| |
| |
| |
Opmerklyk geval, omtrent een' ter dood verwezen misdadiger, in Engeland.
(Medegedeeld door den Heer r. arrenberg, te Rotterdam.)
Daar men in Engeland nimmer een Pynbank gebruikt, om een misdadiger tot bekendtenis te brengen, maar de Rechter hem alleenlyk op den Eed van getuigen, en de klaarblyklykheid van de zaak, tot den dood, of eene mindere straffe, veroordeelt, heeft deze manier van rechtspleging altoos veel goedkeuring by andere Natien verworven. Wendeborn, die dezelve, in zyn Staat van Groot-Brittanje, naauwkeurig beschreven heeft, houd ze, verre weg, verkieslyk, boven die, welke in andere Landen in gebruik is, en het ontbreekt niet aan lieden in ons Vaderland, die, by gelegenheid van het afschaffen der Pynbank in deze Republyk, en de raadpleging der Wetgevende Magt, om, in plaats van dezelve, eene andere manier van procederen daar te stellen, beweren, dat dezelve hier te lande behoorde ingevoerd te worden. Wat het beste zy mogen Staatkundigen en Rechtsgeleerden beslissen; maar zeker is het, dat deze manier van Rechtsplegen in Lyfstraflyke zaken geenzins zoo voldoende is, om een gemoedelyken Rechter in alle gevallen gerust te stellen dat hy geen onschuldigen veroordeeld heeft, als men zich in het algemeen verbeeldt.
Zy, die gewoon zyn de Engelsche nieuwspapieren te lezen, waarin alle Lyfstraflyke Rechtsplegingen publyk gemaakt worden, vinden daar in telkens voorbeelden van misdadigers, die wel tot het laatste oogenblik de hun aangetygde misdaden ontkennen; maar wanneer zy zien, dat 'er geen pardon, of uitstel van executie, te wagten is, hunne schuld belyden, en de billykheid van het over hun geslagen vonnis erkennen; doch daar tegen vindt men ook menigvuldige voorbeelden van zoodanigen, die bestendig de tegen hun ingebragte beschuldiging ontkennen, zich aan de misdaad, om welke zy ter dood gebragt worden, onschuldig verklaren, en 'er de eeuwigheid op instappen.
Dan boven en behalven deze daaglyksche voorvallen, zal het volgend opmerklyk Verhaal doen zien, dat een
| |
| |
Rechter, in weerwil van een aantal getuigen en de grootste klaarblyklykheid, kan misleid worden, en een onschuldigen veroordeelen.
Vóór eenige jaren, kwam een Franschman, Jacques Dumoulin genaamd, met vrouw en kinderen en een geringe somme gelds, in Engeland. Zich in Londen ter neder gezet hebbende, won hy zyn bestaan met groote partyen van gesmokkelde en aangehaalde goederen, die aan den Tol opgeveild worden, te koopen, en dezelven wederom in het klein te verkoopen. Schoon zy, die dezen handel dryven in Engeland, alwaar geen fatzoenlyk man die goederen zou durven koopen, zeer veracht worden, stond egter Dumoulin in taamlyk goede achting by allen die hem kenden, en zou dezelve waarschynlyk behouden hebben, indien hy niet tevens onder het vermoeden geraakt ware van een valsche Munter te wezen. Dit vermoeden ontstond hier uit, om dat Dumoulin, als hem iemand geld betaald had, telkens terug kwam, zeggende dat hy valsch geld ontfangen had, en, hoe zeer men hem van het tegendeel trachtte te overtuigen, altyd zoo sterk op zyn stuk staan bleef, en zoo lang aanhield, tot dat men hem het geld verwisseld had; zoo dat hy daardoor welhaast al zyne achting en credit verloor.
Op zekeren dag, aan een man, Harris genaamd, met wien hy te voren nooit eenige zaken gedaan had, voor zeventig Ponden Sterlings aan goederen verkogt hebbende, betaalde hem die man, voor een gedeelte, met Guinies, en, voor het ander gedeelte, met Portugeesch goud. In het eerst maakte hy eenige zwarigheid om dat laatste geld te ontvangen; doch, op de verzekering van Harris, dat hy al dit geld naauwkeurig bezien en gewogen had, nam hy het eindlyk aan, en gaf hem quitantie; dan eenige dagen daar na kwam hy by hem terug met zes Guinies, die hy zeide dat valsch en onder het geld geweest waren, 't welk hy van hem ontvangen had. Harris hield het tegendeel staande, en weigerde die Guinies te verwisselen. Dumoulin verzekerde, dat hy, dit geld van hem ontfangen hebbende, het terstond in zyn bureau gelegd, en het niet aangeraakt had vóór dat hy 'er dien dag een Wisselbrief mede had willen betalen, wanneer hy die valsche stukken 'er onder gevonden had.
Het gevolg van dit geschil was, dat het voor den Rechter gebragt werd, en Dumoulin een Eed gedaan
| |
| |
hebbende, dat hy dit valsche geld, in de daad, van Harris ontfangen had, werd de laatste verwezen om dat valsche geld tegen goed geld aan hem te verwisselen. Harris, woedende van zich zoo bedrogen te zien door een valschen Eed van Dumoulin, vertelde dit geval aan ieder een, en ontdekte toen, dat verscheiden menschen dezelfde historie met Dumoulin gehad hadden, en hier door verviel zyn credit dermaten, dat niemand meer met hem te doen wilde hebben. Dumoulin, ondervindende dat de vertellingen van Harris de oorzaak van zyn discredit waren, deed hem een proces van injurie aan. Voor den Rechter verschenen, en de aanklagte gedaan zynde, verdedigde Harris zich yverig, deed een naauwkeurig en omstandig verslag van het geval, en een aantal getuigen by zich hebbende, die dezelfde moeilykheid met Dumoulin, over valsch geld, gehad hadden, bragt hy het zoo ver, dat de Rechter begon te vermoeden, dat Dumoulin, in de daad, een valsche Munter was, en hem derhalven in hegtenis deed nemen. Vervolgens order gegeven zynde, om zyn huis te doorzoeken, vond men in zyn bureau alle de Instrumenten van een valschen Munter.
De pogingen, die men bewees dat Dumoulin gedaan had, om telkens valsch tegen goed geld te verwisselen, de quantiteit, die men 'er nog van by hem vond, gevoegd by de ontdekking van de Instrumenten, maakten een volkomen bewys ten zynen laste uit. Hier by kwam nog de herinnering van de onbeschaamdheid, met welke hy gedurig den een en ander gedwongen had het geld te verwisselen; den valschen Eed, dien hy tegen Harris gedaan, en het proces, waarin hy hem betrokken had; dit alles, te samen genomen, maakte Dumoulin zoo verachtlyk in de oogen van alle menschen, dat een ieder verlangde hem voorbeeldig gestraft te zien; ook werd hy, op den Eed der getuigen en de klaarblyklykheid van de zaak, ter dood verwezen.
Wie, die dit Verhaal tot hiertoe gelezen heeft, zal Dumoulin niet schuldig, en het over hem, naar de Engelsche manier van procederen, gevelde vonnis voor billyk en gegrond, oordeelen? maar wat gebeurde 'er? Terwyl Dumoulin onder het vonnis des doods zat, en nog maar weinige dagen te leven had, geviel het dat zekere Graveur Williams, door Londen rydende, van zyn paard stortte, en dien val oogenbliklyk bestierf. Zyne Vrouw,
| |
| |
die hoog zwanger was, miskraamde van schrik, en kreeg zulke hevige stuipen, dat 'er niet dan de dood te wagten was. Voelende dat haar einde naderde, zond zy om de Vrouw van Dumoulin, en geëischt hebbende dat men ze by haar alleen zou laten, sprak zy haar in dezervoegen aan:
‘Mejuffrouw! ik heb u eene zonderlinge zaak te ontdekken. Myn man en drie andere personen (die zy met namen noemde) hebben, sedert eenige jaren, alleen bestaan door het maken van valsche Guinies, en dewyl men my dikwils gebruikte om dat geld uit te geven, ben ik daar door agter het geheim geraakt. Hier door weet ik, dat, één van hun by uw man als knegt in dienst geraakt zynde, de anderen hem sleutels bezorgd hebben, waar mede hy de bureau en lessenaar van zyn meester konde openen, en dat hy door dit middel telkens het goed geld daar uit genomen, en het valsche 'er voor in plaats gelegd heeft; dat door die kunstgrepen uw man zyn credit in den handel verloren heeft, en nu ook zyn leven door een schandelyken dood staat te verliezen, indien men hem niet spoedig tracht te redden.’
Na dat de Vrouw, met zeer veel moeite, alle die woorden uitgesproken had, kreeg zy weder eene hevige stuip, en stierf.
De Vrouw van Dumoulin, zonder tydverzuim, het een en ander den Rechter aangebragt hebbende, werden de beschuldigden in hegtenis genomen. Een van hun, verschrikt en ontsteld zynde, bekende terstond de geheele zaak, en wees de plaats aan daar het overige gereedschap en valsch geld verborgen was. Men vond, onder de goederen van den knegt van Dumoulin, verscheiden afdruksels van sleutels in wasch, benevens een bos met gemaakte sleutels. Toen hem dit alles door den Rechter vertoond werd, stortte hy een vloed van tranen, en bekende al het geen, waar mede hy beschuldigd werd. Gevraagd zynde, hoe die Instrumenten, welken in zyns meesters bureau gevonden waren, en die hy bekende de zyne te wezen, daar in geraakt waren, gaf hy ten antwoord, dat, toen hy gehoord had, dat zyn meester in hegtenis genomen was, hy wel begreep, dat de Justitie het huis zou komen doorzoeken, en vreezende dat men dit gereedschap by hem mogt vinden, hy daarom schielyk,
| |
| |
door middel van den sleutel, dien hy 'er van had, zyns meesters bureau geopend, en het daar in gelegd had.
Door deze bekendtenis, zag men nu de waare reden, waarom Dumoulin zoo dikwils valsch geld by den een en ander te rug gebragt had; dat alle zyne klagten gegrond waren, en zyn Eed zuiver was geweest; en dat, buiten dit zeer zonderling toeval, een eerlyk man, enkel op bewyzen, die, hoe groot een trap van waarschynlykheid dezelven ook mogten gehad hebben, egter valsch waren, onschuldig zou ter dood gebragt zyn geworden.
|
|