Proeve van Godsdienstige Brieven voor het Verstand en Hart, opgedraagen aan alle Beminnaaren van Waarheid en Godzaligheid. Te Rotterdam, by J. van Baalen, en te Altona, by J. Schultz, 1798. In gr. 8vo. 277 bl.
Die aan dezelfde leiding van gedachten, over de Bybelsche Leer der Gelukzaligheid, gewoon zyn, als de Schryver van dit achttiental Godsdienstige Brieven, en zich wel, op een gemoedelyken trant, over zaaken van Godsdienst, in een doorgaans bevalligen styl, willen laaten onderhouden, zullen dit Boek met genoegen leezen, en kunnen 'er ook dat nut, 't welk men stichting noemt, in meer dan één opzicht, uit trekken. De Schryver zegt ergens: ‘Ik lees, tot myn uitspanning, nog dikwerf Zedelyke Verhaalen van mercier, d'arnaud, meisner en anderen, en vind niet zelden iets, dat my in het goede kan versterken: - een Juliette Grenville, Carel Grandison, Lucia en Carolina Sanson, kan ik leezen met aandoeningen, en bewonder de bekwaamheid en kennis van het menschelyke hart, van derzelver opstellers; - ook geeft myn hart my gene verwytingen, wanneer ik eene Polieukte en Thirsa geleezen heb, maar ik zegen de nagedagtenis van den Grooten corneille, en vereer de Godsdienstliefde van den onstervelyken feith.’ En het is uit de geheele schryfwyze wel te zien, dat zulk soort van Schriften hem niet vreemd is. Hier en daar heeft hy ook zyne krachten in 't maaken van Versen beproefd, en eenige Gezangen ingevoegd, die wel niet veel dichterlyke schoonheden hebben, maar desniettemin aan het welmeenend doel van den Opsteller, tot opwekking en versterking van Godsdienstige gevoelens, bevorderlyk kunnen weezen.
In de vier eerste Brieven deelt Lodewyk aan Elize zyne gedachte mede, over de benoeming van den Verlosser