De zee.
Beladen Zeeën, door den Mensch uit zugt tot vermaak, rykdom, of Oorlog, beladen - Zeeën en Winden, hem dienstbaar gemaakt, getuigen van zyn kunst, en bevorderen zyne oogmerken.
young.
Welk eene groote, onoverzienbaare, ruimte vertoont zich aan myn bespiegelend oog! - eene vlakte, welker aandagtige beschouwing my van verwondering als doet wegzinken, wanneer ik alle derzelver byzonderheden gadesla, en te gelyk de magtige hand van Hem, die dezelve voortbragt en in stand houdt. Laat ons hier eenige oogenblikken vertoeven - hier, waar onderscheidene Tooneelen in en op zyn - waar men den donder der magtige Oorlogsvlooten hoort; woedende en bruischende golven ziet, - en de Majesteit van den grooten Schepper zich op het luisterrykst vertoont. Ja, oneindige beweegredenen zyn hier, om hun, die de laagheid bezitten om den Maaker van dit alles te ontkennen, te gelyk van schaamte te doen bloozen!
ô Wyde waterplas! welk een aantal nuttigheden brengt gy het Menschdom aan! Gy draagt duizenden van Waterkasteelen, die ons alles, wat tot cieraad, vermaak en benoodigdheden, strekt, aanbrengen. Gy bergt in uwen ruimen schoot eene tallooze menigte van schepzelen, elk in zynen aart en kring geschikt tot onderscheidene einden, wyl niets te vergeefs geschapen is. Neen: onderscheidene schepzelen verschaffen ons ook onderscheidene voedzels op onze weltoegeregte tafels; en deeze alle komen ook op onderscheidene tyden te voorschyn, ten nutte en genoegen van het Menschdom, om ons te voeden en te verkwikken.
Hoe strekken duizenden van Coraalen en Schelpen, die heerlyke voortbrengzelen der Natuur, tot cieraad der kostbaare Kabinetten van die Verzamelaars, die zich over derzelver luisterryke verscheidenheid moeten verbaazen, en te gelyk den Formeerder derzelven roemen!
Dan! beschouwen wy dit grootsche Element in alle zyne woede en vreeslyke kragt, wanneer de God der Eere dondert, en de golven zich als bergen verheffen; hoe zorglyk, hoe rampvol, is dan de staat van hun, die zich met hunne vlottende Kielen op hetzelve bevinden! Aanschouw dan den anderzins zoo kundigen Stuurman, den vluggen Matroos, aan de stormen blootgesteld; alles wordt in 't werk gesteld, wat kunst en vlyt ooit uitdagten, om Schip en Volk te be-