de zwartgallige verdikking van het bloed, ook niet met nut tegen de ontsteeking zou kunnen gebruikt worden. ‘Hoe men uit de wyze, waarop dit vergift de vaste deelen aandoet, tot het denkbeeld komen kan, dat dezelve ook in ontsteekingen van dienst moet zyn, bekenne ik niet door te zien. Is dan eene tegennatuurlyk vermeerderde werking der vaten, welke altyd by ontsteeking gevonden wordt, niet onderscheiden van eene spanning (rigiditas), welke in zwartgallige gestellen standvastig plaats heeft? Is 'er geene geheel andere aanwyzing by Affectiones hypochondriacae, als in ontsteekingen der longen, of zou een Geneesheer in beide gevallen dezelfde geneesmiddelen durven aanraaden?’
Wy antwoorden hier op, dat de tegennatuurlyke werking der vaste deelen in de ontsteekingen geenzins een en het zelfde is met de spanning, die by de zwartgalligen in de vezelen wordt waargenomen. Maar dat echter, naar maate die spanning meerder is, de werking der vaste deelen in de ontsteekingen ook grooter moet zyn. Dat dus dat geen, 't welk, zonder de pols te veel aan te zetten, in staat is om de spanning der vezelen te verminderen, ook dikwyls in ontsteekingen van nut zal kunnen zyn. Op de tweede tegenwerping antwoorden wy, dat men zeer wel kan toestemmen, dat de aanwyzingen in de zwartgalligheid, en in de ontsteekingen, merkelyk uit elkanderen loopen, zonder daarom de stelling van celliée te verwerpen: naardien uit het plaatzelyk onderscheid der deelen, die door eene ontsteeking worden aangedaan, de aanwyzingen in de ontsteekingen zelve zo verre uit elkanderen loopen, dat het geen in de eene zeer nuttig is, in de andere zeer nadeelig wordt bevonden. Dus eischt de aanwyzing in de oog en keel- ontsteeking sterke afleidende purgeermiddelen, die in de waare ontsteekingen der borstïngewanden zeer gevaarlyk zyn. Dus vordert het zydewee de Salpeter, die in eene ontsteeking der maag ten hoogsten nadeelig is. Eindelyk antwoorden wy op de vraag, of iemand dezelfde middelen in de zwartgalligheid en in de ontsteeking der longen zou durven aanraaden? in een zekeren zin, volmondig, ja: aftrekzels, enz. van verzagtende en zogenaamde openende Wortelen en Kruiden met Extractum Graminis, Tartarus regeneratus, Oxymel simplex, enz. zyn van groot nut in de zwartgallige ongesteldheden; maar zyn dezelve