in een geringeren graad van dit kwaad, veelal gezocht wordt met weekmaakende pappen, om door dezelve eene verandering van het scherp uitgevaat vocht in goeden etter te wege te brengen. Onze Schryver merkt, p. 122, aan, dat de deelen, welke de stoffe der Vyt uitleveren, van zodanig een vliezigen aart zyn, dat men van dezelve geenerleye gunstige etterwording kan verwachten. Hy raadt, derhalven, om de uitstorting, zo het geval niet te zwaar is, door middel van plaatzelyke ontlastingen, door bloedzuigers, en door zamentrekkende middelen, voor te komen. Is intusschen het geval zo erg, dat 'er reeds eene uitstorting van vochten plaats heeft, dan houdt hy de konstbewerking voor onvermydelyk: moetende dezelve, zo de stoffe niet diep ligt, in eene enkele lancetsteek bestaan. Terwyl, zo de stoffe beneden het beenvlies ligt, en dus het laatste kootje der vinger reeds aangedaan is, bezwaarlyk eene grondige geneezing zal kunnen bekomen worden, zonder wegneeming of uitzweering van gemelde beentje. Waarom hy, in de plaats der enkele gewoone diepe insnyding, de oogenbliklyke uitpelling en wegneeming van het geheele kootje aanraadt.
Zeer leerzaam, en van een algemeen gebruik, zyn ook de raadgeevingen onzes Schryvers, ten opzichte der Winterhanden en Wintervoeten, of der zogenaamde Vorstbuilen, onverschillig op welke plaatzen zy ontstaan. Inzonderheid raadt hy hun, die aan zoortgelyke ongemakken onderhevig zyn, te zorgen, dat de aan de lucht blootgestelde deelen, zo veel mogelyk, voor de werking der sneeuw bewaard blyven; dewyl, volgens zyne ondervinding, niets deeze ongemakken spoediger en geweldiger doet ontstaan, dan de smeltende sneeuw. In gewoone gevallen van Vorstbuilen is het, volgens des Schryvers waarneemingen, best, het aangedaane deel te wryven met Terpentyngeest, of met de ontbinding van Campher in Brandewyn, of ook de deelen by aanhoudenheid te bedekken met strookjes linnen, in een deezer vochten natgemaakt. - De Vertaaler voegt hier eene Aantekening by van den Hoogduitschen Overzetter, die aanmerkt, dat men, in deeze gevallen, dikwyls gebruik maakt van Steenolie, Balsem Peru, eene pap van geraspte witte Wortelen, enz. doch dat voor een der beste middelen moet gehouden worden een zalfje uit verrotte of gebraadene Appelen, doiren van Eijeren, Lynolie en een weinig Lood-