Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798
(1798)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKorte Inleiding voor den Oorlog ter Zee, door den Ridder van Kinsbergen, uitgegeeven door C.A. Mackay, Oud-Zee-Officier. Te Zutphen, by H.C. Thieme, 1798. In gr. 8vo. 108 bl.De Admiraal van kinsbergen, thans, naar luid des Voorberigts van den Ouden Zee-Officier mackay, in Dienst van Deenemarken getreeden, heeft zich, reeds voorlange, in ons Vaderland, bekend gemaakt, niet alleen als een bekwaam en dapper Zeebevelhebber, maar ook als Schryver over zaaken den Zeedienst betreffende. Zyn Zeemans Handboek in drie Deelen, - zyn Zee-tacticq in twee Deelen, - zyn Algemeene Scheepsdienst, - zyne Beschryving van den Archipel, - zyn Practicaale Zeemans Leidraad, - zyne Strategie ter Zee, of de kunst die alle verrigtingen van den Oorlog leert gebieden en bestuurenGa naar voetnoot(*), leveren hier van de door- | |
[pagina 316]
| |
steekendste bewyzen op. Men vindt den hoofdinhoud deezer hem als Schryver eer aandoende Werken in dit Boekdeeltje aangeweezen; gepaard met eenige andere ten dienste van den Oorlog ter Zee hier te Lande uitgegeeven. Wat het Werkje zelve betreft, deswegen berigt ons de Heer mackay, in een kort Voorberigt. ‘Deeze Inleiding door den Admiraal van kinsbergen geschikt zynde geweest voor een Generaal Militair Systhema ter Zee, en zulks aan eenige Officieren ter afschryvinge gegeeven, werd dit ook my door zyne Excellentie vergund, en heb van de bekomene vryheid gebruik gemaakt om 't zelve mede te deelen, als eene geschikte Ampliatie by de voorige Werken van zyne Excellentie, te meer daar het een onderwerp is, waar over, voor zo verre my bewust is, nog nooit, of by geene Natie, iets afzonderlyks te voorschyn gekomen is.’ Van kinsbergen zegt, by den aanvange, den aart zyns Geschryfs aanduidende, 'er dit van: ‘De Oorlog het voorwerp der wetenschap van een Militair zynde, is myn oogmerk, in deeze kleine Verhandeling, eenige klaare en duidelyke denkbeelden van denzelven, en wel meest met betrekking tot ons eigen Vaderland, aan jonge Heeren Officieren te geeven, om daar door voor te komen, dat zy zich geene verkeerde denkbeelden van een Metier formeeren, daar de geheele welvaard van hun Vaderland is afhangende; het Vaderland zonder Commercie is een onbestaanbaar Lichaam, en de Commercie zonder Marine, een Lichaam zonder kragt, dat by de minste aanraaking omverre valt.’ De Schryver, in den Zeedienst grys geworden, volvoert deeze taak op eene wyze, die hem eere aandoet; ook heeft hy, door eenige aan den voet des blads gestelde aanmerkingen, zyne gedagten breeder ontvouwd. Het beloop van dit kort doch veel behelzend Stukje komt hier op neder, dat 'er beknopt in ontvouwd wordt, ('t welk in het tweede Deel van zyn | |
[pagina 317]
| |
Zee-tacticq breeder is te vinden,) de kennis van het menschlyk hart, als een zeer noodzaaklyk vereischte in een Zee-Officier. - Voorts vindt men 'er op eenen geregelden voet aangeweezen, wat eigenlyk tot het vormen van een Zee-Officier noodig is, en wel voornaamlyk de Gronden, die tot dit werk van vry groote uitgestrektheid moeten gelegd worden. - Byzonder, waar in de daad en de kunst van den Oorlog bestaat, met de veelvuldige vereischten hier toe noodig in een jong Officier, om ten eenigen tyde met roem en ten nutte van den Vaderlande te dienen. - Het vormen van eene Zee-constitutie in een Handeldryvend Land, als het onze, onontbeerelyk. - Voorts eenige Principes voor meer ervaarene Officieren van hooger Rang, die en Chef moeten commandeeren. Een Aanhangzel is aan het eigenlyk Werkje toegevoegd; kort, maar zeer zaaklyk, over de volgende zes Punten loopende - Over de Militaire Constitutie - Over het Zedelyk Onderwys der Militairen - Over de Defensie van de Republiek - Ontwerp van eene jaarlyksche Equipeering - Omtrent het manoeuvreeren met Vlooten of Esquaders - Over de Schepen van Linie. Wy durven dit Werkje onzen jongen Zee-Officieren ten hoogsten, als een dierbaar Leerboek, aanpryzen. - Die thans in den Lande invloed op, en zeggen hebben over het Zeeweezen, zullen ook met veel vrugts dit kleine Werkje kunnen raadpleegen. - En is de leezing aan te raaden aan allen, en hoe groot is der zodanigen aantal! die over Oorlogschepen, Vlooten, Zeegevegten, enz. zich vermeeten te oordeelen, zonder de eerste gronden van kennis, daar toe behoorende, te bezitten. Hadt lucas de Lessen, hier door kinsbergen gegeeven, gekend en opgevolgd, het Vaderland zou die schande en schade niet geleden hebben, welke het Rapport, des uitgebragtGa naar voetnoot(*), ons tot ons grievend leedweezen zo even herinnerde. Op hem, op zyn geval, zyn de woorden toepasselyk, bl. 11 van dit Stukje te leezen: ‘Welk een ellendige Situatie voor een Chef, zo hy zich in omstandigheden geplaatst vindt, waar toe hem de noodige kunde en ondervinding ontbreeken, om zyn Vaderland, overeenkomstig de post, die hy bekleedt, | |
[pagina 318]
| |
naar vereisch te dienen!’ - en, mogen wy 'er byvoegen, hoe ongelukkig is het Land, waar men Posten van zulk een aanbelang toevertrouwt aan daar voor onberekende Persoonen! |
|