Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798
(1798)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijFinantieel Betoog, om in de tegenwoordige omstandigheden, zonder buitengewoone Geldheffing, het noodige Geld voor de Bataafsche Republiek te vinden. Door C. Zillesen. Te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1798. In gr. 8vo. 38 bl.Menigvoud zette de onvermoeide zillesen de pen op 't papier, over zaaken den Staat en wel byzonder de Geldmiddelen betreffende. Dit kleine Stukje is, blykens den Tytel, daar toe ook ingerigt. Zyn voorstel, ook by het tegenwoordig Landsbestuur ingediend, heeft zeker een behaagelyk voorkomen by allen, en wie is 'er anders in den Lande, die buitengewoone Geldheffingen zints lange moede zyn. Als grondbeginzelen, in alle Extraordinaire Belastingen, vooral in een Land als onze Bataafsche Republiek, stelt hy neder, (1). Het minst mogelyk verlies van den omloop des Gelds. - (2). De instandhouding der algemeene werkzaamheid en pryswaarde der roerende en onroerende Bezittingen. - (3). De bewaaring van het Nationaal Credit. Dit kortlyk beredeneerd hebbende, beklaagt hy zich, dat men in ons Vaderland, by Extraordinaire Belastingen, geen agt op deeze onwederspreekelyke grondwaarheden gegeeven heeft, waar door de Rykdommen onzes Lands van vaste Bezittingen en Obligatien byna op de helft ter waarde verminderd zyn. Zillesen beschryft daar op het Nationaal Credit; en neemt de genegotieerde Staatsschulden in aanmerking. Het Plan, 't welk hy vervolgens opgeeft, is drieledig. - Het eerste raakt de Geldspecien. - Het tweede de Belasting op vaste Goederen. - Het derde eene vrywillige Negotiatie. Ten aanziene van het eerste komen, op dat wy 'er dit van aanstippen, de Zesthalven wel byzonder in aanmerking. 60 Millioenen stelt hy in omloop: deeze, tot Schellingen geklopt, zouden, de kosten der Munt daar buiten gerekend, aan den Lande een winst van 5891000 Guldens geeven. Vyf Millioenen Zesthalven, volgens het assai der oude geslaagen en tot Schellingen geklopt, geeven, | |
[pagina 558]
| |
met de voormelde aanwinst daar by gerekend, ruim 8 Millioenen. Het tweede punt rust op het 310 Art. der Staatsregeling, de Quohieren betreffende, en beroept hy zich op het des door hem vermeldde in een Stukje, getyteld: Neêrlands opkomst, bloei, verval, herstelGa naar voetnoot(*). Wyders verklaarende: ‘Zo dra nu dit algemeen Quohier geformeerd is, dan kan met regt, volgens de Staatsregeling, de Belasting gerekend worden ingegaan te zyn 1 Mey 1798, en alle eigenaaren, onder korting van 4 pCt., aangezogt en des noods gelast worden, deeze Belasting daadlyk in een of twee termynen te voldoen, intusschen dat men de tegenwoordige Belastingen op vaste Goederen zo spoedig mogelyk laat aanbetaalen, tot een daar toe te bepaalen termyn, naa welken tyd dezelve voor vernietigd worden gerekendGa naar voetnoot(†).’ Voorts geeft hy, ten derden, de wyze op, naar welke de door hem bedoelde Vrywillige Negotiatie zou dienen ingerigt te worden. Wy moeten hier tot het Stukje zelve wyzen, waar wy 't zelve vinden, met eene opgave van de voordeelen aan dit Plan gehegt. Hy voegt 'er by: ‘Het dwaalend begrip van den Intrest van 's Lands Obligatien nimmer boven 2½ pCt. te verhoogen heeft naa de Omwenteling van 1795 aan de houders van 's Lands Obligatien meer dan 200 Millioenen schade toegebragt, en ten gevolge gehad, dat door de geforceerde Geldligtingen en door gebrek aan Contanten het Nationaal Credit zodanig vervallen is, dat Leveranciers en Aanneemers, bedugt voor hun geld, een zodanige groote woekerwinst daar op berekend hebben, dat men, zonder vergrooting, dit verlies wel op 30 Millioenen kan schatten. - Ongelukkig heeft men tot heden in het finantieele altoos tegen de intrest der Geldschieteren gewerkt. In een Land van Koophandel is Geld de Afgod, en een goede Staatkunde vordert aldaar met het intrest der Geldschieters | |
[pagina 559]
| |
mede te werken, en zonder dat zal het Geld hoe langer hoe meer schuil geraaken.’ Ten slot biedt de Schryver aan, zo 'er hier en daar nog bedenkingen op zyn Finantieel Betoog mogten vallen, die zwaarigheden op te lossen. |
|