gen. De eerste Tafel handelt over den Dollen Hondsbeet, en vertoont de Afbeelding van een Dollen Hond; voorts wordt daar in gehandeld over de vergiften, het inslikken van kwetzende lichaamen, de gestikten, de getroffenen door den blixem, en het verstikken der kinderen, vooral in bedden.
De tweede Tafel bevat raadgeevingen voor de verdronkenen, de bevroozenen, de verhangenen en de doodschynende eerstgebooren kinderen.
De derde Tafel is geschikt voor de Heelmeesters, en bevat de hulpmiddelen, die zy, by veelerleye gelegenheden, die eene spoedige hulpe vereischen, in het werk moeten stellen.
De vierde Tafel bevat de plichten der Vroedvrouwen en der Moeders, by jonggeboorenen.
De vyfde Tafel is inzonderheid betrekkelyk tot de opvoeding der jonge Kinderen, en derzelver ziekten.
De zesde Tafel, eindelyk, bevat maatregelen, strekkende tot vermindering van het gevaar der Kinderziekte. Ook belooft de Schryver, dat 'er meer Tafelen over zoortgelyke onderwerpen zullen volgen.
Deeze Tafelen bevatten veel goeds, en wy kunnen ons zeer wel met de meeste raadgeevingen van den Schryver vereenigen. Intusschen komen 'er ook zaaken in voor, omtrent welke wy meenen van den Schryver te moeten verschillen. By voorbeeld (om ons alleen tot het geval der Verdronkenen te bepaalen) de Schryver stelt, dat men den Patient moet uitkleeden en afdroogen, zonder te spreeken over de noodzaaklykheid, om aanstonds het lichaam, ten minsten in den winter, voor een maatig vuur te brengen, en dus, zo veel mogelyk, de dierlyke warmte op te wekken, het geen van zo veel belang is. Voorts verbiedt hy de wryvingen, zo lang 'er geen tekenen zyn van een vernieuwden omloop der vogten: wy meenen, daarentegen, dat men aanstonds met de wryvingen moet beginnen, als zynde een der geschiktste middelen, om het hart, door een meerderen toevloed van bloed, te prikkelen, en dus, met den omloop der vogten, het leven te herstellen. Eindelyk verwerpt de Schryver, onzes achtens, zonder genoegzaamen grond, het gebruik van de Tabaks-clysteer. Ik weet wel, dat zommigen den Tabak, als zynde uit zynen aart een verdoovend middel, in deeze gevallen verdenken. Dan dit neemt niet weg, dat de Tabak, en deszelfs rook, op