Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798
(1798)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 182]
| |
Eenige kort beredeneerde Hoofdtrekken tot een verbeterd Plan van Constitutie, voor het Bataafsche Volk, zo veel mogelyk uit de Beginzelen afgeleid. Door een Bataaf. Te Leyden, by P.H. Trap, 1797. In gr. 8vo. 35 bl.De Bataaf, die dit Geschrift den 4 Sept. 1797 dagtekent, toont zich hoogst verheugd over de verwerping van het Plan op den achtsten Augustus diens Jaars; wenscht daar mede de Bataaven geluk, en beschouwt zulks ‘als 't ware een Wonderwerk van 't Opperweezen, dat steeds goedgunstig werkzaam is voor een ongelukkig en misleid menschdom.’ Geen wonder, dat het wraaken diens Plans, terwyl het vervaardigen van een ander aan eene Commissie is aanbevolen, weder Pennen van Plannenmaakers op het papier lokt. Dit heeft het hier voor ons liggend doen gebooren worden. Wy schryven het Slot alleen af, 't geen met het reeds gemelde genoegzaam zal doen kennen van welk een stempel dit Geschrift is. De Bataaf schryft: ‘Ziet daar, waarde Landsgenooten! een twaalftal onderwerpen, door ons zo kort en klaar mogelyk beredeneerd, en aan U voorgedraagen; - Zy behelzen de voornaamste en essentieelste gronden, op welke uwe Oppermagt, uwe Vryheid en Onafhangelykheid berusten moeten om onschendbaar en duurzaam te zyn. - Wy hebben het van onzen pligt geagt u omtrent die gronden te moeten voorlichten, eensdeels om dat 'er zo veel tegen geschreeven is; en anderdeels om dat aan ons wel eens is onder het oog gebragt, hoe zy, die te vooren zich by u als yverige voorstanders van uwe Rechten gedraagen hebben, zo draa zy daar door uw vertrouwen gewonnen hadden, en door u in hooge aanzienlyke posten waren geplaatst, aanstonds van battery veranderd, ja de ergste tegenstanders van dezelve uwe Rechten geworden zyn. En ofschoon de overweeging, dat wy door het publiek maaken van deeze onze voorlichting zouden kunnen geacht worden de werkzaamheden van uwe braave Vertegenwoordigers te hebben willen bepaalen of vooruitloopen, ons in den eersten opslag daar van schier had doen afzien, zo heeft echter het gewigt van uwe dierbaarste belangens by ons tegen die overweeging de overhand | |
[pagina 183]
| |
behouden, inzonderheid daar de Grondschets, achter de beoordeeling van het thans afgekeurde Ontwerp door twaalf uwer voornoemde Vertegenwoordigers gevoegdGa naar voetnoot(*), aan ons niet voldoende is voorgekomen, om na dezelve een nieuw Ontwerp te vervaardigen, zo van wegens de talrykheid der Leden voor het Wetgeevend Lichaam, welke onmogelyk alle op den duur met genoegzaame bezigheden voor uwe belangens kunnen geoccupeerd zyn, als om dat daar by nog eene op zichzelven staande uitvoerende Magt, afgescheiden van het Wetgeevend Lichaam, die alle uwe onheilen heeft veroorzaakt, gevonden wordt, en wy te vergeefsch in dezelve na de middelen gezogt hebben, welke by het slot der vyfde aanmerking tot het uitoefenen van uwe Oppermagt zo gepast zyn aan de hand gegeeven. - Wy zullen onzen arbeid ryklyk beloond zien, wanneer wy hier door iets tot het vestigen van uw geluk, tot het daarstellen van eene goede wel ingerigte Staatsregeling, zullen mogen hebben toegebragt.’ Het is van belang, in Stukjes, 's Lands regeeringsgesteltenisse betreffende, wel agt te geeven op den tyd waar in ze geschreeven zyn; reeds hebben wy den 4 Sept. 1797 als de dagtekening des Voorberigts opgegeeven; een Nota, ten slot 'er aan toegevoegd, draagt de dagtekening van 28 Nov. des gemelden Jaars. |
|