voeren. 'Er waren niet meer dan agt stukken kanon in de stad, en de bezetting was door de pest, enz. tot op 150 man verminderd.’
Dit Stukje, dat zeker in deeze dagen wel ter snede in 't licht verschynt, stelt de heilige pligten van edele gevoelens en belanglooze liefde voor 't Vaderland zeer levendig voor, en past dus, met het hoogste regt, op eenen Nationalen Schouwburg, daar de Nationale deugden, gewislyk, de eerste plaats verdienen. - Desgranges, de Vader van Adelaïde, met zyne toestemming verloofd aan een' dapperen Franschman, Tremont, was eerste Burgemeester van dit kleine Steedje, en was geheel doordrongen met mannenmoed, en zucht tot behoud der plaatse.
Kamillus, de Hoofdman der bezetting, die reeds verraaderlyke oogmerken had, en heimelyk in onderhandeling was met den Keizerlyken Generaal Galas, tot de overgave der Vesting, was van de dappere en standvastige geneigdheid des Burgemeesters bewust, en had de snoodheid hem te dreigen, dat hy dezelve met zyne bende verlaaten zoude, indien hem Adelaïde niet op denzelfden dag nog ten huwelyk gegeeven werd; en Desgranges had de zwakheid, liever zyn woord aan Tremont te breeken, en zyne Dogter op te offeren, dan de plaats in 's Vyands handen te laaten vallen. - Dit verwekt de aandoenlykste Toneelen, en brengt Tremont tot de uiterste woede, die nog daarenboven door den haatelyken Kamillus van verraad beschuldigd wordt. - Dan deezen moeten in het Stuk zelf geleezen worden. - Genoeg, de Stad wordt door Condé ontzet, het verraad van Kamillus ontdekt, en Adelaïde met Tremont vereenigd. - Het slot van dit Stuk behelst de volgende gedenkwaardige aanspraak van Condé aan Desgranges.
En gy. Desgranges! ga, doe, 't gantsche land in 't rond',
De maar' van deze zege aan alle Franschen horen.
'Er ga van dit beleg geen enkle trek verloren:
Daar is niet ééne daad in dees gebeurtenis,
Die niet alle eeuwen door, bewondrenswaardig is.
Dit voorbeeld make elks hart tot 's Lands bescherming vaardige
Wie 't Vaderland behoedt is eeuwige eere waardig.