Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799

Leerredenen over de Geschiedenis van Ruth. Door Filips Serrurier. Hde Deel. Te Amsteldam, by D. en J. Tol, 1798. In gr. 8vo. 290 bl.

In dit tweede Deel wordt de behandeling der Geschiedenis van Ruth, op soortgelyken trant, als waarvan wy in het voorleden jaar^(*) verslag gedaan hebben, in 7 Leerredenen voortgezet van Hoofdst. I: 17 tot II: 10.

Wy willen, tot eene nieuwe proeve van de wyze van behandeling, eenige van die hoofdleeringen ter neder stellen, die de Leeraar, na eene voorafgaande opheldering der gekozene textwoorden, gewoon was te verhandelen. In de negende Leerreden, over H. I: 18, 19, Als zy nu zag, dat zy vastelyk voorgenomen hadde met haar te gaan, zoo hield zy op tot haar te spreeken. Alzoo gingen die beide, tot dat zy te Bethlehem kwamen: en het geschiedde, als zy te Bethlehem in-

(*) Zie onze Algem. Vaderl. Letteroef. voor 1798. bl. 612.

[p. 428]

kwamen, dat de gansche Stad over haar beroerd werd, en zy zeiden; Is dit Naomi? worden deze leeringen uit dit gedeelte der geschiedenis afgeleid: Wanneer een heilzaam besluit in eene goede zaak genomen is, dan wordt 'er standvastigheid vereischt om daarby met een onwankelbaar gemoed te volharden. Wanneer iemand eene belofte in goeden ernst heeft afgelegd, vooral, wanneer hy die met eede gestaafd heeft, dan is het billyk dat men daarin beruste. Die de reize naar 't waar Vaderland heeft aanvaard, moet dezelve onvermoeid voortzetten, tot dat hy ze volbragt heeft en veilig is aangeland. Het is nuttig te bedenken, dat veele oogen op ons gevestigd zyn. Daar onze staat hier op aarde aan zoo groote verandering is blootgesteld, daar vereischt de bedachtzaamheid, dat wy uitzien naar een' staat die onveranderlyk is. In de twaalfde, over H. II: 4, En zie, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de Maajers: De Heer zy met u-lieden: en zy zeiden tot hem: De Heer zegene u, heeft men deze volgende: Elk behoort behoorlyk toezicht te neemen op hetgeen aan zyne byzondere zorge is aanbevoolen. Wy verwachten den voorspoed van alle onze onderneemingen van den Heere. Het is betamelyk, in de wederzydsche groetenissen, aan den Heere te gedenken. Het is zeer aangenaam eene onderlinge hartelyke goedwilligheid te zien, tusschen eenen Heer en zyne onderhoorigen, die in zynen dienst staan.

Op soortgelyken voet worden ook de overige stoffen behandeld, en alles met leerryke aanmerkingen doorweeven, die zoo wel in 't gemeene leeven, als ter bevordering van eigen stichting, niet alleen by de voormaalige hoorders van den Eerw. serrurier, maar ook by allen, die aan soortgelyke leiding van gedachten gewoon zyn, van veel nut kunnen weezen.