| |
Béricht, aangaande de vermaarde Romeinsche tapyten, geweeven volgens de tekeningen van Raphaël.
(Uit het Fransch.)
Deeze beroemde Tapyten, weleer een der aanmerklykste cieraaden van Rome, zyn, na de verovering deezer aloude Stad, door de Franschen, benevens veele andere Pronkstukken van smaak en konst, naar Parys overgebragt, alwaar zy thans voor een ieder in het Museum der Louvre te zien zyn. Het getal deezer Tapyten beloopt een-en-twintig, die niet alle even voor treflyk zyn; schoon de verheven smaak van raphaël in alle
| |
| |
kennelyk is. Het schynt dat raphaël van zommige alleen, met 'er haast, de grondlynen getrokken heeft, en dat zyne Leerlingen het overige hebben uitgewerkt. De uitvoering der Stukken is derhalven, naar de onderscheide talenten der Leerlingen, verschillend uitgevallen, en nog meer of min bedorven, naar de verschillende bekwaamheid der werklieden. Men is niet genoegzaam bedreeven in de Geschiedenis deezer Tapyten, om met zekerheid te kunnen zeggen, welk deel raphaël in de uitvoering van elk derzelve gehad heeft: zie hier eene lyst, volgens hunne meerdere of mindere voortreflykheid, waar uit men ook zal zien, dat de meestgeachtste byna alle in het Museum zyn.
1. | De Prediking van Paulus te Athene, in den Areopagus. |
2. | De Tovenaar Elymas, of Barjesu, door Paulus met Blindheid geslaagen, in tegenwoordigheid van den Oudburgemeester Sergius. |
3. | De Dood van Ananias. |
4. | Jesus Christus geeft aan Petrus de Sleutelen des Hemelryks. |
5, 6 en 7. | De Kindermoord te Bethlehem. Onder deeze drie Tapyten is maar één dat uitmunt. |
8. | De Opstanding van Jesus Christus. |
9. | Paulus en Barnabas verzetten zich tegen de Offerhanden, met welke die van Lystren hen wilden vereeren. |
10. | De aanbidding der Wyzen uit het Oosten. |
11. | De geneezing des Kreupelen in de poort van den Tempel, door de Apostels Petrus en Johannes. |
De volgende Tapyten zyn van minder waarde.
12. | De bekeering van Paulus. |
13. | De aanbidding der Herders. |
14. | De aanbieding van het Kind Jesus in den Tempel. |
15. | De wonderdaadige Vischvangst. |
16. | Het Martelaarschap van Stephanus. |
17. | Jesus Christus met zyne Leerlingen aan Tafel te Emaus. |
De vier volgende Stukken zyn de slegtste.
18. | De uitstorting van den Heiligen Geest. |
19. | De Hemelvaart van Jesus Christus. |
| |
| |
20. | Jesus vertoont zich aan Maria Magdalena onder de gedaante van een Tuinman. |
21. | Jesus Christus verlost de Oudvaders uit het Vagevuur. |
Deeze beroemde Tapyten wierden te Rome niet ten toon gesteld, dan alleen geduurende eenige weinige dagen der week, waarin de Sacramentsdag gevierd wordt; wanneer zy te zien waren op de Gallery, die van de plaats van St. Pieter naar het Vaticaan loopt: wanneer 'er steeds eene ontelbaare menigte van aanschouwers tegenwoordig was, om deeze Konststukken te bewonderen. Ondertusschen zyn deeze Tapyten naauwlyks meer dan eene schaduw der oorspronglyke Tekeningen, waar van 'er nog zeven in Engeland aanweezig zyn, die, volgens de naauwkeurige beschryvingen, meer dan iets anders, in staat zyn, ons een waar denkbeeld te geeven van het groot talent van raphaël. Met dat alles is 'er in deeze Tapyten nog zo veel schoons overgebleeven, dat men, niettegenstaande de onvolmaaktheden, die, door de ongeschiktheid der werklieden en de veroudering der stoffen, daar in mogten aanweezende zyn, de kunde en den scheppenden geest van raphaël daar in ten klaarsten ziet doorstraalen. Dus bevat, by voorbeeld, het Stuk, waar in Jesus de Sleutelen des Hemelryks aan Petrus overgeeft, veel onnavolgbaar schoons. Niet alleen is de houding der beide hoofdpersonadien verwonderenswaardig, maar vooral is aanmerkenswaardig de uitwerking deezer daad op de houding en wezenstrekken der overige Apostelen. Men ziet daar in, als naar het leven, de oprechte liefde en vriendschap van St. Jan, vreemd van allen nayver, en niet minder de verrassende verbaasdheid van den geenen, die achter hem staat, en zich zyn mantel, zonder dat hy het bespeurt, laat ontglippen, terwyl de gelaatstrekken van andere Apostelen zeer duidelyk hunnen nayver, verwondering en bedroogen verwagting, vertoonen.
Het verheven vernuft van raphaël is niet minder zigtbaar in de Bywerken, die tot verciering en opheldering van het hoofdoogmerk der Tekeningen daar by gevoegd zyn; nooit zyn dezelve te onpas aangebragt, maar zy vermeerderen steeds de belangrykheid der Stukken. Zodanig zyn de houding van den Vader, die, geduurende de verwarring van het gevegt, het lyk van zyn' Zoon ontdekt; de gebaarden der Moeder, die, om haar Kind te
| |
| |
bewaaren, hetzelve aan haare borsten drukt; de nieuwsgierigheid der Vrouwe, die het hoofd van iemand, voor haar staande, op zyde drukt, om de plegtigheid, in dat stuk vertoond wordende, te beter te zien, enz. Weinige dier Byvoegzels zyn zo treffend, als, in het tafereel van het gebeurde te Lystren, de afbeelding des persoons, die het kleed opligt van hem, die door Paulus geneezen was; dewyl zulks dient om de klaarblyklykheid des Wonderwerks te vermeerderen, en als eene spreekende uitlegging der Schildery daar te stellen.
Raphaël was, zo het schynt, geen groot beminnaar van het naakte beeldwerk; maar bezat daarentegen, in den hoogsten trap, de konst om zyne beelden te kleeden. Dit gedeelte van zyn arbeid is zo wel bekoorlyk door deszelfs natuurlykheid, als door zyne eenvoudigheid. Zomwylen verrykt hy zyn eenvoudigen styl door een oordeelkundig gebruik van borduurwerk, passementen, enz. Zodanige vercieringen komen ook voor in deeze Tapyten, en zyn zo voortreflyk gebezigd, dat de Oostersche overdaad geenzins aan den zuiveren smaak der konst hindert. Het oog van den Konstkenner schept meer behaagen in de dus gebezigde borduurzels en andere ouderwetsche vercierzels, dan in de pragtige zyden gewaaden, waar mede zommige laatere Konstschilders hunne beelden eer omhangen hebben dan gekleed.
Wat de Geschiedenis deezer Tapyten betreft, dezelve is zeer gebrekkig en oppervlakkig. Alles wat vasari, die 'er het eerst van gewaagt, dien aangaande vermeldt, bestaat alleen in dat geen, 't welk hy van raphaël zelven gehoord heeft, en komt hier op uit, dat die Konstenaar dezelve getekend heeft op order van Paus leo den Tienden; dat zy bewerkt zyn in Vlaanderen, en dat zy 70,000 Soldi gekost hebben. Hy bepaalt noch het getal, noch de onderwerpen: zo dat men met geen voldoende zekerheid kan bepaalen, of alle bovengenoemde Tapyten van raphaël zyn, en hoe veel deel zyn penceel daar in gehad heeft. Zelfs zyn 'er twee of drie onder, waar aan men byna zou twyffelen, of zy wel van zyne vinding zyn. Bottari verzekert, in zyne aantekeningen op het Werk van vasari, dat de Tapyten in 't geheel twaalf in getal zyn, zonder echter te zeggen,
| |
| |
hoe hy dit weet: terwyl hy door het meerder getal, 't geen 'er nog heden van aanweezende is, wordt tegengesprooken.
Na het vervaardigen der oorspronglyke Tekeningen, wierd de uitvoering der Stukken aanbevolen aan twee Vlamingen, michiel coxier en bernard van orley, beide Leerlingen van raphaël, die omtrent deezen tyd van Rome naar hun Vaderland wederkeerden. De Tekeningen wierden intusschen niet met de afgewerkte Tapyten te rug gezonden, en men weet niet in wiens handen zy verder geraakt zyn. Meer dan honderd jaaren laater vond men zeven van deeze Konststukken in Engeland, te Whitehal, onder de aanzienlyke verzameling van Tekeningen van Koning karel den Eersten. Doch zy waren toen in een elendigen toestand, en alle in vier of vyf reepen gesneeden, 't geen reeds ten tyde van 't weeven der Tapyten geschied was, tot gemak der Werklieden, die dus teffens op verschillende getouwen ieder een gedeelte van elk Stuk konden gereedmaaken. Deeze Tekeningen bleeven ongeveer in dien staat, tot na de Omwenteling, wanneer men ze op elkander gerold in eene kas vond liggen. Na dien tyd wierd 'er meerder zorg voor deeze Konststukken gedraagen; wordende dezelve in orde op doek geplakt, waar na men de weinige beschadigde plaatzen, die 'er in gevonden wierden, met de grootste zorg herstelde. Koning william deed eene byzondere gallery voor deeze stukken te Hamptoncourt gereedmaaken, in welke geduurende den winter gestookt wierd, op dat de vochtigheid deeze Konststukken niet beschadigen zou. In onzen tyd zyn zy naar Windsor overgebragt, alwaar ze nog heden in de vertrekken der Koninginne gevonden worden.
De Tekeningen der overige Tapyten zyn naar alle waarschynlykheid voor altoos verlooren gegaan. In het laatst der voorige eeuw wierd een aantal stukken derzelve naar Engeland overgebragt, en men ontdekte een groot stuk der Tekening, den moord van Bethlehem verbeeldende, 't geen geheel en al bedorven was. Richardson, de Oudere, bezat eene verzameling van ongeveer vyftig zodanige stukken, bestaande in hoofden, armen, beenen, enz. meerendeels behoorende tot de Wyzen uit het Oosten, de Kindermoord van Bethlehem, en de Opstanding des Zaligmaakers. De persoon, die deeze verscheurde stukken aan richardson verkogt, zeide, dat men ze
| |
| |
geschonden had, om ze zo veel te gemaklyker te kunnen verdeelen onder een aantal kinderen van een talryk huisgezin, aan 't welk zy by erffenis gekomen waren.
Op verschillende plaatzen van Engeland en Spanje, te Mantua en Milaan, vindt men nabootzingen van deeze oorspronglyke Tapyten van Rome. Meermaalen zyn zy ook in het koper gebragt, zo alle te zamen, als afzonderlyk. De Plaaten van marc antonio zyn de voortreflykste, gelyk ook de Aanbidding der Wyzen uit het Oosten, door santo bartoli in het licht gegeeven. De zeven Tekeningen van het Engelsche Hof zyn in Plaat gebragt door nicolaus dorigny, op eene uitmuntende wyze, en overeenkomstig met het oorspronglyke. Gribelin heeft hetzelfde gedaan; doch zyne Plaaten zyn minder schoon, en te klein. In laater tyd heeft een Duitsch Konstenaar, met naame sommeran, eene Verzameling van twintig Plaaten gegeeven, waaraan alleen ontbreekt de Steeniging van Stephanus: deeze Stukken zyn zeer net uitgevoerd; doch de weezenlyk schoone smaak der origineelen is daar niet in te vinden. Tegenwoordig is men te Rome bezig met de vervaardiging van geheel nieuwe gegraveerde Plaaten, die met zeer veel konst worden uitgevoerd. Reeds vyf daar van zien het licht, en verdienen den naam van uitmuntende Konststukken. Doch het is jammer, dat de Konstenaar te veel zyne eigene bekwaamheid in deeze Stukken heeft laaten blyken, en 'er zich niet toe bepaald heeft, om enkel eene getrouwe copie van de Werken van raphaël te leveren. De Plaat van bartoli zal altoos een proefstuk blyven van eene waarlyk getrouwe en schoone navolging, en iemand, die zich in staat mogt bevinden, om op eene even voortreflyke wyze Afbeeldingen van de overige Tapyten te vervaardigen, zou veel kunnen toebrengen tot volmaaking van den goeden smaak in de Fraaije Konsten.
|
|