| |
| |
| |
Beschryving van het observatorium van Herschel.
Door een Fransch Reiziger.
Ten tien uuren in den avond begaf ik my naar het huis van den beroemden Sterrekundigen, herschel. Men bragt my, langs een netten trap, in een ruim vertrek, opgecierd met Kaarten, Sterrekundige en Natuurkundige Werktuigen, Spheeren, Hemelgloben, en een groot Clavier.
In plaats van den meester van het huis, zag ik aan het einde der kamer eene jonge Juffrouw zitten by eene tafel, met verscheide kaarsen voorzien; een groot opengeslaagen boek lag voor haar; zy schreef haare waarneemingen, met groote ingespannenheid van geest beurtelings ziende op een Sterrekundig uurwerk en op eene andere wyzerplaat, waar van my het gebruik onbekend was.
Ik naderde zeer zachtjes en op myne teenen, om de Juffrouw niet te stooren in eene bezigheid, die haar geheele aandagt scheen te vorderen. Ook kwam ik achter haar te staan, zonder dat zy my, zo veel ik merken kon, bespeurde; wanneer ik zag, dat het boek, 't geen voor haar lag, de Atlas was van flamsted, gelyk ook, dat zy, na den stand der wyzers naauwkeurig te hebben opgenomen, op eene geschreevene voor haar leggende Kaart punten aantekende, die my Sterren scheenen te betekenen.
Deeze ingespannenheid van gedagten, het werk 't geen verricht wierd, de tyd der nacht, de jeugd en de sexe der persoon, de diepe stilzwygenheid, die in 't geheele huis heerschte; dit alles te zamen genomen verwekte by my eene treffende deelneeming; tot dat de Juffrouw, zich by geval omkeerende, en myne vreeze bespeurende van haar te zullen stooren, opstond, om my haar leedweezen te betuigen, dat ik haar van myne komst geen kennis had gegeeven. Voorts zeide zy my, dat zy bezig was, met de waarneemingen, die haar Broeder deed, te volgen, en daarvan de uitkomsten aan te tekenen: zynde deeze thans boven bezig, met van de schoone heldere lucht gebruik te maaken, om de standplaats van eenige Gesternten nader te bepaalen.
‘Myn Broeder (zeide Juffrouw carolina herschel)
| |
| |
is reeds geduurende twee uuren aan zyn werk, en ik ondersteun hem hier met al myn vermogen. Dit uurwerk wyst my de uuren, minuten en seconden, aan; en deeze andere wyzer heeft boven, door snoeren, gemeenschap met het Telescoop van myn Broeder. Door middel van onder ons bepaalde tekens, welke hy my met het draaijen van deen wyzer geeft, weet ik net, wat hy boven waarneemt, en ik teken op deeze groote Kaart de Sterren aan, welke hy telt, of die welke hy ontdekt, zelfs in de afgelegenste deelen des Hemels.’
Vervolgens begaf ik my naar het bovenste gedeelte van het gebouw, in 't welk de eigentlyke waarneemingen gedaan worden. Het huis zelve is niet bovenmaaten hoog; doch, 't geen van meer belang is voor den Sterrekundigen Waarneemer, het staat in eene ruime vlakte, die een vry gezicht heeft, van eene genoegzaame uitgebreidheid, en waar geene trillingen, door 't voorby ryden van zwaar gelaaden rydtuigen, veroorzaakt worden, die zo nadeelig zyn voor de naauwkeurigheid der standen, in welke zich Sterrekundige werktuigen moeten bevinden. De Telescopen zelve zyn in de open lucht geplaatst, en rusten op zeer eenvoudig en schrander uitgedagte voetstukken, door welker middel een jongeling, in een der benedenvertrekken, zo aan de werktuigen, als aan den waarneemer, eene beweeging mededeelt, die in eene tegenstrydige leiding met die des aardkloots staat, en, daar zy van dezelfde snelheid is, bewerkt, dat de Hemelsche lichaamen, die men wil waarneemen, niet buiten het veld van het Telescoop geraaken. Daarenboven is aanmerkenswaardig, dat deeze groote werktuigen met eene zo juiste naauwkeurigheid gemaakt zyn; dat zy zo sterk zyn, en dat men zo veele middelen heeft uitgedagt, om dezelve in staat te stellen om alle de guurheden van het slegtste weder te verduuren. Onder anderen zyn de spiegels zodanig geplaatst, dat zy met het grootst gemak op allerleije wyzen verplaatst kunnen worden, niettegenstaande zy van een buitengewoon gewigt zyn.
Hier zag ik dat gedenkwaardig Telescoop, waarmede herschel, in 1781, de achtste Planeet ontdekte; terwyl hy, in laater tyd, nog daarenboven waarnam, dat dezelve twee Wachters heeft, die beide in kringen beweegen, die nagenoeg cirkelrond zyn, en den Zonsweg byna rechtstandig snyden. Uit dankbaarheid aan zyn weldoener, gaf de Sterrekundige aan deeze Dwaalster den naam van
| |
| |
Georgium Sidus, of Gesternte van Koning George. Doch de gezamentlyke Sterrekundigen van Europa waren van oordeel, dat men voornaamelyk dankbaarheid verschuldigd was aan den uitvinder; zy herdoopten de Planeet eerlang eenpaarig, en noemden haar de Planeet van Herschel. La place heeft, in zyn uitgeleezen Werk, Uitlegging van het Systema van het Heelal, dezelfde Planeet genoemd Uranus. Myne betrekkingen tot verscheiden Leden der Londensche Societeit thans door den Oorlog afgebrooken zynde, weet ik niet wat tot deeze verandering aanleiding heeft kunnen geeven; doch ik denk, dat de zedigheid van herschel hier van de oorzaak zal geweest zyn, en hem niet zal hebben toegelaaten, een eerbewys aan te neemen, 't geen hem anderzins zo wettig toekwam.
Dit Telescoop, waarmede ik het genoegen had, geduurende meer dan twee uuren, waarneemingen te doen, heeft maar eene lengte van zeven voeten, en een middellyn van zes duimen en zes lynen. Herschel heeft my verzekerd, dat hy meer dan honderd-veertig spiegels gegooten en bewerkt had, eer hy zyn werktuig tot den tegenwoordigen trap van volmaaktheid had kunnen brengen. Naast dit Telescoop was 'er een geplaatst van tien voeten lengte. Doch by deeze laatste maat heeft de uitvinder geenzins de grootte zyner werktuigen bepaald. Twee andere, ieder twintig voeten lang, ondersteund door een zeer zwaaren toestel, zyn daar nog bygevoegd: deeze steeken verre uit boven het huis, en zyn, in de daad, verwonderenswaardige werktuigen; een derzelve heeft een spiegel van byna negentien duimen middellyn, en van honderd en vyftig ponden zwaarte.
Dewyl deeze heerlyke werktuigen van het Newtoniaansch maakzel zyn, moet de waarneemer zich noodwendig by het voorste einde van den buis bevinden, om by het oogglas te zyn, 't geen op de gewoone wyze niet zonder ongemak en gevaar zou kunnen geschieden. Doch de schrandere herschel heeft een draaijend gestoelte uitgevonden, 't geen door een weluitgedagten toestel zodanig wordt bestierd, dat de waarneemer zich ook dan, wanneer het werktuig het meest in de hoogte gaat, op die plaats volkomen veilig en op zyn gemak kan bevinden, en den loop des Kykers en der Sterren volgen. Van daar is het, dat de onvermoeide Wysgeer het eerst van alle stervelingen duidelyk gezien heeft, dat het bleekste en afgelegenste deel van den Melkweg weezenlyk uit een
| |
| |
oneindig aantal van afgescheidene Sterren bestaat. Van daar heeft hy het eerst leeren kennen die zo groote menigte van zogenaamde dubbele Sterren, en de zogenaamde nevelachtige Vlekken aan den Hemel. Hy heeft door zyne werktuigen getoond, dat 'er geene dubbele Sterren bestaan, al zo weinig als Vlekken (nebuleuses); maar dat de eerste wel degelyk gescheiden zyn, en dat de laatste uit een oneindig aantal van naby elkander geplaatste Sterren bestaan.
Wanneer de onvermoeide Waarneemer op zyne plaats gezeten is, en in de minst bekende deelen van den Hemel eene Vlek, of eene Ster van de kleinste soort, wil zoeken, die voor het bloot oog onzichtbaar is, geeft hy zyne medehelpster daar kennis van, door aan een schel te trekken, die in haar kamer uitkomt. Dan opent zy het venster, en haar Broeder vraagt de onderrichtingen, die hy noodig heeft. Straks ziet de Zuster de geschreevene Kaarten in, die zy voor zich heeft, en zegt: Broeder, zoek by de Ster Gamma van Orion, of ergens anders in een of ander Gesternte, naar 't welk hy vraagt; hierop sluit zy haar venster, en gaat weder aan haar werk. Hy moest wel zeer onverschillig zyn voor de voortplanting der weetenschappen, die zich niet zou verheugen over eene zo loflyke overeenstemming. Wenschelyk was het, dat 'er onder alle Geleerden zodanig eene eendragt heerschte: alsdan zouden de voortgangen der weetenschappen veel sneller zyn.
De Heer herschel noodigde my, om de voornaamste merkwaardigheden, die toen aan den Hemel te zien waren, te bezigtigen. Wy begonnen ons onderzoek met den Melkweg, en ik zag, met verbaazing, door den twintigvoets Kyker, dat het bleekste gedeelte van dien Weg bestond uit een ontelbaar aantal van helder blinkende Sterren, die alle wel degelyk van elkanderen onderscheiden waren.
Vervolgens bragt hy in het brandpunt van dit Telescoop de Ster aan den voet der Geit; deeze verspreidde een zo sterk licht, dat het oog hetzelve naauwlyks kon verdraagen. Door het licht van dit beeld verder te doen vallen op een stuk papier, 't geen met kleine letters beschreeven was, kon men, schoon het anderzins geheel donker was, de regels zeer gemaklyk zien en onderscheiden. Het is voorwaar niet onvermaaklyk, de voorwerpen dus onderscheidenlyk verlicht te zien door den
| |
| |
glans eener Ster, dat is door het licht eener Zonne, die verscheidene honderden millioenen mylen verwyderd is van de uiterste grenzen van ons Zonnestelzel.
De zogenaamde dubbele Sterren, die met de beste Achroamatische Kykers niet onderscheidenlyk kunnen gezien worden, vertoonen zich aanmerklyk van elkander verwyderd, wanneer hun beeld zich vertoont in het Herscheliaansch Telescoop van twintig voeten. Zodanig is het ook ongeveer gesteld met de zogenaamde nebuleuses van messier. Wanneer men dezelve beschouwt met het zevenvoets Telescoop, schynen zy nog kleine vlekjes, en hun licht is zwak en verward. Doch derzelver vertooning in het twintigvoets Telescoop laat geen twyfel meer over, of zy bestaan uit verzamelingen van Sterren, die alleen zodanig ineengesmolten schynen, om dat zy op een onmeetlyken afstand van ons geplaatst zyn. Men ziet ze dus zeer onderscheiden en naauwkeurig.
Dit afgedaan zynde, gingen wy over tot het beschouwen dier Sterren, die, gelyk herschel het eerst ontdekt heeft, andere kleuren bezitten dan de gewoone, onder welke 'er zyn, die een blaauw, andere die een blaauwachtig, en weder andere, die een oranjekleurig, licht verspreiden. Dit zo verschillend licht der Sterren is voorzeker niet toe te schryven aan eenig gezichtkundig bedrog, noch aan de uitwerking der spiegels en oogglazen, van welke de Heer herschel gebruik maakt. Ik maakte hem, ten opzichte van deeze zaak, allerleie tegenwerpingen; en de schrandere Waarneemer antwoordde altoos met waarneemingen, tegen welke niets was in te brengen. Dus bragt hy, by voorbeeld, verscheidene maalen in het brandpunt van het Telescoop zogenaamde dubbele Sterren, ten naasten by van dezelfde grootte, en die, zo het scheen, niet verre van elkanderen verwyderd waren: ik zegge, zo als het scheen; want die afstand is onmeetbaar groot, dewyl die lichaamen zo verre van ons af staan. Deeze waren van dezelfde kleur, als de Sterren gewoonlyk hebben. Doch hierop bragt hy in het brandpunt twee andere nabuurige dubbele Sterren; en nu zag men, dat de eene volkomen blaauw was, terwyl de andere een zilverkleurigen glans verspreidde. By eenige dier dubbele Sterren was de blaauwe aan de rechter-, by andere aan de linkerhand. Ook toonde hy my een aantal geheel afzonderlyke Sterren, die alle een zeer verschillend licht uitgaven.
| |
| |
De Waarneemer zeide my, met groote zedigheid, dat deeze waarneeming van geene groote verdienste was, om dat dit onderscheid zo gemaklyk was te ontdekken, dat men 'er zyne werktuigen niet toe noodig had, dewyl de grootste en beste Achroamatische Kykers dit verschil der kleuren van het Gesternte insgelyks vertoonden. Echter wierd de waarheid van het waargenomene in het begin ten sterksten betwist, om dat het gemaklyker is, iets te ontkennen, dan te onderzoeken. Doch eerlang wierd de echtheid deezer ontdekking, gelyk zulks behoorde, eenpaariglyk bevestigd door de beroemdste Sterrekundigen uit Duitschland en Italie, gelyk ook te Parys door de waarneemingen van cassini, mechain, enz.
De Heer herschel toonde my insgelyks een groot Werk, 't welk zyne ontdekkingen, aangaande de Sterren, behelsde, en 't geen hy denkt in het licht te geeven, als het geheel voltooid zal zyn. Onder andere aanmerklyke zaaken zal men hier vinden des Schryvers waarneemingen, strekkende tot bevestiging der reeds vóór hem gedaane ontdekkingen, dat 'er zomwylen Sterren verdwynen. Niet alleen zal hy aantoonen, dat zulks plaats gehad heeft omtrent Sterren die in de oude Kaarten des Hemels gevonden worden, maar zelfs ook omtrent eenige, die men in den Atlas van flamsted aantreft, en dus nog vóór weinige jaaren in weezen waren. Het schynt dus, dat 'er niet zelden allergewigtigste omkeeringen in een of ander deel des Hemels voorvallen, en wel zodanige, dat 'er geheele Zonnen worden uitgebluscht, waar door dan ook teffens het bestaan ophoudt van de leevende schepzelen, die de bewooners waren dier Waerelden, welke voorheen door die Zonnen verlicht wierden.
Jupiter, beschouwd door het Telescoop van twintig voeten, schynt veel grooter dan de geheele Maan, wanneer zy volkomen vol is, het geen ook niet zeer te verwonderen is, om dat deeze Dwaalster, schoon altoos op zyn minst vyfmaal verder van ons verwyderd dan de Zon, duizendmaal grooter is dan de Aardkloot. De drie groote evenwydige Banden vertoonen zich dan eer onderscheiden, en de Wachters zyn van eene waarlyk ontzettende grootte.
Niet minder aanmerkenswaardig was Saturnus, benevens zyn Ring en deszelfs schaduwe, die door dit werktuig zo zichtbaar wordt op het lichaam dier wonderlyke Planeet. De Heer herschel deed my waarneemen, hoe duidelyk en groot de tusschenruimte zy, tusschen het lichaam
| |
| |
van Saturnus en den Ring, zo dat men gemaklyk tusschen hun beiden niet alleen den blaauwen Hemel zien kan, maar zelfs eenige Sterren. Door middel van eenige blinkende punten op den Ring, heeft hy waargenomen, dat dezelve, eveneens als Saturnus zelve en de overige Planeeten, eene eigene rollende beweeging heeft van het Westen naar het Oosten.
De Micrometer, van welke de Heer herschel gebruik maakt, is zeer eenvoudig, en bestaat alleen uit twee enkele zyden draaden, die wel evenwydig geplaatst en goed gespannen zyn, en naar goedvinden tot elkander gebragt, of van elkander kunnen verwyderd worden. Dit werktuig was zedert lang zeer wel bekend; doch herschel heeft hetzelve zeer aanmerklyk verbeterd, met een gemaklyk middel uit te denken, om eene draad, naar welgevallen, over eene andere te beweegen, en, door zodanig een toestel in het Telescoop te plaatzen, met de grootste naauwkeurigheid hoeken te meeten.
De uitvinder van zulke uitmuntende Sterrekundig werktuigen heeft de grootte zyner Telescoopen geenzins bepaald tot twintig voeten. Hy was toen ter tyd bezig met het vervaardigen der noodige toebereidzels tot het maaken van een Telescoop van veertig voeten lengte, en van een daar aan evenredige middellyn. Het oogmerk, waar toe de konstenaar zulke groote lichaamen tracht te vervaardigen, is niet, de voorwerpen merkelyk te vergrooten, dewyl zy dan te duister en verward zouden worden; maar, door middel van een zo groot veld, eene meerdere hoeveelheid van licht te bekomen. Hy zeide my, dat hy menigvuldige zwaarigheden voorzag, om een Telescoop van zo eene ongewoone grootte en zwaarte tot volkomenheid te brengen; doch dat hy 'er ook zulke aanzienlyke voordeelen van verwagtte, dat niets in staat zou zyn hem daar van af te schrikken. [Na dien tyd is dit verwonderenswaardig werktuig tot den grootsten trap van volmaaktheid gebragt. De spiegel van hetzelve weegt tweeduizend ponden; de zwaarte van den geheelen toestel wordt begroot op veertigduizend ponden. En het licht, 't geen dit werktuig verzamelt, is, volgens het zeggen van la lande, die 'er door gezien heeft, zo groot, dat de zogenaamde nevelachtige Vlek van Orion een licht verspreidt, zo helder als dat van den vollen middag. Ziedaar wat herschel zelve 'er van zegt, in een Brief, geschreeven den 10 September 1791, aan den Heer watson: ‘Myn Telescoop van veertig voeten lengte is thans het
| |
| |
beste werktuig, 't welk ik bezit: dat is te zeggen, dat ik met dit werktuig, beter dan met eenig ander van myn maakzel, kan zien die zaaken, welke aan den Hemel het moeilykst zyn te onderscheiden. By voorbeeld, Saturnus, zyne Wachters en zyn Ring, of liever zyne Ringen: want ik heb onlangs een Vertoog overgegeeven aan den Voorzitter onzer Societeit, betreklyk tot deeze Dwaalster; waar in ik betoogd heb, dat die Ring zeer duidelyk is te zamengesteld uit twee Ringen, die door een zeer aanmerklyken afstand van elkander gescheiden zyn; zodanig, dat ik door middel van myn Telescoop den blaauwen Hemel zeer gemaklyk tusschen hun beiden heb kunnen zien. Ook heb ik door meetingen bevonden, dat de tusschenruimte tusschen deeze beide Ringen zeventienhonderd eenënveertig onzer mylen bedraagt. De middellyn van den buitensten Ring heeft de grootte van ruim tweehonderd en tweeëntwintig onzer mylen. Insgelyks heb ik waargenomen, dat de vyfde Wachter van Saturnus rondom zyne As draait in den tyd van zevenënnegentig dagen, zeven uuren en zevenënveertig minuten, welke tyd volmaakt dezelfde is met dien van zyn loopbaan rondom zyne Planeet. Zo dat deeze beweeging volkomen overeenkomstig is met die der Maan rondom den Aardkloot, die insgelyks in den tyd, dien hy besteedt om zyn loop rondom de Aarde te volbrengen, eenmaal rondom zyne As draait.’ Door middel van dat zelfde Telescoop, ontdekte de Heer herschel na dien tyd nog twee nieuwe Wachters van Saturnus.]
Tot aan het aanbreeken van den dageraad bleef ik op dit verbaazend tooneel van onderzoek, steeds bezig met door den Hemel te reizen, met behulp van een Gids, die zich nooit verdrietig toonde over myne onweetenheid, noch over de ongeschiktheid myner vraagen. Ik vertoefde aldaar ongeveer geduurende zeven uuren, onafgebroken bezig met het waarneemen der Hemelsche lichaamen.
Het was onmogelyk om dien tyd lang te vinden, dien ik op eene voor my zo nuttige en vermaaklyke wyze mogt besteeden. Deeze schoone nacht ging voorby als een droom, en scheen maar eenige oogenblikken te duuren; doch het herdenken daar aan zal nooit uit myn hart gewischt worden, even weinig als myne dankbaarheid aan den Heer herschel en zyne voortreflyke Zuster, van wegen de gulle vriendelykheid, met welke zy my ontvingen, en myne kundigheden vermeerderden.
|
|