de erkenning zyner verdiensten en op wezenlyke dankbaarheid gegrond, geenzins te schamen. Dan hare hand was ook reeds aan een ouden rykaard toegezegd. Bovendien vond Cecilia, t'huisgekomen, haren vader in omstandigheden, die haar van zyne zyde weinig toegevendheid beloofden. Sainville had door zware slagen in zynen handel veel geleden. Vooral ergerde hy zich thans geweldig over de schade, hem door den ouden Florival, den vader van Cecilia's nieuwen minnaar, zo hy meende, met een bedrieglyk opzet, toegebragt. Hoe vaster hy altyd gemeend had op de eerlykheid van dezen man te kunnen vertrouwen, zo veel te gestrenger wilde hy zich nu ook naar den eisch der wetten van hem wreken. Noch de afradingen van zynen braven kashouder, die Florival, uit hoofde van deszelfs bekend karakter, meer als ongelukkig, dan als eerloos, bleef beschouwen, noch de aandoenlyke smekingen van den zoon zyns schuldenaars, aan wien zyne eigen' dochter haar leven verpligt was, konden hem van dat voornemen, dat hy als pligt beschouwde, aftrekken. Cecilia, daarvan onderricht, nam aanstonds het besluit om door ene edelmoedige opoffering hare schuld aan den redder van haar leven enigzins te voldoen. Zy maakte ten dien einde ene afspraak met den kashouder haars vaders. De brave Bernard (zo heette deze man) brandde ook reeds van verlangen om den ongelukkigen te hulp te komen. Derhalve liet hy zich door Cecilia, die ook zo dringend, zo beslisschend, sprak, te eerder overhalen hare juwelen te verkopen, en het geld van dien opbrengst, als komende van enen onbekenden vriend, aan den ouden Florival te zenden, om daarmede zyne schuld aan Sainville te voldoen. Dit geschiedt. Cecilia's minnaar komt met hetgeen zyn vader, onwetend van wien, ontvangen heeft, Sainville betaling geven. Op dat ogenblik openbaart een klein toeval den ganschen handel. Sainville, door de braafheid der genen, die hy om zich heeft, en vooral door de deugd zyner dochter, geheel verrukt, schenkt haar met de hand van Florival de
beste beloning voor haar minnend hart. De ontdekking, dat ook de eerlykheid van den ouden Florival niets geleden heeft, en zyne zaken gelukkig weder zyn hersteld geworden, geeft voorts aan dit toneelspel een geheel aangenaam einde. Natuurlyk ontwikkelt zich in hetzelve het zuiverst en schoonst gevoel; en de edelheid der karakters, daarin voorgesteld, kan bezwaarlyk nalaten by ieder' deugdlievende ziel voldoening en zucht ter naarvolging te verwekken.