meesterlyke pen van le brun ons afmaalde, kunnen overal nagegaan en gevonden worden, waar de beschaafde Europeaan over het eenvoudig Kind der Natuur, den hoogstbeklagenswaardigen Neger, den vloek der Slaverny heeft uitgesproken. Hoe lang reeds hebben de Wysgeer en Menschenvriend tegen dit verschriklyk kwaad hunne klaagstemmen doen horen! Dat dan ook de Toneeldichter, door zyne doelmatige schetsen, hunne edele poging ondersteune! Immers moet dit by ieder gevoelige ziel de hoop versterken: ‘Mogen nu nog de woelingen der tyden beletten, dat ten minsten ieder Republikeinsch bestuur over de verbetering van het lot der Negerslaven ernstig denke en handele, eenmaal toch zullen de pogingen der braven, door de goede Voorzienigheid ondersteund, den zegen uitwerken, dat de kreet der onderdrukte menschheid beter gehoord, en onze te lang verguisde en vertrapte natuurgenoten uit hunnen staat van vernedering opgebeurd, en in hunne eeuwige rechten erkend en hersteld worden.’ Met dit inzicht, en opdat daartoe de stand onzer nog te zeer miskende Broederen algemener in aandenken kome en blyve, bevelen wy dit Toneelspel niet alleen aan de oplettendheid en kunde onzer bekwame Tonelisten, maar ook aan elks aandachtige lezing en overdenking. Naar het gevoel, door die lezing by ons weder krachtig opgewekt, durven wy met te meerder vertrouwen verzekeren, dat hetzelve aan het oogmerk wezenlyk voldoet. Alle de Karakters ontwikkelen zich op ene byzondere wyze, geheel natuurlyk, en vooral die der Hoofdpersonadien zyn uitnemend en treffend geschetst. De aandoenlyke tonelen, die elkander met afwisseling en verscheidenheid gedurig opvolgen, zyn met orde en in het beste verband geplaatst. Met één woord, het gehele beloop van dit Stuk, byzonder ook het aanmerkenswaardig einde, is ons voorgekomen, dat zo wel aan den smaak en het hart van den Opsteller ere doet, als het, gelyk elk nadenkende wel erkennen zal, van zyn goed oordeel en zyne
bedaarde inzichten getuigt.