noeg en veel te ééntonig wierd. De Characters, niettegenstaande hunne overéénkomst met eenigen uit de twee voorgemelde stukken, zyn zeer goed voorgesteld en volgehouden; het geval zelf, dat louter vinding is, en waarnaar men dus vruchteloos by de Grieksche Historieschryvers zoeken zou, loopt geregeld af; de vaerzen, inzonderheid die der Reijen, zyn uitmuntend fraai en vloeijende, en de gezegden krachtig en afdoende.