde na Africa, verzamelde eene menigte der verbannenen, en wapende hen; doch eenige dagen vóór dat hy ossuna den kort aanstaanden overtocht der Mooren kwam melden, was alles in Napels veranderd. Het Hof van Madrid hadt de aanslagen van den Onderkoning ontdekt; en onverhoeds werdt deze door den Romeinschen Kardinaal kaspar de borgia, door philips als nieuwe Onderkoning bestemd zynde, op het lyf gevallen en afgezet. Raphaël, van dit alles onbewust, zeilde de haven van
Napels in; doch werdt op bevel des nieuwen Onderkonings gevangen genomen, en met eenige Priesters na Spanje gezonden, met bevel, om hem aan de Inquisitie over te leveren: hy werdt in denzelfden Kerker gebragt, waar welëer zyn Vader gevangen gezeten hadt, en vondt, door den bloeddorstigen Inquisitie-raad, in de vreeslykste martelingen en den schriklyksten dood, het loon voor zyne braafheid.
Het zal misschien veele Lezers stooten, in den grooten raphaël, een Voorstander van het Noodlot, een Bestryder van het Christendom, te vinden; dan de oorzaak daarvan is vooräl toe te schryven aan zynen afkeer van alle de euveldaaden, die hy door veele zoogenoemde Christenen zag bedryven. Men lette op den tyd, waarïn hy leefde; op den toenmaaligen staat des Christendoms; op deszelfs Leeraars en Voorstanders ten dien tyde; op de gewelddaadige vervolgingen, waardoor men de menschen tot den Christelyken Godsdienst wilde dwingen: en men zal zich niet verwonderen, dat, daar raphaël den waaren aart van dien Godsdienst niet hadt leeren kennen, by zich tegen denzelven aankantte.
‘Dit houde’ (en deze woorden der verdienstlyke Vertaalster, in het Voorbericht, maaken wy de onze) ‘elk Leezer onder het oog; op dat hy, door geene dwaaze volgzucht misleid, den edelen raphaël, ook in zyne, voor hem onvergeeflyke, dwaalingen, nooit tot zyn voorbeeld verkieze. - Dat hy liever geloove, dat de Godsdienst van het Euangelie het allerbest geschikt is, om helden in de deugd, en van menschen Engelen te vormen. - En, met deze gezindheid vervuld, leeze hy dit schoone Werkjen, en het zal hem niet schaden.’
|
|