Zamenspraak tusschen een Gereformeerde Dorps-Predikant en zyn Roomsche Tuinman. Een interessant Stukje in deeze dagen, niet alleen voor de Belyders der beide Godsdiensten, maar ook vooral voor de Tekenaars der Addressen aan de Nationaale Vergadering, betreffende de Geestelyke Goederen en Tractamenten der Predikanten. 1798. In gr. 8vo, 19 bl.
Zamenspraak tusschen een Gereformeerde Dorps-Predikant en zyn Roomsche Tuinman; over de invoering der Constitutie, en het Bestuur ten Platten Lande, enz. Het Tweede Stukje. Waar agter gevoegd is, een Reglement voor Vredemakèrs. In gr. 8vo, 31 bl.
Zints da Staatsregeling, onlangs, niet slegts aangenomen, maar ook in daadelyke werking is gebragt, spreekt het van zelf, dat de meeste van de aangevoerde bedenkingen der zamenspreekers niet meer te pas koomen. De eerste Zamenspraak loopt, inzonderheid, over de Grondvergaderingen, en het traag opkomen in dezelve van Leden der Hervormde Gemeente; waarin de Tuinman de reden zoekt van het aanzienlyk getal Roomschgezinden in het bewind geplaatst, en niet, zo als de Predikant wil, in de Religiezucht der laatstgenoemden. ‘Dominé (zegt zyn Tuinman) sprak daar even van de Religiezucht der Roomschen, maar juist is het dit, dat wy in de Gereformeerde als de voorname oorzaak beschouwen, waarom zy zich zo agter houden; immers zy hebben het Huis van Oranje altoos aangezien voor den steun van de Religie, altoos gewoon door dat Huis de hand boven het hoofd gehouden te worden, en andere Religiën te zien verdrukken, hoopen zy nog, hoewel zonder grond, op zodanig eene Ommekeer, waar by de Prins weder hersteld, en zy als vooren de heerschende Kerk zullen zyn.’ Van hier dat Janbaas zynen Meester een voorschrift geeft, hoedanig hy zyne Toehoorders zou kunnen vermaanen tot het getrouw opkomen in de Vergaderingen, in welke Leden voor het bestuur gestemd worden. Eene grootmoedigheid voorwaar, welke de Leeraar niet kan nalaaten te pryzen, en hem van de Roomschgezinden beter gedagten doet opvatten. - De tweede Zamenspraak loopt over het regelen der zaaken ten platten Lande, en eene meer geregelde regtsoeffening, dan op zeer