| |
Aanmerkingen over de krampstillende kragt van den witten vitriool, of zinkvitriool. Door den Heer Ideler, Med. Doctor, te Delitsch.
De krampstillende kragt van den Witten Vitriool is geenzins onbekend by veele voornaame Geneesheeren. Lettsom, crell, en anderen, hebben zulks met verschillende Waarneemingen bevestigd. Met dat alles komt het my voor, dat men dit middel, over het algemeen, niet genoegzaam beproefd heeft, in vergelyking met andere zogenaamde specifique krampstillende middelen: waarom ik het geenzins onnut oordeele, het volgende geval, uit meerdere gelykzoortige gekoozen, mede te deelen; vooral, om, door de bepaaling des tyds, der gifte, en der wyze van dit middel te gebruiken, hetzel- | |
| |
ve tot die waardigheid te verheffen, welke daar aan toekomt. Ik hoop hierdoor den weg te baanen, tot het gebruik van dit Geneesmiddel, in veele gelykzoortige gevallen; en dus, om aan veelen, die met zenuwkwaalen zukkelen, Verligting en Geneezing te bezorgen.
Een Meisje van twintig jaaren, te vooren van een bloedryk en vleesschig gestel, en van een vluggen en vrolyken geest, 't welk ook steeds, op zyn tyd, haare behoorlyke maandzuiveringen had, bekwam, na het doorstaan van veelvuldige onaangenaamheden en teleurstellingen, eene groote zwakheid van het zenuwgestel, wierd bleekzuchtig, en daarenboven eerlang nog gekweld door eene krampachtige Engborstigheid. Dit laatste toeval overviel haar, zonder geregelde tusschenpoozingen, zo menigmaalen zy wierd aangedaan door schrik, toorn, enz. ja zelfs ontstond het in den droom, of by gelegenheid van treurige denkbeelden. Hier by wierd de Lyderesse zo aandoenlyk, dat het toeslaan van een deur, de minste onaangenaamheid, enz. haar geheel gestel in wanorde konde brengen. De verschynzelen haarer ongesteldheid waren de volgende: De Ademhaaling wierd kort, piepend en zeer bezwaarlyk; de oogen wierden geslooten; het gezicht wierd rood, en zwol op; zy geraakte buiten kennis; de banden en voeten wierden koud; terwyl de polsslag zeer klein, snel, en ongeregeld was. Zy geraakte eerst buiten kennis, na dat de Engborstigheid reeds een tyd lang geduurd had, en had daar door, tot haar geluk, steeds tyd, om hulp te bekomen, of zich ten minsten veilig te stellen, voor ongelukken van vuur, water, enz. De gewoone hulpmiddelen tegen toevallen op de zenuwen deeden geene uitwerking in dit geval; uitgezonderd alleen de besprenging met koud water, die veel tot verkorting der overvallen toebragt. Behalven de beklemdheid der Ademhaaling, deeden 'er zich geenerleie stuiptrekkingen op. Wanneer de grootste hevigheid der aanvallen over was, kwam de Lyderesse weder tot zich zelve; de oogen openden zich; de pols wierd ruimer; doch het duurde doorgaans twee of drie uuren, eer de ruimheid der Ademhaaling volkomen hersteld wierd.
Toen ik over den toestand deezer Lyderesse wierd geraadpleegd, vond ik het lichaam zeer opgezet; terwyl ook de eetlust gering was: waar uit ik besloot, dat 'er onreinigheden in de eerste wegen opgehoopt moesten zyn, die, in vereeniging met onaangenaame ontmoetingen en
| |
| |
hartstochten, zekerlyk veel konden toebrengen, tot het verwekken van toevallen op de zenuwen. Ook vernam ik, dat men haar dikwyls had doen aderlaaten, met oogmerk om de toevallen te verligten; het geen echter, in dit geval, tegen alle Aanwyzing streed, en hierom door my ten sterksten verboden wierd.
Daar ik de ziekte bevond gecompliceerd te zyn, en hier niet alleen op het gebrek des zenuwgestels, maar wel, in de eerste plaats, op de verstopping in de eerste wegen, behoorde gelet te worden, handelde ik op de volgende wyze. Ik bediende my, in de eerste plaats, enkel van de Aloë, in kleine giften, en niet meer dan noodig was, om dagelyks tweemaalen een ruimen afgang te verwekken; ten welken einde ik het Gommeus Uittrekzel deezes middels, in een gedestilleerd water, deed ontbinden, en lepelswyze toedienen. De voortreflyke, verwarmende, oplossende en versterkende, werking van dit middel had my dikwyls, in zoortgelyke gevallen, de grootste diensten gedaan. Ook werkte het middel, in dit geval, uitmuntend; doende hetzelve eerlang eene groote menigte van stinkende, groene, en met allerlei kleuren geverwde, slymstoffen voor den dag komen, die, vóór derzelver ontlasting, veel buikpynen en winden veroorzaakten, en der Lyderesse veel verligting bezorgden. Allengskens keerden honger, slaap, eene verbeterde spysverteering, natuurlyke kleur des aangezichts, en kragten, weder. De voorheen opgespannen onderbuik wierd week, en viel te zamen; ja de opgestopte maandelyksche ontlastingen kwamen wederom van zelve in orde. Thans wierden, behalven de Aloë, Staalmiddelen te baat genomen, en het Liquor Anodynus, om het zenuwgestel tot bedaaren te brengen, en verder te versterken. Dan met dit alles bleef de Engborstigheid aanhouden; dezelve was wel niet toegenomen, doch scheen echter ook genoegzaam niets verminderd. Thans begreep ik, dat ik met eene enkel plaatslyke zenuwzwakte te doen had, en dat een middel, van eene genoegzaame kragt om de noodige veerkragt der aangedaane zenuwstammen te bewerken, eene volkomene geneezing zou kunnen te wege brengen. Meermaalen had ik ten dien einde gebruik gemaakt van den Koortsbast, de Zinkbloemen, de Bismuthkalk, de Kopersalmiak, enz.; doch ook meermaalen lieten
deeze beroemde middelen my zitten, zonder de begeerde hulpe daar te stellen. Deeze teleurstellingen hadden my dikwerf voor die middelen in
| |
| |
plaats doen stellen den Witten of Zinkvitriool, met dit gevolg, dat ik denzelven als een der uitmuntendste middelen leerde kennen, in die gevallen, in welke het alleen aankomt, op het beteugelen eener te groote aandoenlykheid der zenuwen. Ten dien einde, deed ik acht greinen van dit middel smelten in acht oncen gedestilleerd water, en liet daar van, om de acht uuren, ruim een lepelvol neemen, zonder dat verder eenig ander hulpmiddel wierd aangewend, uitgezonderd een geschikte Dieet. Na dat dit middel, geduurende ruim eene week, gebruikt was, wierden de aanvallen der kwaale reeds zeldzaamer, niettegenstaande het geenzins ontbrak aan die toevallige oorzaaken, die voormaals dezelve steeds in den hoogsten graad daarstelden. Naar maate de menigvuldigheid des Aanvals verminderde, veranderde insgelyks deszelfs hevigheid. Allengskens wierden de Aanvallen zo zwak, dat zy slegts bestonden in eene geringe en ras voorbygaande Borstbeklemming, zonder verlies van zelfsbewustheid; en eindelyk verdweenen zy ten vollen.
Nadat de Lyderesse het aangepreezen hulpmiddel, geduurende den tyd van zes weeken, gebruikt had, was zy niet alleen verlost van haare zo bedenkelyke krampachtige kwaal; maar, daar zy voorheen zo aandoenlyk was in haar geheel zenuwgestel, had zy thans eene zo groote vastheid bekomen, zo in het geheel, als in die deelen, welke de zitplaats der kwaale geweest waren, dat zy die prikkelingen, welke voorheen haar geheel zenuwgestel in de war bragten, thans, zonder dat zy langer eenig nadeelig uitwerkzel te wege brengen, kan verdraagen. Ook wordt zy niet meer gekweld door angstvallige droomen, die, door de beangstigende denkbeelden, welke zy verwekten, weleer de aanvallen haars ongemaks zo dikwyls deeden wederkeeren. Zy geniet daarentegen thans eene volkomene gezondheid, en is steeds vrolyk en opgeruimd.
De Ziekte, welker Geneezing wy hier medegedeeld hebben, kan gevoegelyk genoemd worden eene krampachtige Engborstigheid, verzeld met Bewusteloosheid. De Lyderes geraakte, gelyk wy gemeld hebben, eerst buiten kennis, na dat de kramp in de borst reeds een tyd lang geduurd had; ontstaande zulks denkelyk, zo uit de zamenstemming der zenuwen, als uit de bezwaarlyk gemaakte terugvloeijing van het bloed uit het hoofd naar het hart. Had het toeval langer geduurd, zo was het
| |
| |
daardoor meerder hebbelyk geworden. Voorts zou het niet alleen veelerhande plaatslyke ongemakken in de Longen, en in andere deelen der Borst, te wege gebragt hebben; maar eindelyk de Lyderesse hebben doen omkomen, door Verstikking, of door eene Zenuwberoerte.
Wil men den Zinkvitriool met voordeel gebruiken, dan moet men denzelven aanwenden in gevallen, in welke eene algemeene, of plaatslyke, vermeerderde Levenskragt plaats heeft, verbonden met eene verslapping in het geheel gestel, en dus ook in de aangedaane Zenuwen. In zodanige omstandigheden kunnen door dit middel geneezen worden, Vallende Ziekte, Opstyging, Krankzinnigheid, tusschenpoozende Koortzen, en andere Zenuwkwaalen, die hunnen grond hebben in de beschreevene stemming van het geheel gestel, of in byzondere deelen van hetzelve.
Eindelyk, spreekt het van zelve, dat daar by geene grove stoffelyke medewerkende oorzaaken moeten tegenwoordig zyn, of dat dezelve vooraf moeten weggenomen worden.
|
|