Schets van den tegenwoordigen staat der Hervormde Kerk in Nederland; benevens Ontwerp ter oprichting van een Genootschap, tot instandhouding van dezelve. Te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, 1798. In gr. 8vo. 48 bl.
De ontwerpen van deze Schets, en het daarby gevoegd plan, tot instandhouding van het Hervormd Kerkgenootschap in Nederland, vertoont ons deszelfs staat als allertreurigst. Het is by alle deszelfs inwendige gebreken, die, volgens deze Schets, zeer groot en menigvuldig zyn, in de neteligste omstandigheden ingewikkeld, terwyl het, by de kwyning van den algemeenen welvaart des Lands, by de onophoudelyke schattingen, welke den Burger geheel uitputten, zich in de onaangenaame noodzaakelykheid bevindt, om te zien na middelen, om in het onderhoud van al, wat tot deszelfs openbaaren Godsdienst nodig is, te voorzien, of het ziet zich weldra van allen openbaar onderwys verstoken, het geen, en voor hetzelve, en voor het geheele Gemeenebest, de rampzaligste gevolgen na zich sleepen moet. De oorzaaken van den treurigen staat van dit Kerkgenootschap, en deszelfs geduchte gevolgen, vindt hy deels in het gebrek aan inrichtingen in ons Kerkgenootschap zelve, deels, in de slappe handhaving van die inrichtingen, welke in hetzelve bestaan, deels, in het gedrag en de handelwys van sommigen van deszelfs Leeraars, deels, eindelyk, in de gebeurnissen der tyden, welken wy beleeven. Deze opgenoemde oorzaaken, of weg te neemen, of tegen dezelven te voorzien, is, zyns bedunkens, niet geheel onmoogelyk. ‘Het is,’ zegt hy, ‘niet onmogelyk het gebrekkige in de inrichtingen van ons Kerkgenootschap aan te vullen, door bekwaame middelen, ter weering van ergernissen, ter bevordering van den bloei van hetzelve, en der waare godzaligheid, daar te stellen, en in werking te brengen. Ook is het niet onmogelyk, de inrichtingen, welke 'er in ons Kerkgenootschap zyn, meer algemeen bekend te maaken, door aan elke Gemeente een gedrukt exemplaar derzelven mede te deelen, door dezelven beter te doen handhaven. Meerder moeijelykheid zal het inhebben, het gedrag en de handelwys van veele Leeraars van ons Kerkgenootschap te verbeteren, en evenwel, dit is vooral noodzaaklyk, zonder dat is