Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799
(1799)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMengelingen tot Nut en Vermaak. No. II. Te Haarlem, by F. Bohn 1798. In gr. 8vo, 124 bl.By den aanvange der Uitgave deezer Mengelingen hebben wy daar over ons gevoelen gezegdGa naar voetnoot(*). Een Maandwerk is het althans niet geworden; het zou eer een Jaarwerk mogen heeten: want, in twee Jaaren, zyn ons niet meer dan twee Stukjes ter hand gekomen. Het oordeel, over 't geheel, ter boven aangeduidde plaatze, geveld, geldt ook ten aanziene van dit Tweede Stukje. Behalven het Vervolg der Brieven uit Duitschland en Zwitzerland naar Nederland geschreeven, die de helft van dit Stukje uitmaaken, en ons even als de voorige wel bevallen zyn, behelst dit Stukje, abdolmotalleb, of de Kerk in gevaar. Eene Oostersche Geschiedenis. - Het betoverde Huis. Eene Fransche Anecdote. - Hy heeft het gezegd. Eene novelle voor het hart. - Dankbaarheid is geen Liefde. Eene Vertelling. - Iets over buonaparte. - De Zoon Rechter van zyn Vader. Eene Oostersche Anecdote. - Zeldzaam Voorbeeld van Edelmoedig Berouw. Het is niet te verwagten, veel min te eischen, dat alle Stukjes, in Mengelingen van deezen aart, even gewigtig, of even aartig, zullen weezen: terwyl ook de beoordeelingen van gewigtig- of aartigheid zeer uit elkander loopen. Genoeg, indien ze den leesgraagen een genoeglyk en leerzaam onderhoud verschaffen; en dit mag vrylyk gezegd worden van de Stukjes, in de IIde No. van dit Werkje voorkomende. De te schielyke opeenvolging behoeft, blykens het boven gezegde, niemand af te schrikken van zich deeze Mengelingen eigen te maaken. De twee Stukjes te zamen leveren een bekwaam Boekdeeltje op. |
|