zigen, ‘het gordyn maar ten deele open. Het overige zal ik, in afwagting van den uiterlyken afloop der laatste zo ongehoorde pooging tegen my door myne Onderdrukkers ter uitvoer gebragt, nog in de penne houden. Worde ik dan eindelyk genoodzaakt, zal ik de Geschiedkundige Beschouwing van 't gedrag der Curateuren, waartoe deeze Stukken slegts de stoffe opleveren, aan myne Landgenooten mededeelen, en een Gedenkzuil oprigten, naar 't welk de Nakomelingen hunne beoordeeling zullen kunnen inrichten over de Persoonen en zaaken, die zy in de Geschiedverhaalen van deezen tyd zullen aantreffen, byzonder over de getrouwe aankleeving aan die Grondbeginzels, op welke de Natie de zoo plegtige belofte ontvangen heeft, dat haar aanstaande heil zal gevestigd worden.
Ik zal dan, wen ik ten laatsten gedrongen worde, den waaren oorsprong deezer zaake, van den Jaare 1792 af, dat is van de eerste uitbarsting der gruwelen van het Jacobynendom en Terrorisme tot op den huidigen dag, naaktelyk ontdekken; de verscheidene Resolutien en Missives in alle haare deelen, in haare beweegredenen, oogmerken en inzigten, naargaan; den ganschen zamenhang derzelven beschouwen; de remotie, inzonderheid van een Leeraar der Vaderlandsche Geschiedenisse, uit hoofde van het tot nu toe in ons Vaderland onbekende Misdryf van Aristocratie, ontleden, en doen voelen! welk dog het nadeel was, 't geen men te wagten hadt van die Aristocratische denkbeelden, voorgedraagen door iemand, dien men wist geen lieveling van het Stadhouderlyk Gezag geweest te zyn; de gevoelens van zommigen der Curateuren, over de Fransche Gebeurtenissen, niet alleen zedert den Jaare 1793 (welke dan eigenlyk myn misdaad uitmaaken) maar ook vóór dit tydstip, uit hunne nog onder my berustende Correspondentie en eigene uitgegeevene Schriften, vergelyken met het misdryf, 't welk zy my by hunne Resolutie aantygen, en met den toon, welken zy, niet indachtig aan 't geen zy zelven bevorens geschreeven hadden, meenen daar by te kunnen voeren; het verbod, by die Resolutien aan my gedaan, met hunne eigene aanmoedigingen van vroegere tyden; den geheelen loop en 't zamenweefzel hunner gedraagingen, met de grondbeginzels, welker zorgvuldige bewaaring