De Schaaking, Blyspel, in drie Bedryven. Uit het Hoogduitsch van J.F. Jünger. Te Amsteldam, by L. van Hulst en Zoon, 1798. In 8vo. 112 bl.
Is het waar, dat de meerdere of mindere belangrykheid van Tooneelspelen afhangt van derzelver meerdere of mindere strekking tot nut en schuldeloos vermaak; dan moeten wy bekennen, dat het bovenäangekondigd Blyspel, naar dien maatstaf berekend, van niet zeer veel waarde is; althans geen enkel treffend Character komt in hetzelve voor, en de grootste lofspraak, die de man van smaak op hetzelve zoude kunnen maaken, is deze: ‘het is niet onäartig.’
Henriëtte van Sachau, die, door dwang haars Vaders, tot bruid voor eenen by haar onbekenden Baron bestemd was, doch een' geheimen minnenhandel met den Heer van Buchenhain onderhoudt, laat zich door haare Nicht overhaalen om met den laatstgenoemden te ontvluchten. Onverwacht ontmoeten de medeminnaaren (die tevens oude vrienden zyn) elkanderen, en van Buchenhain deelt aan den Baron van Rosendaal zyn plan ter schaaking zyner minnaares mede; terwyl deze, onbewust dat dezelve de voor hem bestemde bruid is, aan Buchenhain daartoe zynen bystand belooft: de Gelieven ontvluchten in het donker door eene achterdeur van den tuin, op het oogenblik dat Henriëtte's Vader van dien kant inkomt; terwyl deze, (schoon niets wezenlyks bemerkende) door die deur open te vinden, achterdocht krygt, en binnen gaande, om onderzoek te doen, dezelve achter zich toesluit; zodat Buchenhain, die nog in den tuin is, daardoor opgeslooten, en genoodzaakt wordt, op eenen boom zich te verschuilen.
Rosendaal, naa Henriëtte in zyn Logement te hebben gebracht, gaat na het huis van Sachau, om zyne aanstaande bruid te leeren kennen; en ontmoet het eerst, Wilhelmina van Sachau, Henriëtte's eige Nicht, waarin hy zyne bruid waant aan te treffen; doch welke, op eene listige wyze, zyne liefdeverklaaring ontwykt, en onbeäntwoord laat. Intusschen wordt het verblyf van Henriëtte door haaren Vader opgespoord, Rosendaal bemerkt zyne dwaaling, en de ontvluchten komen op eene zonderlinge wyze in het huis van den Heer van Sachau weder byéén; wanneer Rosendaal, zich geheel bedrogen ziende, Henriëtte aan Buchenhain afstaat, en Wilhelmina tot zyne vrouw neemt.
De Vertaaling is (behalven eenige spel- en drukfouten) vry ongedwongen; doch wy raaden den Vertaaler, om zyne talenten voortaan aan waardigere onderwerpen te besteeden.