wilde deelen in drie gelyke deelen, die tot zo veele algemeene Voeten zouden verstrekken. Dan daar de verdeeling des tyds in seconden eene willekeurige tydsafdeeling is, zo blykt, dat deeze grondslag geene wysgeerige en onveranderlyke vastheid heeft: terwyl ook het veelvoud van de lengte des Slingers in ronde getallen geen opgaand gedeelte van een Graad kan zyn. Hierom hebben de Franschen begreepen, dat men tot deezen grondslag moest neemen een Hemelboog van eene onveranderlyke grootte, overeenstemmende met eene evenredige grootheid op den aardkloot, waar toe men gekoozen heeft de afstand van den Noordpool tot de Evennachtslinie, dewyl dezelve aan geenerhande veranderingen onderhevig is, en al waren, door verloop van tyden en omwentelingen, alle maaten, enz. verlooren, deeze grootheid altoos wederom kan worden bepaald. Deeze fundamenteele eenheid beloopt, volgens de beste meetingen, 30794580 Fransche voeten; doch, om dezelve te gebruiken, moet dezelve in kleine deelen worden gesplitst, het geen niet gemakkelyker heeft kunnen geschieden, dan door middel der tiendeelige breuken.
‘De deeler (dus spreekt de Schryver, p. 172 en 173) nu bepaald zynde, heeft men genoomen het 1/10000000 gedeelte van den afstand der Pool tot den Evenaar, of van 30794580 voet, zynde dus 3 voet 11,44 lyn, welke lengte men genoemd heeft Metre, die, behalven dat zy de eenheid der Landmaaten is, ook voor alle andere Maaten, Gewigten en Munten, ten grondslag dient.
Om dus de eenheid der Graanmaaten te bepaalen, heeft men genoomen een Cubiek vat, dat het 1/10 van zulk eene Metre tot zyde heeft, draagende hetzelve den naam van Litre, en bepaalende door vermenigvuldiging den inhoud van grootere maaten.
Tot bepaaling der eenheid voor de Gewigten, heeft men een Cubiek vat gemaakt, welks zyden elk gelyk aan 1/100 van een Metre zyn; men heeft de hoeveelheid van gedestilleerd water, het welk in dit vat bevat kon worden, in 't luchtledige gewoogen, by de temperatuur van smeltend ys, bedraagende dit gewigt 18,841 grein, het geen dus tot eenheid van 't gewigt is aangenoomen, en den naam van Gramme verkreegen heeft; door welke men dan, by vermenigvuldiging en deeling, alle grootere en kleinere gewigten uitdrukt.