waarvan hy zich evenwel zeer veel vrucht belooft, om over de trapswyze verhooging der menschelyke natuur, en de geduurige veranderingen en opklaaringen, die 'er van tyd tot tyd, ook omtrent Godsdienstige kundigheden, moeten komen, regtmaatig te oordeelen, en, 't geen waarheid is voor ons, van 't geen voor anderen waarheid geweest is, in verschillende tydvakken, wel te onderscheiden.
Terwyl het menschdom doorgaans met den tyd wyzer en beschaafder wordt, somtyds ook in kundigheden en beschaafdheid te rug gaat, kan ook de Leer van den Godsdienst, door alle eeuwen, op alle trappen van beschaaving, geenzins dezelfde blyven; maar moet by ieder volk noodzaaklyk veranderingen ondergaan, naar de gelegenheden en hulpmiddelen, welke de Voorzienigheid aan hetzelve geeft, om in de verlichting en beschaaving te wassen, en naar de meerdere of mindere vorderingen, welke hetzelve daadelyk daarin maakt. Na dit in 't algemeen beredeneerd, en met de waarneeming van den toestand, waarin men deze en gene volken, in laatere eeuwen, toen zy eerst met het Christendom bekend wierden, heeft aangetroffen, opgehelderd te hebben, geeft de Schryver een algemeen overzicht van de veranderingen, welke het Christendom in de verloopene eeuwen onderging. - De verbastering van hetzelve ging voort, in eene zekere evenredigheid met de verlaaging der menschheid, en het afneemen van de beschaafdheid. - De denkbeelden van hetzelve wierden wederom verbeterd, naarmate de volkeren, die hetzelve beleden, wederom meer verlicht en beschaafd wierden. - De steeds toeneemende beschaafdheid heeft, ook na den tyd der Reformatie, in de Godsdienstige begrippen opheldering veroorzaakt; - zelfs in de Roomsche Kerk. - Den onderscheidenen trap van de opvoeding der menschheid kan men zien in de verschillen, met welker behandeling men in onderscheidene eeuwen zig bezig hield, en in de wyze, op welke men dezelve behandelde.
Daarna wordt het nuttig gebruik van de geschiedenis der menschheid, by de beoefening der Godgeleerdheid, meer onderscheidentlyk aangetoond. Men vraagt, wat buiten of binnen de grenzen der menschelyke rede ligt? Hierop wordt aangemerkt, dat de grenzen der menschelyke rede, door den verschillenden trap, op welken de menschheid zich bevond, niet altyd, en ook niet ter ge-