Uitgeevers toegelicht; waar onder 't geen den Brief van paulus aan philemon, wegens zekeren onezimus, betreft (bl. 30) byzondere opmerking verdient.
Op de vraag, ten slotte van deeze Afdeeling, of de Kerklyke Geschiedenis niet veel loflyks ten deezen opzigte heeft aangetekend? volgt een de Christenheid niet vereerend antwoord.
In de Tweede Afdeeling, wordt de Slaaverny beschouwd volgens de gronden der Natuurlyke Zedekunde. Deeze schoon beredeneerde en treffend geschreevene Afdeeling brengt den Schryver tot het Besluit. ‘Uit het dus verre beredeneerde, kunnen wy niet anders opmaaken, zelfs al beschouwt men het eigendunkelyk Heerenbestier ook nog van zulk eene gunstige zyde, dan dat, in allen gevalle, de toestand der Slaaven onnatuurlyk en veelal ten uitersten drukkende is. - Maar nu wat is hier van het onmiddelyk en natuurlyk gevolg? Moet nu maar de mensch, die het ongeluk heeft, in dien onnatuurlyken staat, door zynen medemensch, gebragt te worden, dit overweldigen met eene gehoorzaame goedwilligheid dulden, en met alle zagtmoedigheid en langmoedigheid kussen de roede, die hem, niet van een hooger Weezen, maar van een zyner Broederen, wordt opgelegd? Een iegelyk stelle zich in de plaats des overweldigden, en antwoorde! - Het regt ter vernietiging des onredelyken magt - bedwangs schynt dus, in veele der gewoone gevallen, alleronbetwistbaarst.’
Naa het onderwerp uit de twee aangeduide Hoofdpunten beschouwd te hebben, hegt de Schryver aan zyn Werk een Besluit, 't welk hem en allen voorstanderen der Menschlykheid ter eere strekt, en ter beschaaminge dient van allen die rechtstreeks of zydelings het gedrocht der Slaavernye tot voorspraaken dienden, gelyk ook deezen welverdiende gispingen in dit Werkje ontvangen.
In dit Besluit past de Opsteller deezer Verhandelinge, het beredeneerde zamentrekkende, het alles toe op de Slaaverny, zo als dezelve door de Europeaanen gemeenlyk omtrent de Negers, in de Volkplantingen, geoefend wordt.
Hier spreeken Menschenregt, Menschenliefde, en Christlyke Broedermin, uit éénen monde, om te doen begrypen, dat die Slaaverny in zyn aart en aanleg ongeoorlofd, ja hoogst onregtvaardig, is.