Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798
(1798)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 268]
| |
Twee brieven over de laatste ontdekkingen in Africa.Eerste Brief aan den Sweed Wadstroem.Uit Londen, 9 Mai 1797.
Uw landsman, Mr. johanson, heeft my verzocht u te schryven, en u eenig nieuws, betrekkelyk Africa, mede te deelen; ik zal het genoegen hebben, ten dien opzichte, aan uwe nieuwsgierigheid te voldoen. De laatste tydingen van Sierra LéonaGa naar voetnoot(*), geteekend 9 Febr., zyn, in 't begin van April, door het Compagnieschip, the Calypso, aangebragt. Mr. lower, Opperchirurgyn, heeft my een brief van myn waardigen Vriend j. gray medegebragt, die werkelyk de eerste in rang is onder de leden van den Raad der Colonie. Deze Vriend wyst my op den brenger des briefs. Mr. lower, om berichten omtrent de Colonie te krygen: ik heb nog geen gelegenheid gehad, om my met hem zoo lang te onderhouden, als ik wenschte; maar hy heeft my verzekerd, dat dezelve zich in een bloeienden staat bevindt. Hy was genoodzaakt naar Europa te rug te keeren, om zyne gezondheid te herstellen, is voorneemens daarna terstond naar Sierra Léona te rug te keeren, en hoopt, dat dit niet lang zal aanhouden. Mr. afzelius heeft ons boonen van goede Koffy medegebragt, die op de bergen uit de natuur groeit. Ik | |
[pagina 269]
| |
heb ze gezien, en ben overtuigd, dat de deugd derzelve zoo goed is, als die van de Eilanden, of die zelfs overtreft. Mr. gray heeft eene Plantage, die ik hoope, dat voor hem voordeelig zal worden. Toen hy my laatstleden Zomer schreef, had hy reeds meer dan duizend planten in een bloeienden staat. ‘De Gouverneur, zegt hy, heeft op de bergen een huis laten bouwen. Ik zelf heb ook een deel gronds op die bergen, en wy hebben besloten daaraan allen arbeid te koste te leggen, terwyl men bespeurd heeft, dat de wilde Koffy in de vlakten niet gevonden wordt. Ik heb eene aartige Buitenplaats by de Rivier, op een korten afstand van de Stad. Ik geloof waarlyk, dat de Gouverneur en ik het overige van ons leven in dezen fraaien oord zullen doorbrengen.’ Het is u niet onbekend, dat vóór twee jaren van hier zes personen naar Sierra Léona zyn gezonden, op kosten van de Societeit, en met oogmerk, om hunne reis tot Timbo voort te zetten; maar het schynt, dat het hun, nadat zy te Sierra Léona zyn aangekomen, aan moed ontbroken heeft. Twee van hun zyn naar America vertrokken, en de anderen onmiddelyk naar Engeland te rug gekeerd. Het is mogelyk, dat zy wél gedaan hebben, schryft my een Vriend, want de inwooners van Joola hebben hun Koning asimamme jedder om 't leven gebragt, en na dien tyd heeft geen blanke het binnenste van Sierra Léona durven doortrekken. Men bemerkt in het verschiet denzelfden uitslag der reize van Mr. parker aan de Rivier van Gambie, en terugkomst te Tombout. Ik heb verplichting aan zyn Broeder en Zuster, Mynheer en Mevrouw dickson, voor het nieuws, dat ik u zal mededeelen. Het schynt, dat het Fransch Esquader, gecommandeerd door Mr. renauld, den mond der Rivier Gambie geblocqueerd, en verhinderd heeft, dat men van daar berichten in Europa heeft kunnen krygen. Anders zouden wy reeds aangelegene tydingen gehad hebben. 't Is jammer, dat de Oorlog altyd zoo groot een hinderpaal is aan de voortgangen van konsten, en voor het menschdom nuttige ontdekkingen. De eerste berichten, die Mr. parker ons met twee Schepen, die door de Franschen genomen zyn, had gezonden, zyn weggeraakt. Ondertusschen is een der twee | |
[pagina 270]
| |
Kapiteins in de maand July hier aangekomen, die het volgende bericht heeft gegeven: ‘Mr. parker, na eerst de afwisselingen van het saisoen en de ongestadigheid van het climaat doorgestaan te hebben, door eene sterke koorts te Junkacunda, 350 mylen van den mond van Gambie, aangetast geweest zynde, had zyne gezondheid weergekreegen, en zich gereed gemaakt, om in de maand January 1796 zyne groote reis te onderneemen, verzeld van een Neger van goeden naam, welken hem Doctor laidley, die zich te Pisina, omtrent 30 mylen hooger op gelegen, ophoudt, bezorgd hadt. Zy moesten ieder voor zich een paard hebben, en dan nog een derde voor de bagage. De duplicaten der eerste berichten van Mr. parker zyn ontvangen, met het verslag van de toebereidselen tot zyne reis; maar zy zyn nog niet bekend. Doctor laidley zal alle de Wisselbrieven respecteeren, die Mr. parker zal noodig hebben te trekken. De naam van Doctor laidley alleen is genoeg. Zyne kennis in de Geneeskunde heeft hem het vertrouwen doen winnen; hy wordt veele honderden mylen ver in het binnenste van Africa geëerd.’ Men meent, dat de reis van Mr. parker kan geëindigd zyn binnen twaalf maanden, en zonder ongeluk hoopt men hem dit jaar te zien te rug komen. Deze hoop is gegrond op een brief van Doctor laidley, aan een zyner vrienden alhier, geteekend, aan de Rivier Gambie, 23 Mai 1796. Zie hier een uittrekzel: ‘Uw brief voor Mr. parker zal hem terstond gezonden worden, hoewel ik weinig hoop heb, dat ze hem zal aantreffen. Gisteren kwam hier een van zyne berichten; daardoor kryge ik kennis, dat hy, in zyne tocht naar Sego, door Gytimm gereisd is, en dat hy het territoir van Dissett is doorgetrokken, eer de Oorlog tusschen den Koning van dit land en dien van Sego is verklaard geweest. Zoo hy niet reeds zoo ver gekomen was, zou hy genoodzaakt geweest zyn, herwaards te rug te keeren, en van hier, niet dan langs een verren, moeielyken en gevaarlyken omweg, naar Ginné hebben kunnen komen. Ik ben zeer blyde, dat hy zoo schielyk op het grondgebied van den Koning van Sego heeft kunnen komen, en ik hoop, dat hy welvaart, en reeds te Tombout is aangekomen. Ik verneem, dat 'er brieven vam hem zyn aan Galambo en Dessego, voor de Africaansche Societeit, en ik verwachte ze alle dagen. Ik ben, enz.’ | |
[pagina 271]
| |
Dit is, zoo veel ik weete, het laatste bericht, dat men van Mr. parker heeft ontvangen. Wy stellen allen 'er groot belang in, om dien grooten en moedigen Reiziger weer te zien. Men heeft my gezegd, dat de Africaansche Societeit met een van uwe Sweedsche landsluiden een verdrag zal aangaan, om zyne residentie te Cairo, in Aegypte, te neemen, met den toeleg, om zich vervolgens van dien kant naar het binnenste van Africa te begeeven. Ik hoop, dat dit bericht uwe verwachtingen van Africa, die welligt door de rampen van den Oorlog merkelyk verflauwd zyn, zal verleevendigen. Ik wensche u oprechtelyk den besten uitslag van alle uwe onderneemingen. j. bois.
Londen, 8 Nov. 1797. Waarde Vriend!
Ik heb uwen brief den 7 Oct. door den Deenschen Graaf henriques ontvangen, waaruit ik met vermaak zie, dat gy nog steeds voortgaat u bezig te houden met nuttige zaaken, en dat gy met den grootsten yver onafgebroken uw werk maakt, om voor de weetenschappen en voor uwe vrienden van dienst te weezen. Men heeft zeer onlangs brieven van Mr. parker ontvangen, waarin hy bekend maakt, dat hy tot Tombout, of Tomboucson, niet heeft kunnen voortreizen; maar dat hy echter vry zeker meent den oorsprong van den beroemden Vloed Niger ontdekt te hebben: dat hy gelukkig aan de Rivier Gambie is te rug gekomen, waar hy voorneemens is de gelegenheid af te wachten, om met de Westindische Retourschepen zich weder naar Europa te begeeven. 'Er zyn, na myne terugkomst, twee Schepen van Sierra Léona aangekomen, die ons bericht geeven, dat de Volkplanting zich thans byna in denzelfden staat bevindt, waarin ik dezelve heb verlaaten; en dat ze mogelyk wel iets beter gesteld is. Ten minsten ik heb met genoegen vernomen, dat de Colonisten, geduurende de twaalf laatste maanden, byna geheel en al van hunne eigene voortbrengzels hebben kunnen bestaan; dat zy groote plantagies hebben van Africaansch en Fernambuksch Katoen, waarmede zy wonderbaarlyk wel slaagen, en wel 12000 | |
[pagina 272]
| |
Koffyboomen, ten deele afkomstig uit Brasilie, en ten deele van dat soort, het welk ik hier heb gevonden. Allen, die geplant zyn, groeien met den besten uitslag. Men heeft 'er zich bediend van myne KinaGa naar voetnoot(*), die dezelfde uitwerking doet, als de Americaansche. Men heeft ze met het zelfde goed gevolg beproefd te Londen. De communicatie met het binnenste gedeelte des lands wordt van dag tot dag meer open. De inboorlingen gaan voort hunne kinderen naar school te zenden. Men heeft eene vrye Constitutie vervaardigd voor de Colonie, gebouwd op dezelfde gronden, als de Fransche; zy verschilt alleen in de form van de uitvoerende macht. Men heeft getracht, om ze in werking te brengen; maar dit heeft tot hiertoe zwaarigheden gevonden. Voorleden maand is van hier, naar Sierra Léona, een Schip vertrokken, vol Methodistische Missionarissen, die voorneemens zyn het Euangelie aan het Volk van de Joulah te prediken. Gy weet, dat men in het vorige jaar iets dergelyks beproefd heeft; maar dat dit niet gelukt is. Geen van hun, die 'er toe afgezonden waren, durfde zich veel verder waagen, dan Sierra Léona, en niemand wilde zelfs daar blyven, als hy maar gelegenheid vond om te vertrekken. Ik verbeelde my, dat zy, die 'er dit jaar heengegaan zyn, het zelfde lot te wachten hebben, en dat die heete drift wel zal bekoelen, en op niets uitloopen. Ik bedanke u, myn waarde Vriend, voor de moeite, die gy voor my hebt genomen. Het zou zeker eene zeer groote aanmoediging geeven, indien het Fransche Gouvernement my wilde schadeloos stellen voor een der gevoeligste verliezen, die ik te Sierra Léona heb geleden. Ik kenne zeer wel de naamen broussonet en michaut, en 't geen door hun is 't licht gegeeven. Het zal my het grootste plaisier van de wereld doen, hen in persoon te leeren kennen. Het plan van den laatsten, om de Negers te onderwyzen, en dezelve in Africa te laaten reizen, om ontdekkingen te doen, is groot, het regtmaatigste van al wat ik heb hooren voorstellen, en het eenige dat ik voor uitvoerlyk houde. Niemand kan 'er meer naar verlangen, dan ik; ik wensche met geheel myn hart, | |
[pagina 273]
| |
dat het tot dadelykheid komen, en ondersteund zal worden door een Gouvernement, dat de weetenschappen bemint en begunstigt. Ik ben u, gelyk ook uwen Vriend michaut, wien gy uit myn naam wel zult willen bedanken, zeer verplicht voor het stuk Myrica cerifera, dat gy my door uwen Deenschen kundigen Vriend hebt gezonden. Men heeft, op myn verzoek, van Sierra Léona eene vry groote quantiteit Circhona laaten komen, byna drie vaten; en men heeft 'er werkelyk in alle kwartieren van Londen proeven mede genomen, die dus verre alle wel uitgevallen zyn. Myne vriendelyke groete aan uwen waardigen Vriend lasteyrie, indien hy met zyne fraaie versamelingen uit Spanje is te rug gekomen. Ziedaar hoe men moet reizen, om voor de weetenschappen en voor het menschdom nuttig te weezen. Ik omhelze u, myn waarde Vriend. ad. afzelius. |
|