| |
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Staaten van Amerika; behelzende: een algemeen Verslag van derzelver Grenzen, Meiren, Baaijen, Rivieren, Bergen, Voortbrengzelen, Bevolkinge, Regeeringsform, Landbouw, Koophandel, Fabrieken, nevens de Historie van den laatsten Oorlog. Door Jedidjah Morse. Uit het Engelsch. I, II, III en IV Stuk. Te Amsterdam, by P. den Hengst. In gr. 8vo.
Wy moeten de Verscheidenheid betragten. Dit is een der Grondregelen in onze Letteroefeningen. De veelvuldigheid der Werken, in de laatste jaaren, over America uitgegeeven, heeft ons in de gelegenheid gesteld, om veel, zeer veel, des te gewaagen, en zulks onder andelen oorzaak gegeeven, dat wy van het opgenoemde Werk, welks Eerste Stuk de Jaartekening van 1793 draagt, tot nog geen gewag maakten; het IV en laatste Stuk, 1796 gejaartekend, schynt egter tegen ons te getuigen, en kunnen wy ons des niet vrypleiten van een te lang verwyl; geenzins gebooren uit eene minagting deezes arbeids van eenen Schryver, aan wiens licht veele het hunne ontstoo- | |
| |
ken hebben, in laatste geheele of gedeeltlyke Beschryvingen van die Landschappen. Op ééns willen wy onze agterlykheid inhaalen, en een verslag van 't geheele Werk geeven.
Morse, een Inbooreling van het Vry America, zette zich tot deezen schryfarbeid, waar aan hy vier jaaren besteedde; weinig hulpe van de reeds uitgegeeven Schriften kunnende ontleenen, bezogt hy verscheide Staaten der Vereenigde Gewesten, hieldt met Lieden van kunde uitgebreide Briefwisseling, en bevlytigde zich, in alle opzigten, om zyne kundigheden uit egte bronnen te scheppen. Daarenboven zondt hy zyne opstellen, om nagezien en verbeterd te worden, aan Lieden van oordeel en kunde in de onderscheide Staaten, naa dat dezelve door hem beschreeven waren. 't Is uit deezen hoofde, dat de Schryver, schoon zyn werk niet voor volmaakt opgeevende, zich vleit, dat het die kenmerken van naauwkeurigheid, volledigheid en onpartydigheid, zal bezitten, welke van den tegenwoordigen staat der Aardrykskunde en Geschiedenisse van America kan verwagt worden. Met verschuldigden dank erkent hy de hulpe hem verleend.
De Nederduitsche Vertaaler, die zyne taak wel volvoerd heeft, berigt den Leezer, dat hy agterwege gelaaten heeft eenige korte onderrigtingen, de Aardrykskunde in 't algemeen betreffende; als mede een kort verhaal van de eerste ontdekking der onderscheide Gewesten in America, zo in het Zuidelyk als Noordlyk gedeelte, als geene byzonderheden behelzende, dan die uit eene menigte bekende Schriften, in onze taal voorhanden, konden geweeten worden.
Het eerste Stuk behelst eene Algemeene Beschryving van de Vereenigde Staaten, vermeldt de Grenzen - de Meiren en Rivieren - de Baaijen - de gedaante des Lands - de Bergen - Grondvoortbrengzels, Gewassen en Dieren - Bevolking en Character - Regeering, zints den 14 July des Jaars 1776, byzonder gewaagende van het Genootschap der Cincinnaaten, - Landbouw, Koophandel en Fabrieken. Hier aan hegt morse eene beknopte Historie der Vereenigde Staaten, byzonder stilstaande op die van den laatsten tyd vóór de Vryverklaaring, en daarop onmiddelyk volgende. Dit Deel wordt beslooten door een Aanhangzel, eenige Leevensbyzonderheden behelzende van de Americaansche Generaals was- | |
| |
hington, montgomery, green, en van den Franschen Markgraave de la fayette.
Met veel genoegen hebben wy dit Deel geleezen, en 's Schryvers edele en vrye denkwyze met glans zien doorstraalen. De volgende Deelen zyn aan de byzondere Gewesten gewyd, en hebben eene volmaakte gelykheid met dit der Algemeene Beschryving; dezelfde Hoofd-Afdeelingen, door ons opgegeeven, komen in alle voor, en loopt de draad, als van het zelfde kluwen afgerold, op gelyke wyze voort. Men kan niet zeggen of dit is naauwkeurig, doch het veroorzaakt eene eenzelvigheid voor den afleezer des Werks; minder of geen hinder baart zulks voor hem, die een byzonder gedeelte wil naaslaan.
Door heel het Werk heen ontmoet men ophelderende en aangelegene berigten, te veel om aan te stippen. Niet zelden voert morse den Burger jefferson in, diens Staatkundige begrippen schynen best met de zyne te strooken. Wy kunnen ons niet wederhouden de gedagten deezes Americaans over de Zeemagt der Republiek, door morse overgenomen, hier af te schryven; de tegenwoordige omstandigheden van een mogelyken Oorlog, tusschen deeze Staaten en het Fransch Gemeenebest, zal het voor veelen onzer Leezeren niet ongevallig maaken, dit hier aan te treffen.
‘Wat onze Zeemagt aangaat, schryft morse; deeze bezitten wy niet. Alles, derhalven, wat hieromtrent kan gezegd worden, geschiedt by manier van voorraad. Ik gewaagde alleen van de Zeemagt, om gelegenheid te hebben tot het voordraagen der voortreffelyke aanmerkingen van den Heer jefferson, dit onderwerp betreffende. Naa eene berekening van het Geldvermogen van Virginie gemaakt, en bevonden te hebben, dat hetzelve, zonder in ongelegenheid te geraaken, kan opbrengen een Millioen Dollars, jaarlyks, tot onderhoud van een vereenigd Leger, het betaalen der schulden, en het aanbouwen eener Vloot voor het Bondgenootschap, gaat hy voort om eene toepassing te maaken van dit vermogen, indien het ongeluk wilde dat wy verschil kreegen met eenige Europische Mogenheid.
Om de afwending van zulk een voorval, ('t zyn de woorden van jefferson) moet met Godsdienstige vuurigheid gebeden worden. Zo jong als wy zyn, en gezegend met een land, waar in zo veele volken kunnen
| |
| |
woonen en het geluk zynen zetel vestigen, behoorden wy het geheele voortteelende vermogen der natuure eene daar toe medewerkende rigting te doen aanneemen; verspillende nimmer iets van dat vermogen ter bewerking van wederzydsch verderf. Het behoorde onze hoofdzaak te weezen den vrede en de vriendschap van iedere Natie aan te kweeken, zelfs van die Natie, welke ons het meeste nadeel heeft toegebragt, naa dat wy, ten haaren opzigte, ons doel zullen bereikt hebben.
't Zal ons belang zyn de deuren van Koophandel open te zetten, en alle deszelfs hinderpaalen uit den weg te ruimen; aan alle menschen volkomen vryheid geevende, om te verkoopen al wat zy in onze havens verkiezen in te voeren, dezelfde vryheid van hun verlangende. Nooit werd 'er eene meer verkeerde rekening gemaakt, dan wanneer men zich bevlytigde, om de Natien te overtuigen, dat haar belang medebrengt om Oorlog te voeren. Indien men het geld, welk het heeft gekost, om, naa het eindigen van eenen langduurigen oorlog, eene kleine Stad, of een klein Grondgebied, te winnen, het regt om hier hout te hakken en elders te visschen, hadt te koste gelegd aan de verbetering van 't geen wy reeds bezaten, aan het aanleggen van wegen, het openen van rivieren, het bouwen van havens, het verbeteren van kunsten, en het uitvinden van werk voor niets doende behoeftigen, men zou daar door veel magtiger en gelukkiger zyn geworden. Die wysheid, hoop ik, zullen wy bezitten.
En, om zo veel mogelyk, de gelegenheden, om kryg te voeren, te voorkomen, zou het, veelligt, ons beter geraaden zyn, den Oceaan geheel en al te verlaaten, dan denzelven te doen dienen tot een element, waar op wy aan oneenigheden met andere Natien voornaamlyk zullen blootstaan; het aan anderen overlaatende, om ons te brengen 't geen wy noodig hebben, en van ons te haalen 't geen wy kunnen missen. Dit zou ons onkwetsbaar maaken voor Europa, door niets van onzen eigendom in gevaar te stellen van ons te kunnen ontnomen worden, en zoude allen onze burgers zich op het beplanten der aarde doen toeleggen, en, gelyk ik reeds gezegd heb, landbouwers zyn de deugdzaamste en meest onafhangelyke Burgers.
| |
| |
Vroeg genoeg zou het zyn, werk voor hun op Zee te zoeken, wanneer zy op het land niet meer werk zouden vinden. Maar door langduurige gewoonte zyn onze Landgenooten aan den Koophandel verknogt, zy zullen dien voor hun zelven dryven. Oorlogen moeten, derhalven, by wylen ons lot zyn, en al wat de verstandigen doen kunnen is, de eene helft derzelven te voorkomen, welke door onze eigene dwaasheden en onregtvaardigheden ontstaan zouden, en voor de andere helft de beste toebereidzels te maaken, die ons mogelyk zyn. - Van hoedanig eenen aart zouden deeze toebereidzels weezen? Eene Landmagt zou tot eenen aanvallenden oorlog nutloos zyn, en noch het bekwaamste, noch veiligste, middel ter verweeringe. In beiderlei geval is de Zee het veld, in 't welk wy eenen Europeaanschen vyand het hoofd zouden bieden. Noodig is het, dat wy op dat Element eenige sterkte bezitten.
Eene Zeemagt te willen verzamelen, hoedanig de grootste Natien van Europa bezitten, zoude eene dwaaze en misdaadige verspilling van de kragten onzer Landgenooten zyn. Het ware even zo veel als ons eigen hoofd met den last dier krygskosten te bezwaaren, welke den Europischen Landman zonder eeten doen te bed gaan, en zyn brood met het zweet zyns aanschyns bevogtigen. Genoeg zal het zyn, indien wy ons in staat stellen tot het voorkomen van beledigingen van die Europische Natien, welke zwak ter Zee zyn; dewyl 'er omstandigheden zich kunnen voordoen, welke zelfs de magtiger Natien, ten onzen opzigte, kunnen doen zwak worden. De Voorzienigheid heeft derzelver rykste en weereloosste Bezittingen in onze nabuurschap geplaatst, en haaren ryksten Koophandel, als 't ware, genoodzaakt, om onder ons oog te moeten gedreeven worden. Om deezen te beschermen, of om ons te bevegten, zal slegts een klein gedeelte van haare Zeemagt over den Oceaan moeten gewaagd worden. De gevaaren, aan welke de Elementen haar alhier onderhevig maaken, zyn overbekend, gelyk ook de grooter gevaaren, aan welke zy in Europa zouden blootgesteld worden, indien haar geheele Vloot van eenen algemeenen ramp wierd beloopen. Zy kunnen ons alleen met smaldeelen aantasten; en 't is genoeg, indien wy ons wapenen tegen 't geen zy op ons kunnen afzenden. Zelfs een gerin- | |
| |
ger magt, dan zy kunnen afvaardigen, zal aan dezelve gelyk of magtiger zyn, van wegen den spoed, met welken eenig verlies aan onze zyde kan hersteld worden, terwyl de verliezen aan haare zyde onherstelbaar zyn zullen.
Eene kleine Zeemagt is dan genoeg voor ons, en zulk eene magt hebben wy noodig. De hoegrootheid daar van wil ik niet op my neemen te bepaalen. Dit alleen zal ik in 't midden brengen, dat dezelve op verre na zo groot niet zyn moet als wy zouden kunnen byeen brengen. - Onderstel dat de millioen Dollars, of driehonderd duizend Ponden, welke Virginie jaarlyks zou kunnen toebrengen, besteed wordt tot het aanleggen van eene Zeemagt. Voor deeze somme zoude een Vloot, voerende driehonderd stukken geschut, kunnen gebouwd, uitgerust, bemand, en na Zee gezonden worden.
Indien de overige Leden van het Bondgenootschap, naar evenredigheid, het hunne toebragten, zouden zy, in denzelfden tyd, Schepen met vyftien honderd stukken geschut kunnen uitrusten. De opbrengst van een enkel jaar zou, derhalven, een Zeemagt van achttien honderd stukken geschut kunnen in gereedheid brengen. De Engelsche Schepen van linie voeren zeven en zeventig stukken; hunne Fregatten acht en dertig stukken. Met achttienhonderd stukken geschut zou alzo een Vloot van dertig Schepen gewapend kunnen worden; onder deeze zou men achttien Schepen van linie kunnen hebben, en twaalf Fregatten. Indien men nu voor ieder stuk geschut, naar het voorbeeld van Engeland, acht man rekene, zou de jaarlyksche uitgaaf van ieder stuk geschut, de leevensmiddelen, kleedy, bezoldiging van het bootsvolk, en de noodige vertimmeringen, daar onder begreepen, bedraagen omtrent twaalf honderd en tachtig Dollars, of, in alles, twee millioenen drie honderd en vier duizend Dollars. Ik geef dit alleen op als de mogelyke uitgave voor één jaar, zonder te bepaalen of 'er meer of minder dan de uitgave van één jaar tot zulk een oogmerk zou vereischt worden.’
Het lot van de Americaansche Staaten in 't algemeen, en van de byzondere, geeft den Geschiedschryver gelegenheid tot het invlegten van veele aanmerkingen. Uit veele één voorbeeld, en dan meenen wy genoeg gedaan
| |
| |
te hebben, om dit Werk meer en naar verdiensten bekend te maaken. ‘Rhode-Eiland, schryft morse, levert een treurig voorbeeld op van losbandigheid en regeeringloosheid, welke altyd het gevolg is van de verslapping der zedelyke beginzelen. In de drift om den Staat van geld te voorzien, en elk eenen de beurs te vullen, zonder hen te verpligten, om het door naarstigheid te bewaaren, nam het wetgeevend lichaam het besluit, tot het maaken van honderd duizend Ponden aan credietbiljetten; eene somme, veel meer dan toereikende om te dienen tot een middel van handel in dien Staat, zonder gereed geld. De Kooplieden van Nieuwport en Providence verzetteden zich kloekmoedig tegen deeze Akte; hunne tegenkanting gaf nieuwe sterkte aan het besluit der Vergadering, en bewoog haar om het ontwerp door te zetten met een bevel van eenen zeer buitengewoonen aart. - De Wethouders, naamlyk, deeden eene Akte uitgaan, gelastende, dat indien eenig schuldeischer mogt weigeren om de biljetten aan te neemen, voor eenige hoegenaamde schuld, de schuldenaar de somme, welke hy schuldig was, konde stellen in handen van eenen Vrederegter, welke voorts daar van aankondiging zou doen in de openbaare Nieuwspapieren; en, indien de schuldeischer niet opkwam, om de aldus in bewaaring gestelde somme te ontvangen, binnen den tyd van zes maanden, zints de eerste aankondiging, zyn eisch als dan voor verbeurd zou gehouden worden.
Alle eerlyke lieden stonden verbaasd over deeze Akte; zelf de voorstanders van het papieren geld in andere Staaten, en van andere beginzelen gedreeven, keurden dit bedryf der Staaten van Rhode-Eiland af, als wederregtlyk en onderdrukkende. - Maar die Staat werd door tweespalt beheerscht. Geduurende het geroep om papieren geld was 'er een aantal heethoofdige, onkundige lieden, uit de kleine Steden, tot leden van het Wetgeevend Lichaam aangesteld. Wanneer zy de meerderheid van stemmen op hunne hand hadden, beraamden en volvoerden zy allerlei ontwerpen, welke hunne grillige luimen aan de hand gaven. Zy verzetteden zich tegen alle maatregelen, die het handelbelang in de hand werkten. Niet alleen
| |
| |
maakten zy slegte Wetten, die hunne eigene snoode oogmerken begunstigden, maar wisten ook hunne verdorvene afhangelingen in de regterlyke en uitvoerende Departementen in te dringen. Hun geld daalde laag genoeg in prys om te voldoen aan alle hunne slordige inzigten in het afdoen van schulden. 'Er ging byna niets om. Alle vertrouwen was verdweenen. De Staat was van binnen verward, en wierdt van buiten verfoeid.’
Twee wel uitgevoerde Kaarten vercieren en onderschraagen dit Werk; eene van de Noordlyke en Midden Staaten; bevattende de Westlyke Streeken en de Britsche Eigendommen in Noord-America, opgemaakt uit de naauwkeurigste Berigten - de andere van de Staaten van Virginie, Noord-Carolina, Zuid-Carolina en Georgie, met de Spaansche Provincien van Oost- en West Florida, als Grensscheidingen tusschen de Vereenigde Staaten en de Spaansche Bezittingen, by het laatste Vredes-Tractaat bepaald, opgemaakt uit de nieuwste en naauwkeurigste Berigten, door joseph purcell. Een grooter aantal Kaarten zou in een Werk van deezen aart gepast hebben. De Schryver noemt met reden dit gemis een jammer; doch hoopt, in volgende uitgaven, dezelve te vermeerderen. Of deeze gevolgd zyn, weeten wy niet. Eene laatere uitgave, dan naar welke deeze Vertaaling geschiedde, naamlyk van 1789, is 'er voorhanden, te Boston, in den Jaare 1793, gedrukt; dan wy hebben ze nimmer gezien, en weeten alleen by gerugte, dat ze veel vollediger is dan de eerste.
|
|