| |
Rapporten, strekkende als Bylaagen tot de Verzameling van Stukken, betrekkelyk de aanstelling eener Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht, te Amsterdam. Tweede Stuk. Te Amsterdam, ter Stads-Drukkerye; en te bekomen by P. den Hengst en J.A. Crajenschot, 1798. In gr. 8vo. 128 bl.
In dit Stuk der verrichtingen van het Committé, 't welk, op order van het Committé van Algemeen Welzyn, het plan tot het daarstellen van eene Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht voor de Stad Amsterdam heeft ontworpen, vindt men vier Rapporten van hetzelve; te weeten van No. VII-X, welke handelen over de Zuiverheid en de Vervalsching der Dranken.
Het eerste dier Rapporten beschouwt het Regenwater, in zo verre het in looden en andere bakken wordt bewaard, en daar door, gelyk ook door de verkalking van de oppervlakte van looden platten en buizen, met vergiftige loodstoffen kan worden bezwangerd. Met groote naauwkeurigheid wyzen de kundige Schryvers de redenen aan, die tot eene zodanige besmetting aanleiding kunnen geeven. Waar na zy overgaan tot de middelen om de verkalking der looden werktuigen te verhinderen; die voornaamelyk bestaan in het dekken der plat- | |
| |
ten en geuten met planken, geverfd met eene verfstoffe, in welke geene loodkalken zyn gebezigd, gelyk ook in het sluiten der buizen in houten kokers, om dezelve voor de hette, die de verkalking geweldig bevordert, te bewaaren: en eindelyk in het bestryken der looden bakken, enz. met eene goede Barnsteenvernis. Daarna gaan de Rapporteurs over tot het beschryven der middelen, die het geschiktst zyn, om het lood, met het welk eenig Regenwater mogt vergiftigd zyn, te ontdekken, waar toe zy, als het zekerste en gevoeglykste middel, aanpryzen het zogenoemde proefvocht van hahnneman, 't geen ook thans in het nieuwe Amsterdamsch Apotheekboek wordt gevonden.
Het tweede Rapport deezer Verzameling, of No. VIII, handelt over het Schuitenwater, en bevat hoofdzaakelyk het volgende:
‘I. Het vereischte (dus spreeken de Schryvers, p. 27.) om zeker te zyn, dat het water, hetwelk, hier ter Stede, door de Verschwater-verkoopers en de Brouwers wordt ingevoerd, zuiver en geheel onschadelyk voor de gezondheid is.
II. Het vereischte, op dat dit water, eenmaal zuiver ingevoerd, zuiver blyve; en, geduurende den tyd dat het bewaard wordt, geene nadeelige hoedanigheden bekome.
III. Het beraamen van middelen, om, indien mooglyk, te maaken, dat 'er altoos zodanige voorraad van Verschwater in de Stad zy, als noodig is, voor de consumtie der Ingezetenen, geduurende den strengsten winter: en dat deezen altoos voor eenen zeer maatigen prys het water kunnen bekomen, zonder dat de langduurigheid der strengste winters daar in verandering veroorzaake.’ Onder andere gewigtige zaaken, die in dit Rapport voorkomen, vindt men in hetzelve een aantal proeven, ten bewyze, dat goed Schuitenwater hier aan kenbaar is, dat hetzelve eene daar in gedroppelde ontbinding van zeep niet doet schiften, maar dat het daarmede byna even doorschynend blyft als gedestilleerd water. Op welke proeven verder een Project-Reglement is gegrond voor een Proefmeester; aan te stellen om door dit middel het water der Waterschuiten buiten den boom te beproeven, en dus het binnenvoeren van brak water te verhinderen.
Het derde Rapport, of No. IX, handelt over dezelfde
| |
| |
stoffe. Men vindt daar in, de proeven met Nitrate de Mercure (eene ontbinding van Kwik in Sterkwater) en met Nitrate d'Argent (Zilver ontbonden in Sterkwater) op verschillende wateren genomen, welke bewyzen, dat het Vechtwater, tusschen Maarssen en Zuilen, alle hoedanigheden van zuiver zoet water heeft; doch niet verder benedenwaards. Zeer naauwkeurig zyn ook de berekeningen van het water, 't geen van buiten wordt ingevoerd, of ten tyde van vorst uit de Stads Waterbakken te bekomen is, waar van de uitkomst toont, dat, schoon het voormaalig grooter gebrek merkelyk is verholpen door de nieuwaangelegde Waterbakken, zulks echter geenzins voldoende zou zyn voor een langen Winter: maar dat, ‘om gerustelyk (p. 93.) dertien weeken te kunnen afwagten, zonder gebrek te hebben, of zonder den Ysbreeker te laaten gaan, 'er nog wel een voorraad van 100000 Tonnen water zyn moest, dat is de waardy van honderd bakken. Het spreekt van zelfs, dat die niet allen te gelyk kunnen gemaakt worden; doch het ware te wenschen, dat de Regeering alle jaaren, op geschikte plaatzen, 'er eenigen liet vervaardigen. Ieder der drie laatste aanbesteedingen, van zes bakken a 1000 Tonnen ieder, hebben gekost 22640 guldens, het geen ten naasten by 3800 guldens voor ieder bak uitmaakt: en misschien zouden 'er jaarlyks vier kunnen vervaardigd worden, zonder de Finantien der Stad, in eene zaak van zo veel belang, te veel te bezwaaren, enz.’
Rapport X, het laatste deezer Verzameling, handelt over de Vervalsching der Bieren, Azynen, Wynen en Geestryke Dranken. Wat de Bieren aangaat, het Committé heeft geene bepaalde vervalschingen vernomen, die voor de gezondheid onmiddelyk zouden kunnen van nadeel zyn; doch de gebreken der graanen, des mouts en onzuiver water, zouden aan de Bieren gebreken kunnen mededeelen, die of zelve, of door de middelen tot verbetering aangewend, middelyk van nadeel zouden kunnen zyn; waarom hetzelve dienstig oordeelt, dat 'er op de deugdzaamheid dier ingredienten gelet worde.
De Azynen zyn ook aan Vervalsching onderhevig, en wel toevallig, of met voordacht. De eerste vervalsching ontstaat voornaamelyk door het aanvreeten der koperen kraanen, die daarom geheelenal behoorden verboden te worden. De met voordacht gedaane vervalsching bestaat in
| |
| |
het byvoegen van Vitrioolzuur, om daar door den te zwakken Azyn te versterken. Deeze bymenging is wel niet onmiddelyk nadeelig voor de gezondheid, maar wel middelyk, om dat de dus versterkte Azyn veel gemakkelyker alle metaalstoffen, die in derzelver bereik komen, ontbindt, dan de gemeene. Het middel, om deeze vervalsching te ontdekken, is de Murias Baritidis (Zwaaraarde ontbonden in Zeezoutzuur): want eenige weinige druppels van dit vogt, gemengd met Azyn, die door middel van Vitrioolzuur vervalscht is, maaken denzelven aanstonds troebel, om dat het gemelde zuur zich zeer greetig met de Zwaaraarde vereenigt, en een Zout, het welk van wegen zyne geringe smeltbaarheid in water onder de steenen wordt gerekend, daarstelt.
Zeer menigvuldig zyn buiten twyfel de Vervalschingen, die aangewend worden, om slegte en bedorven Wynen wederom drinkbaar te maaken. Toevallig kunnen zy voorzeker aanleiding geeven tot ongesteldheden; doch de Schryvers rekenen ze anderzins over het algemeen niet als zeer gewigtig. Voorts merken zy aan, dat die vervalschingen zo verschillend zyn, en in zulke verschillende evenredigheden van zamengestelde middelen worden aangewend, dat het byna onmogelyk is, zulks door bepaalde proefmiddelen te kunnen toonen. Uitgezonderd alleen die vervalsching, welke, by de Witte Wynen, zo menigvuldig, door middel van Zwavel, wordt in het werk gesteld. Dit bymengzel wordt gemakkelyk ontdekt, door in den slegten Wyn eenige druppels van het vast bytend Loogzout (Potassa Caustica) te laaten vallen; wanneer de Wyn troubel wordt, eveneens als Wyn, die Loodwit bevat, door het indruipen van het Hannemansche proefvocht; welke troubelheid weder verdwynt, wanneer het Loogzout verzadigd wordt, door 'er wat Vitrioolzuur by te doen, 't geen in eene Loodvervalsching geen plaats heeft, en dus een onbedrieglyk teken is van bygemengden Zwavel.
Ondertusschen kunnen de Wynen ook vervalscht worden door middel van daar in ontbondene Metaalen of Metaalkalken, welke gewoonlyk zyn Loodwit, Koper, Rattenkruid, Sublimaat en Spiesglas. De Onderzoekers hebben wel geene zodanige vervalschingen in de slegte uit Kroegen gehaalde Wynen gevonden: dan dit maakt echter het onderkennen van zodanige vervalschingen geenzins onnut; te meer, daar zy in een pakje met zogenaamd
| |
| |
Scherp, waar mede men de Wynen spoedig doet stryken, Rattenkruid ontdekt meenen te hebben.
Het Lood wordt in de daarmede vervalschte Wynen, volgens de waarneemingen der Onderzoekers, het zekerst ontdekt door middel van het zwartachtig bezinkzel, 't welk het Hannemannisch proefvocht daar in verwekt, mits men het volgende in acht neeme. 1o. Dat 'er gelyke hoeveelheden van den vervalschten Wyn en van het Proefvocht worden genomen. 2o. Dat de vermenging geschiede in geslootene glazen. 3o. Dat men de vermenging niet beoordeele, dan na dezelve, geduurende den tyd van 24 uuren, te hebben laaten rusten.
Om de Vervalsching door middel van Koper te ontdekken, hebben de Onderzoekers te vergeefsch proeven genomen met veelerley scheidvochten; doch zy beschouwen het plaatzen van een glad staafje yzer in den verdachten Wyn als een onwederspreeklyk middel van herkenning, dewyl dat staafje, zo 'er maar het geringste koperdeeltje in den Wyn aanweezende is, de kleur van dat Metaal aanneemt.
Wat het Rattenkruid, of Arsenicum, aangaat: de Onderzoekers beschouwen het zogenaamde Wittenbergsche Proefvocht als het zekerste middel om het aanweezen van dit Halfmetaal in den Wyn, door het Opermentachtig nederzinkzel, 't welk het daar in veroorzaakt, aan te wyzen. Zy merken teffens aan, dat dit middel die werking niet doet op eene ontbinding van dat Halfmetaal in water, dan door 'er eene kleine hoeveelheid van eenig plantaartig zuur by te doen.
De Vervalsching der Wynen door middel van Sublimaat, wierd insgelyks niet duidelyk aangeweezen door middel der gewoone Chemische vloeistoffen; maar daarentegen zeer beslissende door middel van een daar ingestooken stukje geel koperdraad, 't geen, op deeze wyze beproefd, door de nederploffing van het Kwikzilver, aanstonds zilverkleurig wierd.
Wat eindelyk eene Vervalsching der Wynen met Spiesglas, of Antimonie, aangaat, zo wierd deeze vergiftiging in den Rooden Wyn het best ontdekt door middel van het Zeezoutzuur, 't welk den dus aangedaanen Rooden Wyn troubel deed worden, eveneens als versch uitgeperscht bessenzap. Daarentegen bevonden de Waarneemers, dat dit Halfmetaal in de Witte, Rhynsche en Moezel-Wynen het best ontdekt wordt door zodanige Wynen
| |
| |
te vermengen met het Hannemansche proefvocht; nadien daar door in dezelve eene orangekleurige troubelheid wierd veroorzaakt, die door bezinking in Goudzwavel van Spiesglas overging.
Wy hoopen eerlang in staat te zullen zyn, om weder een Uittrekzel, uit een nieuw Vervolg deezer zo leerzaame en nuttige Rapporten, te kunnen mededeelen.
|
|