Krom tragt hier wel de eenvoudigen te onderwyzen, hoe zy zich voor hun zelven en de hunnen in den Bybel moeten oefenen; doch 't zyn vooral de meer geoefenden, tot welke hy het woord voert, om te doen zien, op welk eene wyze, en door wien, men de Bybeloefening den minvermogenden aangenaamer en gemaklyker kan maaken. - Zo wel in de eene als in de andere deezer Afdeelingen hebben wy verscheiden aanmerkingen ontmoet, die ons, in den Leeraar krom, den Kenner en den Vriend der menschen hebben doen eerbiedigen, en ons van dien aart zyn voorgekoomen, dat het daadlyk in praktyk brengen van dezelve, door Mannen van oordeel en beleid, eene kragtdaadige strekking zou hebben, ter verdryvinge van de jammerzalige onkunde van duizenden, die, ondanks den naam van Christenen, dien zy voeren, in eene meer dan Egyptische duisternisse gedompeld liggen. - Minder bruikbaare stoffe voor den minvermogenden Burger behelst de tweede Verhandeling, van wylen den Leeraar a. beekhuis. Dezelve loopt hoofdzaaklyk, vooreerst, over het verkeerde, gebrekkige of ongenoegzaame, tot nog toe in het werk gesteld, om den Bybel voor den eenvoudigen Burger verstaanbaar te maaken, en alzo, tot onderzoek daar van, zynen lust op te wekken. Voorts in een onderzoek treedende na een dienstig middel, ter weeringe van het kwaad, geeft beekhuis, als het ten dien einde toereikend en algenoegzaam middel, aan de hand: Men moet eene betere Overzetting voor den eenvoudigen Burger maaken. Met beekhuis staan wy in het begrip, dat eene betere Overzetting, dan de gebruiklyke Nederduitsche, niet slegts eene mogelyke, maar ook eene wenschelyke, zaak is. Alwie ooit de moeite heeft genomen, de Vertaaling van michaëlis, of van onzen geleerden Landgenoot van hamelsveld, met de bovengemelde te vergelyken, zal in de meerdere beschaafdheid en
verstaanbaarheid derzelven overvloedige reden gevonden hebben, om ons gevoelen toe te vallen. Maar zouden, door het verzorgen van eene betere Overzettinge, alle redenen van onkunde wegvallen? Hier aan kunnen wy onze toestemming niet geeven, dewyl die redenen een dieper grondslag dan eene gewaande onverstaanbaarheid van den Bybel hebben, zo als de Leeraar krom duidelyk heeft aangewezen, en door eene oplettende beschouwing van de heerschende geaartheid van het Menschdom genoegzaam kennelyk wordt. Ons bestek gedoogt niet, hier over