Bevallig en hartlyk beschouwt de Schryver, in deze Redenvoering, met zyne toehooreren, hoe de braave de wind, welbehaaglyk voor God; - nuttig voor zich zelven; - nuttig voor de zynen; - en nuttig voor zyne Medemenschen: - als een voorbeeld van naarvolging voor ons allen, leefde!
Wy achten het der naagedachtenis des braaven de wind's overwaardig, om zyne edele hoedanigheden, op het voetspoor van den verdienstlyken Lykredenaar, hier iets omstandiger te vermelden.
Nederigheid was de hoofdtrek van zyn character; zyn gelaat was byzonder inneemend; hy was zachtmoedig, openhartig, oprecht, doordrongen van eerbied voor den Godsdienst; zeer gezellig en onderhoudend in de samenleeving, liefderyk en toegeevend omtrent zyne naasten, hulpvaardig voor zynen lydenden natuurgenoot; zoo zelfs, dat de laatste daad, die hy met zelfsbewustheid verricht heeft, bestondt in het bezorgen van kleeding en deksel aan eenen armen ongelukkigen man; altyd vergenoegd en blymoedig, bezat hy eenen schat van kundigheden, die hem te eerwaardiger maakte, daar hy van dezelven een heilbevorderend gebruik maakte; hy was de vreugde en wellust zyner bloedverwanten, beminde op de hartlykste wyze zyne ouderen, en ondersteunde dezelven krachtdaadig in hunnen klimmenden ouderdom; hy was een tederminnend Echtgenoot, en achtingwaardig Vader; terwyl hy den stand, waarin hy geplaatst was, alzins roemryk vervulde, en, door alle deze heerlyke hoedanigheden, de algemeene achting en liefde won; intusschen heeft God dien paerel der Menschheid, in den vroegen ouderdom van negen-en-twintig jaaren, tot zich genomen.
Zeer vertroostend voor alle de Vrienden van de wind zyn de aanmerkingen, die de Redenaar over dit zyn vroegtydig afsterven maakt; zoodat deze Verhandeling, die in schoonheid van styl en hartlykheid van taal uitmunt, leezenswaardig is voor alle dezen, en voor elk eenen, die zich verhevene voorbeelden van zedenlyke grootheid wenscht ten nutte te maaken.
De tytel pronkt met het fraai Pourtret van den Overleedenen, gegraveerd door den beroemden Vinkeles.
Tot eene proeve van den schoonen en zaaklyken styl des Redenaars, laaten wy hier het slot zyner Verhandeling volgen; hetzelve luidt dus:
‘Zoo hebben wy, aandachtige Toehoorderen! aan onze voorgestelde taak, volgens de inspraak van ons hart, en naar onzen wensch, zooveel mooglyk voldaan! - zoo hebben wy nog eenige gelukkige oogenblikken met onzen afgestorven' vriend doorgebracht, van wien wy ook voor het laatst nu moeten afscheid nemen.