Het oorlog.
(Fragment.)
- - Oorlog! - vreeslyk woord! Rampzalige Oorlog, die de waereld tot eene akelige wildernis vormt, even of haare verwisselende tooneelen geene rampen genoeg met zich omdroegen; even of geene droevige traanen de treden des heils en der voorspoed genoeg uitwischten, en of onspoed en verdriet niet reeds genoeg hun verblyf op dit ondermaansche vonden. Moeten schepselen, hier geplaatst tot elkanders onderling geluk, dat aangenaame van hun bestaan zoo jammerlyk omverwerpen, ja elkanders leven verslinden? Nog eens: rampzalige Oorlog, oorzaak van duizenden rampen, hoe veele zyn de traanen van zugtende weduwen, van ouderlooze weezen, gestort om het vermoorden der onschuldige slagtoffers! Welk eene menigte bloedige voetstappen hebt gy, in de reeds weggerolde Eeuwen, in de schoonste landsdouwen en aangenaamste oorden der waereld, gedrukt; en, op de goudgeele velden, waar het heerlyke der Schepping prykte, de akeligste verwoesting agtergelaaten. - Gy hebt bronnen van geluk voor veele Natien en Volken gestopt - millioenen van menschen weggevaagd; en werken van kunst en vernuft, heerlyke gedenkstukken, aan welker zamenstelling jaaren lang gearbeid was, als in één oogenblik des tyds vernield. - Rampzalige Soudeniers, die voor een gering loon gebruikt wordt, om, zonder eenigen natuurlyken haat tegen elkanderen, uwen roem en glorie te zoeken in elkanders dood! En uit welk eene nietsbeduidende oorzaak, of gering verschil, ziet men soms eenen Oorlog geboren worden, die duizenden het leven kost - vrugtbaare velden vertrapt, en vreedzaame hutten verbrandt!
Dan, - ook de Oceaan is even min bevryd van deeze rampen. Dat wyde onoverzienbaare pekelveld draagt ook, helaas! de bewyzen hier van; die plaats, waar de kans van