ryk en naderhand in de zeven vereemgde Provincien voorgevallene veranderingen.
Zonder ooit een Vyand van de eenhoofdige Regeering te zyn geweest, zo heb ik nogthans steeds een afschrik gehad van de onderdrukking, de overheersching, en het daar van byna onafscheidelyk bederf van het menschlyke geslacht. Ik vernam, derhalven, met eene onuitspreekelyke vreugd, de omwenteling in 1789, in Frankryk, myn Vaderland, voorgevallen; want ik was getuigen geweest van het lyden en de onderdrukking, waar onder het nyvere en werkzaame gedeelte der Fransche Burgeren by de oude Regeering zuchtede, en van het misbruik, dat de Gunstelingen en Grooten in het algemeen gemaakt hadden van het gezag van den Souverain.
Ik heb naderhand den wil der Natie geëerbiedigd, wanneer dezelve verklaarde, dat zy de eenhoofdige Regeering geheel en al wilde te niet doen, om dezelve door een Republikeinsch Gouvernement te doen vervangen, en zonder my te veroorlooven, om de redenen van dien stap te onderzoeken, heb ik de Republikeinsche gevoelens aangenomen, om dat myn Vaderland zulks gedaan had, en dat ik my zelven een wet had gemaakt, om my aan zodanig eene Regeering te onderwerpen, als het de Natie behaagen zoude zichzelven daar te stellen; maar ik verloor insgelyks nooit uit het oog, dat ik in eene Hollandsche Colonie woonde, welkers Moederland met Frankryk in Oorlog was, en ik stelde my zelven een wet, om myne Staatkundige gevoelens alleen voor my te houden, en onveranderlyk verknogt te blyven aan die Regeering, onder welke ik leefde, en door wie myn persoon en goederen beschut werden; het geen ik des te vryer kon doen, en met des te meer overeenkomst met myne aangekleefdheid aan myn Vaderland, om dat, door de burgerlyke Constitutie van de Colonie, de inwoonders niet gehouden waren, de wapenen ter verdediging tegen eenen aanval van buiten op te neemen, en dat myne hoedanigheid als bewooner van Demerary my geene verpligting oplag, strydig met myne verkleefdheid aan myn Vaderland.
Het verschriklyk voorbeeld der Fransche Eilanden, welke door de verdeeldheid haarer Inwoonders, ten opzichte der nieuwe Staatkundige gevoelens van Frankryk, op den rand van derzelver volstrekten on-