toekomstig leeven; maar, volgens den onbeschaamden Opsteller van deze zoogenaamde Redevoering, schynt alles, wat wy, in den loop der Natuur, met zekerheid waarneemen, daarmede te stryden, dat wy zouden bestemd zyn, om na den dood des lichaams te blyven voortleeven. Hy durft de verwachting van een leeven na het tegenwoordige, en van loon en straf na dit leeven, een droom noemen, ontstaan uit die groove dwaaling, dat de beoefening van den Godsdienst is aan te merken als iets, waardoor wy in dit leeven ongelukkig worden, en lyden moeten. - Welk redelyk Voorstander van de Leer der Onsterfelykheid heeft zulks ooit beweerd? Het is geenzins de Godsdienst, maar gebrek aan denzelven, of althans te weinig, ook wel verkeerd, gebruik van deze onuitputbaare bron van vergenoegen en rust, welk ons in dit leeven dikwyls doet lyden, en veele menschen geheel ongelukkig maakt. Van dat lyden, en van alle onaangenaame gewaarwordingen van ongeluk en rampspoed, kan ons niets, dan waare Godsdienstigheid, ontheffen, en deze is altyd, zonder de welgegronde hoop en verwachting van een toekomstig leeven, onvolkomen, en ontoereikend tot geruststelling en duurzaame tevreedenheid, bevonden. Wy wenschten gaarne den man te kennen, die, buiten dat, in de beoefening van deugd, zonder Godsdienst, zelftevreedenheid schynt te hebben kunnen vinden. Op de gewaande deugd van lieden, die 'er eene verdienste in stellen, om zich zelven en hunne medemenschen te ontdoen van de eenige waare Godsdienstige grondbeginselen, valt doorgaans niet te roemen.
De laatste bladzyden van dit pamflet zyn gevuld met eene beoordeeling van de beruchte Eeuw der Rede, waarin men aan de Tegenschryvers van Payne verschuldigd recht laat wedervaaren. Dat doet iemand, die 'er voor uit komt, dat deze Apostel van 't Ongeloof over 't algemeen eene vry goede zaak voor heeft. 't Komt hem evenwel voor, dat de Schryver zyn taak niet te wel uitvoert, maar zyne gevoelens veeltyds staaft met ten uitersten zwakke bewyzen. Volney zal zich beter gekweeten, en daardoor zyne Tegenschryvers 't werk wat minder gemakkelyk gemaakt hebben. Dit is, zoo hy meent, de rede, dat deze Schryver, die, in zyne Ruïnen, veel meer dan Payne, van de gewoone gevoelens afwykt, schier ongemerkt voorbygegaan wordt. Wy zouden veeleer het meerder stilzwygen, op de verachtenswaardige